[Kaasschaaf]
‘De buitenlander die na het doorwaden van melkplassen, het overwinnen van boterbergen en het traverseren van kaasvemen ten langen leste aan de ontbijttafel van Zuivellekkerland uit mag zitten blazen, ontwaart daar tussen hem onbekende attributen als beschuittrommel en ontbijtkoek een kennelijk tot het tafelgereedschap behorend instrument, waarvan doel en functie hem pas duidelijk worden nadat een van de disgenoten zich ervan bediend heeft. We hebben het hier over de kaasschaaf. Ondanks alle aanmaningen ons overschot aan dit melkprodukt vuistenvol weg te werken (in calvinistische reclametaal: “uit het vuistje te eten”) is de schaaf deel uit blijven maken van de tafelgarnituur.
Enkele jaren geleden deed dit schraperig instrument - aanvankelijk min of meer schertsenderwijs bedoeld - in de universitaire wereld zijn intrede als metafoor voor een bepaalde bezuinigingsstrategie. (“Eeltrasp” zou raker geweest zijn.) Op het ogenblik maakt deze trope een ware zegetocht door alle overheidsinstellingen en sectoren van het bedrijfsleven, waar mensen aan gene zijde van het lancetscherpe spleetje in de schaaf terecht dienen te komen.
Zou het de Staten Generaal niet sieren, wanneer na acht jaar bezuinigingsbeleid van dit kabinet en in het bijzonder als hommage aan de plichtvaardige bereddenaren daarin - de namen hoef ik niet te noemen - de kaasschaaf tot nationaal symbool der Lage Landen wordt uitgeroepen. Onze driekleur moet hamer, sikkel, halve maan, Andreas- en andere kruisen ontberen. En zou een aluminiumkleurige kaasschaaf in de witte baan ons niet het tanend respect der overige natiën kunnen doen herwinnen?’ - Klaus Siegel