rechtstreekse gezag van de graaf van Toulouse stonden. Hij waagde het om Toulouse te belegeren, maar kon de stad niet nemen en moest het beleg weer opbreken.
De graaf van Toulouse overwon zijn lafheid en sloot een bondgenootschap met de koning van Aragòn, Peter ii de Katholieke, die zich ook door de opmars van Montfort bedreigd voelde. Op 12 september 1213 vielen de geallieerden de kruisvaarders aan in Muret, een stad op twintig kilometer ten zuiden van Toulouse.
Peter ii was geen strateeg, maar wel een dappere vechter. Hij hield van bluf en wierp zich zonder zijn harnas in de strijd. Voor de kruisvaarders was dat een uitdaging, als de rode lap voor de stier. Zij stortten zich massaal op hem en doodden hem.
Zijn leger raakte in paniek en vluchtte, achtervolgd door de razende kruisvaarders. Ook het leger van de graaf van Toulouse werd op de vlucht gedreven. Veel soldaten sneuvelden. De strijd leek beslecht.
Op het concilie van het Lateraan in 1215 wees paus Innocentius iii heel Languedoc, met inbegrip van Toulouse, toe aan Simon de Montfort. De graaf van Toulouse, die hij al uit de christelijke gemeenschap had gestoten, verbande hij nu ook uit zijn vaderland.
Een jaar later stierf de paus. De zoon van de graaf van Toulouse, Raimond vii, die niet door de banvloek was getroffen, slaagde erin zijn hoofdstad weer in bezit te nemen. Hij liet haar versterken en organiseerde samen met de enthousiaste burgers de verdediging.
Simon de Montfort moest Toulouse opnieuw belegeren. De stad was te groot om geheel te worden omsingeld. De burgers konden zich nog bevoorraden en bleven weerstand bieden. Het beleg duurde negen maanden.
Op 25 juni 1218 zette Simon de Montfort een beslissende aanval in. Al zijn beste mannen vochten mee, ook zijn broer Guy. Maar ook in de belegerde stad vocht iedereen mee met de jonge graaf: de ridders, de handelaars en de ambachtslieden, de ouderen zowel als de jongeren.
Guy de Montfort werd in de slag gewond. Simon snelde naar zijn broer toe om hem bij te staan. Op dat moment schoten een paar vrouwen vanuit de belegerde stad met een steenmortier een projectiel af. Zij troffen de legerleider precies op zijn helm en verbrijzelden zijn hoofd. Het brein van de kruisvaart was uitgeschakeld.
Simons zoon en opvolger, Amaury de Montfort, was een onbenullige legerleider. Om de veroverde gebieden te behouden en de oorlog te kunnen voortzetten moest hij beroep doen op de hulp van zijn leenheer, Filips Augustus, koning van Frankrijk.
De koning had nu de handen vrij. Hij stuurde een prachtig leger, aangevoerd door zijn zoon Lodewijk, bijgenaamd de Leeuw, die Jan Zonder Land had overwonnen en bezig was de Engelsen uit hun gebieden in Frankrijk te verjagen. Het koninklijke leger viel vanuit het westen Languedoc binnen, overweldigde de kleine stad Marmande aan de Garonne en moordde de bevolking uit. Dan rukte het op naar Toulouse.
De graaf en het volk waren ondertussen getraind in langdurige belegeringen en verdedigden zich dapper en gedisciplineerd. Ook het koninklijke leger kon de stad niet nemen en keerde onverrichterzake terug naar het noorden.
In 1223 overleed Filips Augustus en