De Gids. Jaargang 149
(1986)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 824]
| |
Kroniek & kritiekJuridisch leven
| |
[pagina 825]
| |
gelaten. Goebbels: ‘Er bestaat dus ook geen hoop, dat de Joden door een buitengewoon strenge bestraffing in de kring der beschaafde mensheid kunnen worden teruggevoerd.’ De Goereetjes lijken daarentegen de joden, ondanks hun vervallenheid aan de Satan, nog een restje vrije wil toe te kennen alsnog Christus te aanvaarden. Voor zover zij dat niet doen blijven zij echter duivelsgenoten. Goebbels: ‘Men zou de vraag kunnen stellen, waarom er in de wereldorde eigenlijk Joden zijn. Men zou evengoed kunnen vragen, waarom er coloradokevers zijn... In de natuur treedt het leven steeds meteen tegen parasieten op; in het leven der volken is dat niet altijd het geval. Daaruit vloeit het Joodse gevaar voort. Er blijft de moderne volken dus niets anders over, dan de Joden uit te roeien.’ Bij Goebbels maakt het daarbij niet uit of zij gedoopt waren of niet. Hij was dan ook geen evangelist maar doctor in de filosofie. In een milieu van wedergeboorten en kruistochten tegen Het Kwaad kan echter de uitkomst tegen diegenen die hardnekkig aan de Satan vervallen joden blijven, geen andere zijn. Dat zeggen de Goereetjes niet met zoveel woorden en doen zullen zij het ook niet; dat hoeven zij trouwens niet. Daar zijn immers de afstammelingen van Barabbas voor. Misschien is dat te vergelijken met sommige Neurenberg-verdachten voor wie de Endlösung pas realiteit werd toen zij vernamen dat joodse gevangenen in dat proces hadden geparticipeerd. Of met het volgende citaat uit nummer vier van De Gil; Orgaan voor nuchter Nederland, uitgegeven in 1944 door het Rijkscommissariaat voor de bezette Nederlandse gebieden: ‘Er zijn, naar wij hooren, heel wat menschen die een hekel hebben aan Duitschers. Joden zijn ook zoo best niet. Er zijn, naar wij hooren, heel wat menschen die geen liefde te over hebben voor de Joden. Waar maken zij zich in vredesnaam druk over? Als U gelooft dat de Duitschers deze oorlog verliezen, wees dan blij dat de Duitschers de Joden hebben opgeruimd. Wij kunnen onze handen in onschuld wasschen ook nog. Hartje, wat wil je nog meer? Cynisch? Waanzin. Practisch.’ Of zoals het weekblad Storm-SS het wat gematigder ongeveer uitdrukte: De duitse methoden zijn de onze niet, wij als volk zouden zoiets anders aanpakken. Maar wie er een hand voor uitsteekt, is gek. Vooral gezien het eerste citaat van de Goereetjes ben ik er toch niet zo zeker van dat wij hier met een zuiver theologische argumentatie te maken hebben. Het doet te veel denken aan het theologisch gehalte van een tractaat dat ik in Michel van der Plas' Uit het rijke Roomsche leven aantrof: ‘Plompe zinnelijke Jodenbent! Ze zwemmen als 't ware in den overvloed van Christus' wonderen; maar nu er eens een is, dat ze niet kunnen zien met hun puilende stuiter-oogen; nu ze eens niet kunnen gnuiven: “gratis brood!... een zieke genezen zonder kosten van dokter en medicijnen!... een lamme die loopen, een blindgeborene die zien kan en nu gaan mee-verdienen!”... nu haken ze de tronies in elkaar... en grommen... “hoe kan dat nu!... bestáát niet!... hoe kan deze ons zijn vleesch te eten geven!... kom, we gaan weg!” Jezus Christus, láát hen gaan!’ Wat je daaraan doen moet is een tweede. Mij persoonlijk lijkt het dat een meer precieze verslaggeving toereikend zou zijn geweest om ook maar enige sympathie te keren. Terwijl de strafvervolging en de berichtgeving daarover nu zelfs een martelaarschap zouden creëren. Maar misschien heeft ook de officier van justitie zelf te weinig ‘close reading’ gedaan. En als je er persé werk van wilt maken is het maar beter om dat wél te doen. Als ‘dienstknechten des Heren’ heeft dit nieuwe uitverkoren volk in ieder geval voldoende joden-slimheid meegekregen om hun fondsen buiten bereik van justitie te houden. |
|