hierop is het antwoord in de loop der tijden gegeven. Montaignes jonge vriend Etienne de la Boétie schreef zijn klassiek geworden vertoog over De vrijwillige slavernij - voor het eerst, postuum, omstreeks 1575 gepubliceerd en in revolutionaire tijden altijd weer herdrukt - waarin hij de oorzaken van deze passiviteit en de remedie ertegen uiteenzet. Thoreau, Emerson, Tolstoi en Gandhi zijn erdoor geïnspireerd. De methoden van Gandhi's strijd tegen de koloniale overheerser - de ‘geweldloze strijdmiddelen’, gebaseerd op het beginsel der ‘non-retaliation’, als boycot, staking, belasting- en dienstweigering, dat wil zeggen het zich individueel en massaal onttrekken aan het geweld van de staat - zijn zeer efficiënt gebleken en hebben wereldhistorie gemaakt. Het is niet nodig, zo kan men de Discours de la servitude volontaire samenvatten, om de dictator, de tiran, de overheerser met geweld ten val te brengen. ‘Weest besloten om niet meer te dienen en ge zijt vrij.’
In dezelfde geest schreef, vijftien jaar voor het uitbreken van de Franse Revolutie Jean Paul Marat, dezelfde die tijdens de revolutie door Charlotte Corday in bad werd vermoord, in zijn oorspronkelijk in Londen verschenen Chaînes de l'esclavage: ‘het volk, niet tevreden slachtoffer te zijn van schurken, smeedt zijn eigen ketenen en biedt zijn nek vrijwillig voor het juk.’ Bellagarigue, een Franse schrijver van het midden der vorige eeuw, vatte het probleem kernachtig samen: ‘Er zijn geen tirannen, er zijn alleen maar slaven.’ Van hem is ook de leuze: ‘Il faut chasser le gouvernement et rappeler la liberté.’ Onze eigen Domela Nieuwenhuis zou dezelfde gedachte aldus verwoorden: ‘Minder schuld hebben de leiders, die tot tirannen gekweekt zijn door de slaafse geest van de massa, dan de massa zelf, die eerst tirannen in het leven roept om zich daarna erover te beklagen. Vergeten wij nooit, dat het niet de despoten zijn die een volk slaafs maken, maar dat het ontbreken van het vrijheidsgevoel de oorzaak is van het opkomen van tirannen.’ Of, zoals Gandhi eens heeft gezegd: ‘Indien de mensen slechts één woord wilden uitspreken, dat in iedere taal maar uit een paar letters bestaat, was het met alle onrecht en onderdrukking, waarover zij klagen voorbij. Dit ene woord luidt neen.’
Maar er is nog een ander aspect aan het fenomeen tirannie en het maakt opstand tegen onderdrukking gecompliceerder. Keizers, koningen en tirannen, schreef La Boétie, zijn dikwijls onschuldige soms zelfs hulpeloze figuren. Hun tirannieke macht ontlenen zij aan diegenen die onder hen geplaatst zijn. De tiran kiest ondergeschikten uit die op hun beurt weer nieuwe ondergeschikten recruteren, die hun macht ontlenen aan het feit dat zij die namens de tiran uitoefenen. Zo ontstaat een heel stelsel dat de tiran in staat stelt te heersen. Fourier voorzag aan het begin van de vorige eeuw, de tijd van de industriële revolutie, een ontwikkeling waarbij de ene helft van de maatschappij de andere zou regeren. In onze dagen en onze streken is voor wat betreft het justitiële, militaire, bureaucratische en zelfs het wetenschappelijke apparaat deze profetie inmiddels werkelijkheid geworden. Elders spreekt men van de ‘nomenclatura’.
Uit volle borst en met diepe overtuiging zingen wij de strofe uit ons volkslied: ‘de tirannie verdrijven die mij mijn hert doorwondt.’ De opstand van de Nederlanden tegen de Spaanse overheersing was een opstand voor de onafhankelijkheid. Ook de Javanen zouden op een goede dag, bewust geworden in de woorden van Shelley ‘Ye are many, they are few’, dat recht opeisen. (Maar daartegen rees verzet in de ‘roofstaat van de zee’ en in twee kleine koloniale oorlogen, mede onder leiding van een sociaaldemocratische minister-president, werd, overigens tevergeefs, gepoogd hun dit recht te ontzeggen.)
In het huidige tijdsgewricht zou een traktaat over opstand niet zozeer over het recht van opstand maar veeleer over de plicht tot opstand moeten handelen. Eens heeft Prometheus het vuur uit de hemel gehaald om het in dienst te stellen van de menselijke samenleving, van de cultuur en de vrijheid. Nu is het lot van de