De Gids. Jaargang 149(1986)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 254] [p. 254] Theo van Baaren Twee gedichten Trommels van marmer, fluiten van graniet, een stilte die je met de hand kunt tasten: koud als ijsval, zoals je lachte die nacht, toen een stoet gemaskerden op vilten voeten onhoorbaar door de verlaten straat kwam en je niet begreep dat zij de dood begroeven en mét hem alle leven op aarde, zwaaiend met vaandels van rook en vlaggen van roet. Na het bal Gekleed in zwarte veren gaat, op hoge hakken in trippelpas, een jonge vrouw over de straat, alsof zij alleen op de wereld was. Het licht van de lantarens glanst op 't rode masker dat zij draagt. Soms lijkt het wel, alsof zij danst, maar er is niemand die haar vraagt. De wind steekt op en veer na veer maakt de storm begerig buit, haar blankheid schemert meer en meer door 't verenkleed dat haar omsluit. Op hoge hakken trippelend gaat, alleen nog 't rode masker voor, zij door de uitgestorven straat. De wind verwart het verenspoor. Vorige Volgende