De Gids. Jaargang 150(1987)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 649] [p. 649] Jan Gielkens Zes gedichten Stilleven met Chinese vaas (De schilder is Van Streeck) De vaas denk ik weg. Het glas (blijft die droesem zweven zolang ik kijk?) heeft nu een veel te lange voet. Ik zet de vaas weer neer. Aan het heft te zien ligt er een mes onder het bord, te zien aan het bord ligt daar geen mes. Juriaen! Dat brood kan nu wel weg, het schimmelt. [pagina 650] [p. 650] Er zit iets in Er zit iets in dat glas en van dat fruit wordt niet gegeten. Die kaas droogt verder uit, dat mes valt net niet van die tafel. Stil! Leeft die patrijs nog? Druipt dat bloed waar het niet kan: op mijn hand? [pagina 651] [p. 651] Ontbijtje Pieter Claesz., heb je de haring voor of na het schilderen in de stukken die ik zie gesneden? Meer brood moet er toch gelegen hebben dan dat ene. Strijk je die vouw nog even glad van dat tafelkleed? En pas op dat dat mes niet valt. [pagina 652] [p. 652] Een gelaat, ook van het lijf: achter je oor je armen rook het naar hoe zullen we het noemen ik nam je hoofd je hoed af legde alles wat ik had in je mond je mond zo lag ik in je zij je neus je ogen borst en borst en wist en zag: ein Antlitz, auch des Leibes, Klee [pagina 653] [p. 653] Ik schets De verbazing: de boom bij Bellenstadt, de boom bij Neu-Brandenburg, blad voor blad. Achter de heuvel met het hunebed trekken de legers, ik weet het, ik teken de wortels van de boom bij Breesen, de mannen aan het strand bij zonsondergang. Was getekend Friedrich: Caspar David. [pagina 654] [p. 654] Hoe kijk ik Naar Caspar David Friedrich Zo, dat je bij het raam een vrouw laat staan, haar naar verblindend licht laat kijken, naar het schip dat arktisch onder jouw penselen kruit? Of zo, dat als een scheepswrak je die schotsen legt, ze scheepswrak noemt en mij als vrouw er naar laat kijken? Vorige Volgende