Jan Blokker
Over de kracht der dwaling
Omdat schrijven me te eenzaam is om het bij voortduring alleen te doen, samen natuurlijk onzin is (mijn nooit aflatende verbazing als ik twee of zelfs meer namen onder één kranteartikel zie staan), en je er ook niet doorheen kunt praten, speel ik ondertussen nog al eens tegen mijn schaakcomputer, de Novag Constellation, die in Hongkong schijnt te worden gemaakt en naast je werk ongeveer even veel ruimte in beslag neemt als een gemiddeld opengeslagen boek.
Winnen doe ik zelden.
Mijn tegenstander is sterk dank zij het principe van de geheugenboom: elke zet wordt gekozen na eliminatie van alle minder geschikt bevonden alternatieven die door de module zijn afgezocht, en wat hem geduchter maakt dan de exemplaren die tien jaar geleden in de speelgoedwinkel lagen, is het feit dat hij vooral ook offensief selecteert. Hij kent zeven of acht klassieke verdedigingen die hij blind aangeeft zolang ik me, met wit, gehoorzaam voeg naar de afspraken die al sinds Spielmann-Niemzowitsch 1924 voor sterk doorgaan. Pas als ik varieer, wat meestal wil zeggen vanaf het moment dat ik in m'n achteloosheid, want ik schrijf immers, een slordige voortzetting heb ingedrukt, begint hij serieus na te denken - soms wel drie of vier minuten, want oneindig lang is als je te maken hebt met een vijand die kucht noch niest noch rookt, laat staan met z'n been trilt. Gewoonlijk heb ik twee zetten later mijn eerste pion verloren.
Dat er een correllatie bestaat tussen mijn wankele positie op het bord en de eerstvolgende zin die ik simultaan probeer te schrijven, lijkt me onmiskenbaar; ik lees wel eens iets van mezelf terug dat ik meteen weer weet: ja, dat was ook die keer dat je ten onrechte lang rokeerde.
Een paar maanden geleden ontwikkelde zich deze partij.
WIT: Blokker; ZWART: Novag Constellation.
1. | e2-e4; e7-e5 |
2. | Pg1-f3; Pb8-c6 |
3. | Lf1-c4; Lf8-c5 |
4. | c2-c3(?)...
Eigenlijk al mis, maar hij laat het hooghartig begaan en volgt het boekje:
4. ... Pg8-f6
Ik herinner me dat ik even overwoog op de knop New Game te drukken, maar het was laat, dead line, ieder ogenblik kon de telefoon gaan - dus ik concentreerde me op m'n papier. Maar uit m'n ooghoek zag ik hem drammerig White!, white!, white! knipperen, dat ik aan de beurt was, en meer om ervan af te wezen drukte ik: 5. Pf3-g5...
Bluf, en op alle mogelijke manieren te weerleggen. Maar hij hield niet op met nadenken - hier niet, en bij geen der volgende zetten.
Die gingen zo: |
5. | ... d7-d5 |
6. | e4×d5; Pc6×d5 |
7. | Pg5×f7; Ke8×f7 |
8. | Dd1-f3†; Kf7-e6 |
9. | d2-d4; Lc5-e7 |
10. | a2-a4; Dd8-d6 |
11. | 0-0; Lc8-d7 |
12. | b2-b4; Ta8-d8 |
13. | Tf1-e1; Le7-f6 |
14. | Lc1-a3; b7-b5 |
15. | Lc4×b5; a7-a6 |
16. | Lb5-c4; Pc6-b8 |
17. | b4-b5; Ld7×b5 |
18. | La3×d6... |
Ongeveer zoals generaal Bertrand tijdens sombere namiddagen op St. Helena tot vijf, zes keer toe door Napoleon over de kling werd gejaagd. Meneer is, tegen een paard en een loper, z'n dame en twee pionnen kwijt, positioneel is hij uitgespeeld; het enige wat hem ontbreekt is een capitulatielichtje - hij gaat door tot mat.
Wat is me overkomen?
Iets soortgelijks, denk ik toch, als Alexander