Rudy Kousbroek
Over armoede aan poëzie by toonzetters
Er is al veel geschreven over de aparte plaats die de muziek inneemt tussen de kunsten. Boeiend in dit verband is vooral het optreden van dubbeltalenten: het beoefenen, op meer dan amateuristisch niveau, van verschillende kunstvormen tegelijk. Zo blijkt de combinatie literatuur-beeldende kunst vrij veel voor te komen, genoeg om het vermoeden te doen rijzen dat er tussen deze vormen van expressie een zekere verwantschap bestaat. Maar een begaafdheid die niet met enige andere kunstvorm lijkt te correleren en zich als een onafhankelijke variabele gedraagt is musicaliteit.
Een misschien niet al te betrouwbare, maar in elk geval zeer spectaculaire indicatie is de omgeving die iemand om zich heen creëert; de interieurs bewoond door dichters, schilders, schrijvers, fotografen, beeldhouwers, toneelspelers en architecten zijn zelden banaal en getuigen meestal ten minste van een vermogen tot onderscheid en een zekere artistieke of esthetische opzet. De onbetrouwbaarheid van deze indicatie schuilt vooral in het feit dat er geen graadmeter aan kan worden ontleend voor het talent, op zijn of haar gebied, van de bewoner en vooral in de omstandigheid dat de stelling niet voor omkering vatbaar is. Maar een ingelijste reproduktie van een zigeunerkind met een traan in het oog, een rotan plantenpaal, Alpengloeien, een hanglamp gemaakt van een wagenwiel of een lap met de geborduurde inscriptie: ‘Oost West Thuis Best’ zal daar niet gauw zonder bijbedoelingen als decoratie worden gebruikt, terwijl deze zaken een getrouwe opsomming vormen van voorwerpen die ik heb aangetroffen in de huizen van toonkunstenaars.
Niet alle toonkunstenaars zijn toonzetters, maar deze extrapolatie is geloof ik niet strijdig met Multatuli's gegeven. De onbetwiste kroon op dit gebied wordt gespannen door operazangers en concertviolisten, maar mijn ervaring is beperkt en ongetwijfeld toevallig. De vraag is wat Multatuli op het oog had. Ik vermoed de erbarmelijke teksten die in zijn tijd door operacomponisten als libretto werden gebruikt. Het verschijnsel is overigens van alle tijden met inbegrip van de onze, een enkele uitzondering niet te na gesproken.