kassenbouwtraditie wist de techniek van dit gebouw zodanig grote overspanningen te verwezenlijken dat je er nauwelijks nog het gevoel kon hebben binnen in een gebouw te zijn, en hiermee deed dan ook een geheel nieuw ruimtegevoel zijn intrede in de wereld.
Mogelijk werd het maken van dergelijke grote overspanningen door het gebruik van staalconstructies, maar of ze ook nodig waren? Kan van de grote glazen daken gezegd worden dat ze onmetelijk uitgestrekte oppervlakten op schitterende wijze verlichtten, een paar kolommen méér zou daarbij functioneel niet veel hebben uitgemaakt. Hier riep evenzeer de mogelijkheid de noodzaak op als omgekeerd: de constructie biedt ons een nieuw denkbeeld over ruimte, terwijl dat denkbeeld tevens de noodzaak van die constructie creëert, zo roepen techniek en denkbeeld elkaar op, zoals aanbod en vraag.
Was Sjaalman zeventig jaar later verschenen, dan had hij aan de noordkant van Rotterdam aan de rand van het Westland ogenschijnlijk een dergelijk glazen bouwwerk kunnen zien opdoemen, als een luchtspiegeling van opeengestapelde kassen (of was het een zeeschip dat daar in de polder afgemeerd lag?): de Van Nelle fabrieken.
Wanneer van enige gelijkenis met het Crystal Palace sprake is, is die vooral uitwendig. Verpakt in dit Nederlandse glaspaleis zitten immers eindeloze betonnen vloerdelen waarop fabrieksarbeiders hun dag doorbrengen.
Maar zoals deze fabriek van Van Nelle, behalve een efficiënte indeling, lichte open werkruimten biedt met een vrij en schitterend uitzicht rondom, is het een eerste uitdrukking van het denkbeeld dat nieuwe constructie-middelen en -methoden ook andere werkomstandigheden zouden kunnen helpen voortbrengen.
In deze bouwopgave wisten bouwheer Van der Leeuw en architect Van der Vlugt hun denkbeelden over een nieuwe wereld op elkaar over te brengen.
De enorme afmetingen van het gebouw zijn nergens dominerend over mensen en het laat niet alleen naar buiten zien wat er binnen gebeurt, maar is bovendien geheel en al ingesteld op een zo ruim mogelijk uitzicht voor degenen die er werken, niet alleen op de buitenwereld, maar vooral ook uitzicht op elkaar.
Met de schitterende afbuiging van de buitengevel van het administratieve gedeelte bereikte Van der Vlugt dat kantoor en fabriek binnen elkaars gezichtshoek kwamen te liggen. Deze visie vind je ook terug in de trappenhuizen, zo naar voren geschoven dat je vanaf de