H.C. ten Berge
Over de Yslandse Mythologie
waarin Sjaalman een geërfde, wellicht gedroomde bloedwraak in verband met een duistere en onontwarbare ottergeldintrige tussen Thór, zoon van Odin en Jörd, man van Sif (de schoonste van alle vrouwen), en vader van Magni, Modi en Thrúdr, Baldr, zoon van Odin en Frigg, man van Nanna, vijand van Hödr en hemelse huilebalk, Njödr, weidegod, vader van Freyr en Freya, welke laatste - legt hij uit - niet met Frigg verwisseld mag worden, Heimdallr, zoon van Odin en negen moeders, weshalve bijgenaamd De Negenspruit, ook vijand van Loki en eigenaar van Gultoppr - het winnende renpaard van Ásgardr - Tyr, de eenhandige en zoon van Odin, Bragi, Odins oogappel die alles boekstaafde maar in zijn baard verward raakte, Vidar, zoon van Odin, liep met ijzeren schoen en zweeg veelzeggend, Vali, zoon van Odin en Rind, vijand van Hödr en wreker van Baldr, Hödr, blinde moordenaar van Baldr, Vali's vijand en makker van Hel, Ullr, zoon van Sif, maar niet van Thór, jager en schilddrager, Hoenir, vertrouweling van Odin, tevens diens eetbuddy, snelwandelaar, wadloper, en Loki, zoon van Fárbauti, misschien ook van Nál, broer van Helblindi, verwekker van de Midgardslang, oom, eed- en disgenoot van Odin, appeldief, man van Sigyn, kapper van Sif, leugenaar, intrigant, Baldrs noodlot en Heimdallrs onverzoenlijke want gezworen tegenstander, in heldere en onomwonden bewoordingen uit de doeken doet.