Multatuli dat in 1859 kon weten, toen Wallace waarschijnlijk nog lang niet spiritist was. Voorspellend talent bij Multatuli? Of zou hij een logisch op elkaar volgende serie fasen hebben ontdekt, zodat het wel om voorspellingen gaat, maar dan wetenschappelijke, in de Popperiaanse zin van falsifieerbaar? Hoe dan ook, er zijn allerlei gevallen waarin die tendens zichtbaar is, al beginnen ze soms halverwege de reeks en al zijn er zelfs gevallen die stranden aleer ze de tweede fase bereiken. Maar meestal zie je dan toch dat de ontwikkeling in een bepaalde richting ging.
De vader van Edmund Gosse was lid van de Plymouth Brethren, een protestantse sekte die stellig onder de algemene term piëtisterij valt, met geloof in de letterlijke betekenis van elk Bijbelwoord. De man was ook bioloog, en hij verrichtte uitstekende waarnemingen bij de rijke kustfauna. Plymouth heeft niet voor niets de vestiging van een van de belangrijkste zoölogische stations ter wereld. Een goed bioloog aan het eind van de negentiende eeuw moest wel gevoelig zijn voor de verleidingen van Darwins redenaties. Maar Gosse was zo'n goede piëtist dat hij zich niet gewonnen gaf. De argumenten van de evolutionisten kon hij niet negeren, hij moest er dus een andere interpretatie aan geven. De vele tekens die op evolutie wijzen, zoals fossielen die een geleidelijke verandering vertonen, verklaarde hij simpel door aan te nemen dat God geen nieuwe wereld schiep, in de zin van leeg, nog op te vullen met van alles, maar in vorm alsof hij al heel lang bestaan had; bomen met jaarringen, Adam en Eva met navels, de aarde er uitziend alsof zij al vele seizoenen beleefd had.
Dit geval bleef in de eerste fase steken, maar de moeizame smoes wijst op de trekkracht van de tweede.
Piëtisterij is volgens Van Dale (1961): ‘v., (min.) piëtisme; femelarij’ en piëtisme ‘in ruimere zin thans in 't alg. ook voor diep doorleefde min of meer dwepende vroomheid’. God als oer- en tussenoorzaak van alle verschijnselen. Denk aan Darwin, die als gesjeesd medisch en theologisch student meemocht met de Beagle om te bewijzen dat de zondvloed echt bestaan had. Darwin sprak zich bij gelegenheid orthodoxer uit dan de officiële rechtzinnige in het drama, Fitzroy. Doordat hij zich tijdens deze reis ontwikkelde tot een bijzonder goed bioloog vond hij steeds minder emplooi voor God, en al hield hij het in het openbare leven geheim, in de ongecensureerde uitgave van zijn autobiografie, die pas in 1958 verscheen, kun je lezen dat hij ongelovig was. De derde fase heeft Darwin zelf niet meer meegemaakt, hij werd in een kerk begraven.
Wallace werd een fase later geboren, was vanaf het begin een goed bioloog en ontdekte het principe van evolutie door middel van natuurlijke selectie, waar Darwin zo lang vergeefs naar had gezocht. Hij begon te aarzelen over de naturalistisch-rationalistische opvattingen toen het ging om de consequenties voor de mens. En zoals ik al vermeldde in het begin, werd hij tenslotte spiritist, liet ongetwijfeld tafels dansen en legde soms waarschuwend een vinger op de lippen als hij hoorde - wat niemand anders hoorde - dat ‘zij’ Mozart speelden.
Aldous Huxley en in mindere mate zijn broer Julian begonnen ook bij de tweede fase - streng rationeel biologisch - en verzeilden tenslotte in steeds mystieker vaarwater, wat nog niet hetzelfde is als tafeldansen, maar dat was waarschijnlijk ook bedoeld als samenvattende term voor na-christelijke goedgelovigheid.
In deze dagen zijn wij allen getuige van de worstelingen van Maarten 't Hart. In vele boeken beschreef hij de overgang van de eerste fase naar de tweede. Van een Gosse-achtig piëtisme kwam hij via de biologie tot ongeloof. Zijn verzet tegen de overgang naar de derde fase is bijna spreekwoordelijk. Alle Jungiaanse, Boeddhistische, handopleggende, kruidentrekkende, symbolensabbelende na-christenen van deze tijd kunnen vroeg of laat een vloekschrift van hem verwachten. Maar ik ben er niet gerust op. In het beruchte interview met Ischa vertelt Maarten hoe het gebed lokt, alsof de biologie, die top