De Gids. Jaargang 147
(1984)– [tijdschrift] Gids, De–
Auteursrechtelijk beschermdDe Gids. Jaargang 147. Meulenhoff Nederland, Amsterdam 1984
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De Gids. Jaargang 147 uit 1984.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
Door het hele boek zijn tussen vierkante haken koppen toegevoegd.
p. 54, 239, 419, 437, 523-524: de eindnoten zijn in deze digitale versie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De genoemde pagina's zijn hierdoor komen te vervallen.
p. 135-136, 223-224, 303-308, 571-572: in het gebruikte exemplaar ontbreken de genoemde pagina's. Deze bevatten waarschijnlijk advertenties.
p. 101, 198: het redactionele commentaar onderaan de pagina is in deze digitale versie naar bovenaan de pagina verplaatst.
p. 255-256: onderaan pagina 256 staat tekst behorende bij pagina 255. In deze digitale versie is de tekst naar pagina 255 verplaatst. De bijbehorende aanwijzingen zijn verwijderd.
p. 134, 222, 468, 500, 848, 850, 852, 854, 856, 858, 860, 862: de pagina's met advertenties zijn in deze digitale versie niet opgenomen.
p. 590-591: onderaan pagina 591 staat tekst behorende bij pagina 590. In deze digitale versie is de tekst naar pagina 590 verplaatst. De bijbehorende aanwijzingen zijn verwijderd.
p. 597-598: onderaan pagina 598 staat tekst behorende bij pagina 597. In deze digitale versie is de tekst naar pagina 597 verplaatst. De bijbehorende aanwijzingen zijn verwijderd.
p. 655-656: onderaan pagina 656 staat tekst behorende bij pagina 655. In deze digitale versie is de tekst naar pagina 655 verplaatst. De bijbehorende aanwijzingen zijn verwijderd.
p. 658: G. → C.: ‘C.J.G. Holtzappel’.
p. 705-706: onderaan pagina 706 staat tekst behorende bij pagina 705. In deze digitale versie is de tekst naar pagina 705 verplaatst. De bijbehorende aanwijzingen zijn verwijderd.
p. 713-714: onderaan pagina 714 staat tekst behorende bij pagina 713. In deze digitale versie is de tekst naar pagina 713 verplaatst. De bijbehorende aanwijzingen zijn verwijderd.
p. 812-813: de afbeelding die in het origineel over deze twee pagina's verspreid staat, is in deze digitale versie in zijn geheel op pagina 812 geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 138, 226, 405, 406, 407, 408, 410, 502, 578) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1/2, pagina voorplat]
[Deel 1/2, pagina 1]
De Gids
sinds 1837 |Oprichters: E.J. Potgieter en C.P.E. Robidé van der Aa
Redacteuren: G. van Benthem van den Bergh, H.J.A. Hofland, Wiel Kusters, Harry Mulisch en A. de Swaan Secretaris: G. van Benthem van den Bergh
Redactiebureau: Tilly Hermans, p.a. Meulenhoff Nederland bv, postbus 100, 1000 ac Amsterdam. Bij ongevraagde bijdragen s.v.p. postzegels voor terugzending bijsluiten. Uitgever: Meulenhoff Nederland bv voor de Stichting De Gids, Amsterdam. Het bestuur van de Stichting De Gids wordt gevormd door de redacteuren, bijgestaan door J.P.A. Gruijters en Laurens van Krevelen.
| Honderdzevenenveertigste jaargang nr 1/2, februari 1984 |
| A.L. Constandse 1948: een beslissend jaar 3 |
| Vojtech Mastny De Sovjetunie en de militarisering van de koude oorlog in 1948 10 |
| A. Lammers Harry Truman en de Little Brothers. De Amerikaanse politieke cultuur in 1948 20 |
| J.R. Evenhuis Van het ideëel naar het reëel existerende Israël 31 |
| Jan Bank Indonesië 1948 - na de diplomatie de binnenlandse politiek 37 |
| Herman de Liagre Böhl Koude oorlog in Amsterdam. De wethoudersaffaire van 1948 42 |
| Fenna van den Burg De koude oorlog en de minderheid 55 |
| Jan Blokker De Columbussen van 1950 71 |
| H.J.A. Hofland Losse notities over 1948-1984 77 |
| Gerrit Borgers Tijdschriften schrijven hun tijd - ook in 1948 80 |
| Han Lammers De Gids in 1948 88 |
| kroniek & kritiek |
| G. van Benthem van den Bergh Orwell en de internationale politiek 92 |
| A.C.M. de Kok De onzekere toekomst van de verzorgingsstaat. Indrukken van een conferentie 95 |
| Wiel Kusters Poëzie en zwaartekracht 98 |
| Wiel Kusters Ondergronds leven Job 28:4 100 |
| buitenlandse literatuur |
| Christel van Boheemen Bang voor Big Brother. Ideologie en verteltechniek in de Engelstalige roman van 1948 101 |
| Laurens Vancrevel Néon, de hernieuwing van een mythe 108 |
| Klaus Siegel 1948. Het jaar van de statische gedichten van Gottfried Benn 113 |
| Medewerkers aan dit nummer 132 |
[Deel 3, pagina 137]
De Gids
sinds 1837 | Oprichters: E.J. Potgieter en C.P.E. Robidé van der Aa
Redacteuren: G. van Benthem van den Bergh, H.J.A. Hofland, Wiel Kusters, Harry Mulisch en A. de Swaan Secretaris: G. van Benthem van den Bergh
Redactiebureau: Tilly Hermans, p.a. Meulenhoff Nederland bv, postbus 100, 1000 ac Amsterdam. Bij ongevraagde bijdragen s.v.p. postzegels voor terugzending bijsluiten. Uitgever: Meulenhoff Nederland bv voor de Stichting De Gids, Amsterdam. Het bestuur van de Stichting De Gids wordt gevormd door de redacteuren, bijgestaan door J.P.A. Gruijters en Laurens van Krevelen.
| Honderdzevenenveertigste jaargang nr 3, maart/april 1984 |
| Abram de Swaan: Nood en deugd: over altruïsme en collectieve actie 139 |
| G. Dijkink: Het mechanistische wereldbeeld in het tijdperk van materiële crisis 154 |
| Hugh Gallacher: Deugd en ondeugd van moderne architectuur 166 |
| poëzie |
| Remco Ekkers: Zeventiende eeuw 152-Matisse 153-Semiotiek 153 |
| Hans Berghuis: Landschap 165 |
| Hans van de Waarsenburg: Mijn vader danst een tango 172 |
| kroniek & kritiek |
| Aleid Truijens en Jan van der Velden: Een nieuwe beschaving, een oud geluid? 173 |
| Elsbeth Etty: Van kinderziekte tot midlife-crisis 181 |
| Wiel Kusters: Ondergronds leven 187 |
| Herman de Lange: Prenucleaire denkbeelden en de bewapeningswedloop 189 |
| Wiel Kusters: Onder het papier 195 |
| buitenlandse literatuur |
| De hedendaagse Catalaanse literatuur Marga Demmers: Inleiding 198 |
| Marga Demmers: Het korte verhaal: Carme Riera 200 |
| Carme Riera: Elegie door een vrouw die verlangde naar de zee 206 |
| Bob de Nijs: De poëzie: Pere Gimferrer 208 |
| Pere Gimferrer: Kreeftskeerkring II 213 |
| Xavier Fàbregas: Het toneel: Albert Boadella 214 |
| Gesprek met Albert Boadella 219 |
| Vertaalde Catalaanse literatuur 219 |
| Medewerkers aan dit nummer 221 |
[Deel 4, pagina 225]
De Gids
sinds 1837 | Oprichters: E.J. Potgieter en C.P.E. Robidé van der Aa
Redacteuren: G. van Benthem van den Bergh, H.J.A. Hofland, Wiel Kusters, Harry Mulisch en A. de Swaan
Secretaris: G. van Benthem van den Bergh
Redactiebureau: Tilly Hermans, p.a. Meulenhoff Nederland bv, postbus 100, 1000 ac Amsterdam. Bijongevraagde bijdragen s.v.p. postzegels voor terugzending bijsluiten. Uitgever: Meulenhoff Nederland bv voor de Stichting De Gids, Amsterdam. Het bestuur van de Stichting De Gids wordt gevormd door de redacteuren, bijgestaan door J.P.A. Gruijters en Laurens van Krevelen.
| Honderdzevenenveertigste jaargang nr 4, mei 1984 |
| J. Goudsblom: Vuur en beschaving. De domesticatie van vuur als een beschavingsproces (1) 227 |
| G.L. Durlacher: De illusionisten 244 |
| poëzie |
| Gerrit Kouwenaar: Vier gedichten 242 |
| kroniek & kritiek |
| G. van Benthem van den Bergh: Wisselschaak 256 |
| Wiel Kusters: De aarde, de vaas en de bloemen 263 |
| Aleid Truijens en Jan van der Velden: Een nieuwe beschaving, een oud geluid (2) 266 |
| Siem Juliard: De Tussenschool 274 |
| E.M. Janssen Perio: Achtergronden en afgronden van een Duitse keizersbiografie 278 |
| buitenlandse literatuur |
| Pieter Sijpersma: Herinneringen van een vergeten schrijver 284 |
| Paul Casparie: Onstuitbare woordenstromen: JR van William Gaddis 287 |
| Marjan Groenewegen: Michel Tournier en Gilles de Rais 290 |
| Maarten Steenmeijer: De ongeboren kinderen van García Lorca 294 |
| Paul van Heck: De stilte van Calvino 296 |
| Willem G. Weststeijn: Akaki Akakievitsj in Londen. Proza van Zinovi Zinik 299 |
| Medewerkers aan dit nummer 302 |
[Deel 5, pagina 309]
De Gids
sinds 1837|Oprichters E.J. Potgieter en C.P.E. Robidé van der Aa
Redacteuren: G. van Benthem van den Bergh (secretaris), H.J.A. Hofland, Wiel Kusters, Harry Mulisch en A. de Swaan; chef de bureau: Tilly Hermans
Redactie van de rubriek Buitenlandse literatuur: Christel van Boheemen, Piet Calis, Klaus Siegel, Maarten Steenmeyer en Willem G. van Weststeijn; bureauredactie: Jo Radersma
Redactieadres: De Gids, postbus 100, 1000 ac Amsterdam. Ongevraagde bijdragen worden slechts geretourneerd indien een gefrankeerde envelop is bijgevoegd. Uitgever: Meulenhoff Nederland bv voor de Stichting De Gids. Het bestuur van de Stichting De Gids wordt gevormd door de redacteuren, bijgestaan door J.P.A. Gruijters en Laurens van Krevelen
| Honderdzevenenveertigste jaargang nr 5, juni/juli 1984 | |
| Th. Kuiper-Weijhenke: Her-kennen 316 | |
| Eva Hofman: De schuld 327, Lilith 328 | |
| dr P.F.M. Fontaine: ‘Die Zauberflöte’ nader beschouwd 331 | |
| Jaap Goedegebuure: H. Marsman tussen traditie en vernieuwing 337 | |
| Willemijn Stokvis: Traditie contra vernieuwing in de beeldende kunst 343 | |
| Jules Dister: Van fortuinen en fonteinen 347 | |
| poëzie | |
| Dirk van Bastelaere: Pruisisch blauw 311 | |
| kroniek & kritiek | |
| Wiel Kusters: Met bloemen en te laat. Over de poëzie van Toon Tellegen 354 | |
| correspondentie | |
| Beate Keizer-Zilversmidt: Israël. Van isolement naar coëxistentie 357 | |
| J.R. Evenhuis: Een antwoord 359 | |
| Rudy Kousbroek: Architectuur. Economie van middelen en stijl 360 | |
| Hugh P. Gallacher: De stad als landschap 361 | |
| buitenlandse literatuur: Actueel surrealisme | |
| Laurens Vancrevel: De continuïteit van een mythe 363 | |
| Huub Beurskens: De melancholie van het speculeren. Bij het proza van Dieter Hülsmanns 364 | |
| Theo van Baaren: Vrije fantasie over Unica Zürn 370 | |
| Laurens Vancrevel: Signalement van Unica Zürn 370 | |
| Nelleke van Maaren: De bruid van de wind. Over Leonora Carrington 371 | |
| Simon Vinkenoog: Ted Joans: van mond tot mond 377 | |
| Theo van Baaren: Edouard Roditi: desoriëntatie als richtingwijzer 380 | |
|
[Deel 5, pagina 310] | |
| Laurens Vancrevel: Signalementen van Michael Bullock, Ian Breakwell, Ithell Colquhoun, Charles Henri Ford, Philip Lamantia, Philip O'Connor, Stephen Schwartz 381 | |
| Jan Siebelink: Vrouw, vlam. Mijmering over de novelle Le roi Cophétua van Julien Gracq 383 | |
| Evert Sweens: Over Robert Lebel: zien en katharsis 386 | |
| Marjan Groenewegen: Joyce Mansour: une étrange demoiselle 388 | |
| Freddy de Vree: Marcel Mariën. Wat men is vergeten heeft men niet beleefd 393 | |
| Laurens Vancrevel: Signalementen van Jean-Louis Bédouin, Belen, Marianne van Hirtum, Edouard Jaguer, Annie Le Brun, Gérard Legrand, José Pierre, Stanislas Rodanski; Josse de Haan; Andreas Embirikos, Nanos Valaoritis; Arturo Schwarz; Makoto Ooka; Mario Cesariny, Sergio Lima; Gherasim Luca; Dušan Matič; Rudolf Fabry; Braulio Arenas, Fernando Arrabal, Enrique Gomez-Correa, Eugenio F. Granell, Alexandro Jodorowsky, Julio Llinas, Octavio Paz, Emilio Adolfo Westphalen, Ludwig Zeller; Petr Král, Pavel Reznicek; Melih Cevdet Anday 397 | |
| Medewerkers aan dit nummer 404 |
[Deel 6, pagina voorplat]
[Deel 6, pagina 409]
De Gids
sinds 1837|Oprichters E.J. Potgieter en C.P.E. Robidé van der Aa
Redacteuren: G. van Benthem van den Bergh (secretaris), H.J.A. Hofland, Wiel Kusters, Harry Mulisch en A. de Swaan; chef de bureau: Tilly Hermans
Redactie van de rubriek Buitenlandse literatuur: Christel van Boheemen, Piet Calis, Klaus Siegel, Maarten Steenmeijer en Willem G. Weststeijn; bureauredactie: Jo Radersma
Redactieadres: De Gids, postbus 100, 1000 ac Amsterdam. Ongevraagde bijdragen worden slechts geretourneerd indien een gefrankeerde envelop is bijgevoegd. Uitgever: Meulenhoff Nederland bv voor de Stichting De Gids. Het bestuur van de Stichting De Gids wordt gevormd door de redacteuren, bijgestaan door J.P.A. Gruijters en Laurens van Krevelen
| Honderdzevenenveertigste jaargang nr 6, september 1984 |
| Gerrit Krol: Over moeilijke en makkelijke poëzie 411 |
| Wiel Kusters: Over de rijpheid van jonge kersen en de eerste regels van Gorters ‘Mei’ 415 |
| Hugo Claus: Stele 420 |
| Harry Mulisch: Die letzten Fragen 422 |
| Huub Beurskens: Als alles oppervlak is 424 |
| Hans Berghuis: Landelijk vierluik 438 |
| Huub Beurskens: Vier gedichten 440 |
| Frans Budé: Sneeuw. Geruimd 444 |
| Carl Friedman: Vijf gedichten 450 |
| Manuel Kneepkens: Drie gedichten 455 |
| Wiel Kusters: Het leven op stoomschepen 458 |
| Toon Tellegen: Vier gedichten 460 |
| Hans Vlek: Drie gedichten 464 |
| Leendert Witvliet: Twee gedichten 467 |
| kroniek & kritiek |
| Wiel Kusters: Een wil tot geluk. Bertus Aafjes zeventig jaar 469 |
| buitenlandse literatuur |
| Willem G. Weststeijn: Poëzie in de Sovjetunie na de Tweede Wereldoorlog. |
| De Russische barden 475 |
| Rolf Wolfswinkel: De poëzie van de deernis. De war-poets van 1914-1918 483 |
| Pieter Sijpersma: De poëzie van John Ashbery 490 |
| Pieter Sijpersma: Amy Clampitt en de natuur 496 |
[Deel 7, pagina 501]
De Gids
sinds 1837|Oprichters E.J. Potgieter en C.P.E. Robidé van der Aa
Redacteuren: G. van Benthem van den Bergh (secretaris), H.J.A. Hofland, Wiel Kusters, Harry Mulisch en A. de Swaan; chef de bureau: Tilly Hermans
Redactie van de rubriek Buitenlandse literatuur: Christel van Boheemen, Piet Calis, Klaus Siegel, Maarten Steenmeijer en Willem G. Weststeijn; bureauredactie: Jo Radersma
Redactieadres: De Gids, postbus 100, 1000 ac Amsterdam. Ongevraagde bijdragen worden slechts geretourneerd indien een gefrankeerde envelop is bijgevoegd. Uitgever: Meulenhoff Nederland bv voor de Stichting De Gids. Het bestuur van de Stichting De Gids wordt gevormd door de redacteuren, bijgestaan door J.P.A. Gruijters en Laurens van Krevelen
| Honderdzevenenveertigste jaargang nr 7, oktober 1984 |
| Frits Staal: Schat onderschat Schat 503 |
| G.L. Durlacher: Bevrijdingen 509 |
| A. de Froe: Kunstvermogen en overlevingskansen 527 |
| Reinold Widemann: Het tentamen 529 |
| poëzie |
| Gedichten van Wim Reilingh 525 |
| kroniek & kritiek |
| Wiel Kusters: Naar Macedonië, langs Tenerife's klip 545 |
| buitenlandse literatuur |
| Octavio Paz |
| Laurens Vancrevel: De poëtische filosofie van Octavio Paz 548 |
| Maarten Steenmeijer: Paz, García Márquez en politieke verantwoordelijkheid 551 |
| Hub. Hermans: Octavio Paz en de erotiek 554 |
| J. Lechner: Van Popocatépetl naar Parnassus. Octavio Paz over Sor Juana Inés de la Cruz 563 |
| Medewerkers aan dit nummer 569 |
[Deel 8/9/10, pagina 573]
De Gids
sinds 1837|Oprichters E.J. Potgieter en C.P.E. Robidé van der Aa
Redacteuren: G. van Benthem van den Bergh (secretaris), H.J.A. Hofland, Wiel Kusters, Harry Mulisch en A. de Swaan; chef de bureau: Tilly Hermans
Redactie van de rubriek Buitenlandse literatuur: Christel van Boheemen, Piet Calis, Klaus Siegel, Maarten Steenmeijer en Willem G. Weststeijn; bureauredactie: Jo Radersma
Redactieadres: De Gids, postbus 100, 1000 ac Amsterdam. Ongevraagde bijdragen worden slechts geretourneerd indien een gefrankeerde envelop is bijgevoegd. Uitgever: Meulenhoff Nederland bv voor de Stichting De Gids. Het bestuur van de Stichting De Gids wordt gevormd door de redacteuren, bijgestaan door J.P.A. Gruijters en Laurens van Krevelen
| Honderdzevenenveertigste jaargang nr 8/9/10, november 1984 | |
| het pak van sjaalman
|
|
| Over het Sanskrit, als moeder der Germaanse taaltakken, door Frits Staal 579 | |
| Over het Sanskrit, als moeder der Germaanse taaltakken, door Hanneke van den Muyzenberg 580 | |
| Over de strafbepalingen op kindermoord, door A. de Swaan 582 | |
| Over den oorsprong van den adel, door André Spoor 584 | |
| Over het verschil tussen de begrippen: Oneindige tyd en: Eeuwigheid, door Harry Mulisch 586 | |
| Over de kansrekening, door Hans Freudenthal 586 | |
| Over het boek van Job. (Ik vond nog iets over Job, maar dat waren verzen.), door J. Sperna Weiland 587 | |
| Over proteïne in de atmospherische lucht 589 | |
| Over de staatkunde van Rusland, door J.W. Bezemer 589 | |
| Over de klinkletters, door Jan G. Elburg 591 | |
| Over cellulaire gevangenissen, door C. Kelk 592 | |
| Over de oude stellingen omtrent het: horror vacui, door H.B.G. Casimir 595 | |
| Over de wenselijkheid der afschaffing van strafbepalingen op laster, door H.J.A. Hofland 597 | |
| Over de oorzaken van den opstand der Nederlanders tegen Spanje, niet liggende in de begeerte naar godsdienstige of staatkundige vryheid, door E.H. Kossmann 598 | |
| Over het perpetuum mobile, de cirkelkwadratuur en den wortel van wortelloze getallen, door Hans Ree 601 | |
| Over de zwaarte van het licht, door Lucebert 603 | |
| Over den achteruitgang der beschaving sedert het ontstaan des Christendoms. (Hè?), door A.L. Constandse 604 | |
| Over de Yslandse Mythologie, door H.C. ten Berge 607 | |
| Over den Emile van Rousseau, door Lea Dasberg 607 | |
| Over de Civiele Rechtsvordering in zaken van koophandel, door S.V. Langeveld 610 | |
| Over Sirius als middelpunt van een zonnestelsel, door Simon Vinkenoog 611 | |
| Over Inkomende Rechten als ondoeltreffend, onkies, onrechtvaardig en onzedelyk. (Daarvan had ik nooit iets gehoord.), door J. Tinbergen 612 | |
| Over verzen als oudste taal. (Dat geloof ik niet.), door Laurens Vancrevel 613 | |
| Over witte mieren, door Maarten 't Hart 614 | |
| Over het tegennatuurlyke van School-Inrichtingen, door Carolijn Visser 615 | |
| Over de prostitutie in het huwelyk. (Dit is een schandelyk stuk.), door Beatrijs Ritsema 617 | |
| Over hydraulische onderwerpen in verband met de rystkultuur, door Louis J. Mostertman 619 | |
| Over het schynbaar overwicht der westerse beschaving, door Rudy Kousbroek 620 | |
| Over kadaster, registratie en zegel, door J.P. de Jong 621 | |
|
[Deel 8/9/10, pagina 574] | |
| Over kinderboekjes, fabels en sprookjes. (Dat wil ik wel eens lezen, omdat hy op waarheid aandringt.), door Willem G. Weststeijn 622 | |
| Over bemiddeling in den handel. (Dit bevalt me volstrekt niet. Ik geloof dat hy de makelaars wil afschaffen. Maar ik heb het toch terzyde gelegd, omdat er een-en-ander in voorkomt, dat ik gebruiken kan voor myn boek.), door Jojada Verrips 623 | |
| Over successierecht, een der beste belastingen, door H. Schuttevâer 625 | |
| Over de uitvinding der kuisheid. (Dat begryp ik niet.), door Ethel Portnoy 627 | |
| Over vermenigvuldiging. (Deze titel klinkt heel eenvoudig, maar er staat veel in dit stuk, waaraan ik vroeger niet gedacht had.), door A. de Swaan 628 | |
| Over zeker soort van geest der Fransen, een gevolg der armoede van hun taal. (Dit laat ik gelden. Geestigheid en armoede... hy kan het weten.), door Rudy Kousbroek 629 | |
| Over het verband tussen de romans van August Lafontaine en de tering. (Dat wil ik eens lezen, omdat er van dien Lafontaine boeken op zolder liggen. Maar hy zegt, dat de invloed zich eerst openbaart in het tweede geslacht. Myn grootvader las niet.), door Aleid Truijens 631 | |
| Over de macht der Engelsen buiten Europa, door Herman de Lange 634 | |
| Over het Godsgericht in de middeleeuwen, en thans, door Herman Pleij 636 | |
| Over de rekenkunde by de Romeinen, door H.J.M. Bos 639 | |
| Over armoede aan poëzie by toonzetters, door Rudy Kousbroek 641 | |
| Over piëtistery, biologie en tafeldans, door Dick Hillenius 641 | |
| Over besmettelyke ziekten, door Yvo Pannekoek 643 | |
| Over den Moorsen bouwtrant, door L. Lafour 644 | |
| Over de kracht der vooroordelen, blykbaar uit ziekten die door tocht veroorzaakt heten te zyn. (Heb ik het niet gezegd dat de lyst kurieus was?), door A.J. Dunning 646 | |
| Over de Duitse eenheid, door M.C. Brands 647 | |
| Over de lengte op zee. (Ik denk dat op zee alles wel even lang zal wezen als op 't land.), door S.R. de Groot 651 | |
| Over de plichten ener Regering omtrent publieke vermakelykheden, door G. van Benthem van den Bergh 652 | |
| Over de overeenstemming tussen de Schotse en Friese talen, door Jan G. Elburg 653 | |
| Over prosodie, door Jan Kuijper 654 | |
| Over de schoonheid der vrouwen te Nîmes en te Arles, met een onderzoek naar het stelsel van kolonisatie der Phoeniciërs, door Tim Krabbé 655 | |
| Over de schoonheid der vrouwen te Nîmes en te Arles, met een onderzoek naar het stelsel van kolonisatie der Phoeniciërs, door Hans Berghuis 656 | |
| Over landbouwkontrakten op Java, door C.J.G. Holtzappel 658 | |
| Over het zuigvermogen van een nieuw-model pomp, door A. de Swaan 661 | |
| Over legitimiteit van dynastieën, door G. van Benthem van den Bergh 662 | |
| Over de volksletterkunde in Javaanse rhapsoden, door J.J. Ras 664 | |
| Over de nieuwe wyze van reven, door G. van Benthem van den Bergh 666 | |
| Over de perkussie, toegepast op handgranaten. (Dit stuk dateert van 1847, dus van vóór Orsini.), door H.J.A. Hofland 667 | |
| Over het begrip van eer, door Anton Blok 667 | |
| Over de Apokryphe boeken, door H.W. Flinterman 671 | |
| Over de wetten van Solon, Lykurgus, Zoroaster en Confucius, door Johan Polak 673 | |
| Over de ouderlyke macht, door Rutger Kopland 675 | |
| Over Shakespeare als geschiedschryver, door Bert Voeten 675 | |
| Over de slaverny in Europa. (Wat hy hiermee bedoelt, begryp ik niet.), door H.J.A. Hofland 676 | |
| Over schroefwatermolens, door Klaus Siegel 677 | |
| Over het souverein recht van gratie, door F.E. Frenkel 679 | |
| Over de chemische bestanddelen der Ceylonse kaneel, door Rob Sijmons 681 | |
| Over de tucht op koopvaardyschepen, door Ph.M. Bosscher 683 | |
| Over de opiumpacht op Java, door Boudewijn Büch 684 | |
| Over de bepalingen omtrent het verkopen van gif, door F.E. Frenkel 686 | |
| Over het doorgraven der landengte van Suez, en de gevolgen daarvan, door G. van Benthem van den Bergh 688 | |
| Over de betaling van landrenten in natura, door Kitty Verrips-Roukens 689 | |
| Over de koffiekultuur te Menado. (Dit heb ik al genoemd.), door C. Buddingh' 691 | |
|
[Deel 8/9/10, pagina 575] | |
| Over de scheuring van het Romeinse ryk, door M.A. Wes 692 | |
| Over de gemütlichkeit der Duitsers, door Louis Ferron 693 | |
| Over de Skandinavische Edda, door Paula Vermeyden 696 | |
| Over de plicht van Frankryk, om in den Indischen Archipel zich een tegenwicht tegen Engeland te verschaffen. (Dit was in het Frans, ik weet niet waarom?), door H.L. Wesseling 698 | |
| Over het azyn maken, door Harry Mulisch 700 | |
| Over de verering van Schiller en Goethe in den Duitsen middelstand, door H.W. von der Dunk 700 | |
| Over de aanspraken van den mens op geluk, door A. de Froe 703 | |
| Over het recht van opstand by onderdrukking. (Dit was in het Javaans. Ik ben dien titel eerst later te weten gekomen.), door Arthur Lehning 703 | |
| Over ministeriële verantwoordelykheid, door G. van Benthem van den Bergh 706 | |
| Over enige punten in de kriminele rechtsvordering, door Frank Kuitenbrouwer 707 | |
| Over het recht van een volk, te eisen dat de opgebrachte belastingen te zynen behoeve worde aangewend. (Dit was weer in het Javaans.), door Flip de Kam 709 | |
| Over de dubbele a en de Griekse eta, door drs P 712 | |
| Over het bestaan van een onpersoonlyken God in de harten der mensen, door Wiel Kusters 714 | |
| Over den styl, door K.L. Poll 714 | |
| Over een konstitutie voor het Ryk Insulinde. (Ik heb nooit van dit Ryk gehoord.), door I. Samkalden 716 | |
| Over het gebrek aan ephelkustiek in onze taalregels, door Frida Balk-Smit Duyzentkunst 720 | |
| Over pedanterie. (Ik geloof dat dit stuk met veel kennis van zaken geschreven is.), door H.J.A. Hofland 722 | |
| Over de verplichting van Europa aan de Portugezen, door J. Rentes de Carvalho 723 | |
| Over bosgeluiden, door K. Schippers 726 | |
| Over brandbaarheid van water. (Ik denk dat hy sterk water bedoelt.), door Wiel Kusters 727 | |
| Over de melkzee. (Ik heb daarvan nooit gehoord. Het schynt iets te zyn in de nabyheid van Banda.), door Hans Dorrestijn 727 | |
| Over zieners en profeten, door Herman van Gunsteren 728 | |
| Over elektriciteit als beweegkracht, zonder week yzer, door H.A.M. Snelders 731 | |
| Over ebbe en vloed der beschaving, door J. Goudsblom 733 | |
| Over epidemisch bederf in staathuishoudingen, door Roel van Duijn 736 | |
| Over bevoorrechte Handelmaatschappyen. (Hierin komt een-en-ander voor, dat ik nodig heb voor myn boek.), door Pieter Lakeman 740 | |
| Over etymologie als hulpbron by ethnologische studiën, door Pieter A.M. Seuren 741 | |
| Over de vogelnestklippen aan de Javase zuidkust, door G. van Benthem van den Bergh 743 | |
| Over de plaats waar de dag aanvangt. (Dat begryp ik niet.), door Harry Mulisch 743 | |
| Over persoonlyke begrippen als maatstaf der verantwoordelykheid in de zedelyke wereld, door G.M. van Asperen 743 | |
| Over galanterie, door Ethel Portnoy 746 | |
| Over galanterie, door J.P. Guépin 747 | |
| Over den versbouw der Hebreeën, door Judith Herzberg 750 | |
| Over de century of inventions van den Markies van Worcester, door J.R. Evenhuis 750 | |
| Over de niet-etende bevolking van het eiland Rotti by Timor. (Het moet goedkoop leven zyn, daar.), door Otto van den Muijzenberg 752 | |
| Over het mensen-eten der Bataks en het koppensnellen der Alfoeren, door Hugh Jans 754 | |
| Over het wantrouwen op de publieke zedelykheid. (Hy wil, geloof ik, de slotemakers afschaffen. Ik ben er tegen.), door C. Kelk 755 | |
| Over ‘het recht’ en ‘de rechten’, door Ch.J. Enschedé 759 | |
| Over Béranger als wysgeer. (Dit begryp ik weer niet.), door Laurens Vancrevel 762 | |
| Over den afkeer der Maleiers van den Javaan, door Ellen L. Ombre 763 | |
| Over de onwaarde van het onderwys op de zogenaamde hogescholen, door A. de Swaan 764 | |
| Over den liefdelozen geest onzer voorouders, blykbaar uit hun begrippen omtrent God. (Een goddeloos stuk!), door Gerrit Komrij 766 | |
| Over den samenhang der zintuigen. ('t Is waar, toen ik hem zag, rook ik rozenolie.), door H.J.A. Hofland 767 | |
| Over den puntwortel van den koffieboom. (Dit heb ik terzyde gelegd voor myn boek.) 768 | |
| Over gevoel, gevoeligheid, sensiblerie, empfindelei, enz., door Huub Beurskens 768 | |
|
[Deel 8/9/10, pagina 576] | |
| Over het verwarren van Mythologie en Godsdienst, door Theo van Baaren 772 | |
| Over de sagoewir in de Molukken, door J.J.G. Syatauw 774 | |
| Over de toekomst van den Nederlandsen handel. (Dit is eigenlyk het stuk dat my bewogen heeft myn boek te schryven. Hy zegt dat er niet altyd zulke grote koffieveilingen zullen gehouden worden, en ik leef voor myn vak.), door G.A. Wagner 777 | |
| Over Genesis. (Een infaam stuk!), door Willem van Toorn 780 | |
| Over de geheime genootschappen der Chinezen, door Michel Korzec 781 | |
| Over het tekenen als natuurlyk schrift, door Jeroen Henneman 783 | |
| Over waarheid in poëzie. (Wel zeker!), door Wiel Kusters 784 | |
| Over de impopulariteit der rystpelmolens op Java, door Frans Hüsken 785 | |
| Over het verband tussen poëzie en mathematische wetenschappen, door Gerrit Krol 787 | |
| Over de Wajangs der Chinezen, door W.L. Idema 788 | |
| Over den prys der Java-koffie. (Dat heb ik terzyde gelegd.), door B. de Gaay Fortman 791 | |
| Over een Europees muntstelsel, door E.P. Wellenstein 793 | |
| Over besproeiing van gemene velden, door Jan Juffermans 796 | |
| Over den invloed van de vermenging van rassen op den geest, door Frank Martinus Arion 797 | |
| Over evenwicht in den handel. (Hy spreekt daarin van wissel-agio. Ik heb het terzy gelegd voor myn boek.), door J.J. Klant 799 | |
| Over het standhouden van Aziatische gewoonten. (Hy beweert dat Jezus een tulband droeg.), door J.C. Heesterman 802 | |
| Over de denkbeelden van Malthus omtrent het cyfer der bevolking in verband met de onderhoudsmiddelen, door J. Pen 805 | |
| Over de oorspronkelyke bevolking van Amerika, door Lizzy Sara May 807 | |
| Over de havenhoofden te Batavia, Semarang en Soerabaja, door Piet Calis 809 | |
| Over bouwkunde, als uitdrukking van denkbeelden, door Herman Hertzberger 810 | |
| Over de verhouding der Europese ambtenaren tot de regenten op Java. (Hiervan komt een-en-ander in myn boek.), door G.J. Resink 814 | |
| Over het wonen in kelders, te Amsterdam, door H.J.A. Hofland 817 | |
| Over de kracht der dwaling, door Jan Blokker 818 | |
| Over de werkeloosheid van een Opperwezen by volmaakte natuurwetten, door Harry Mulisch 819 | |
| Over het zoutmonopolie op Java 819 | |
| Over de wormen in den sagopalm. (Die worden gegeten... bah!), door Berthe Meijer 820 | |
| Over de Spreuken, den Prediker, het Hooglied en de Pantoens der Javanen, door W.A. Braasem 823 | |
| Over het jus primi occupantis, door A. Komen 825 | |
| Over de armoede der schilderkunst, door R.H. Fuchs 831 | |
| Over de onzedelykheid van het hengelen. (Wie heeft ooit daarvan gehoord?), door Charlotte Mutsaers 833 | |
| Over de misdaden der Europeeërs buiten Europa, door H. Baudet 835 | |
| Over de wapenen der zwakkere diersoorten, door Maarten 't Hart 837 | |
| Over het jus talionis! (Alweer een infaam stuk! Daarin kwam een gedicht voor, dat ik zeker allerschandelykst zou gevonden hebben, als ik het uitgelezen had.), door F.E. Frenkel 838 | |
| Kakawin Manusasámpur (een ‘Javaanse krijgszang’), door Hella S. Haasse 840 | |
| Si Samun Gandrung (een ‘Maleise romance’), door Hella S. Haasse 844 | |
| Medewerkers aan dit nummer 848 |