Pieter Sijpersma
Amy Clampitt en de natuur
Nog niet zo lang geleden vertelde Jan Blokker jr. in een interview met NRC Handelsblad dat hij uit zijn nieuwste bundel, Kind, een gedicht over John Lennon had weggelaten. Bij nader inzien had hij het te sentimenteel gevonden. Hij voegde eraan toe te hopen dat er toch nog eens een waardig gedicht over het onderwerp zou verschijnen. Dat gedicht is er nu, getiteld ‘The Dakota’, genoemd naar het Newyorkse flatgebouw waarin Lennon woonde, geschreven door Amy Clampitt.
Grief for a generation - all
out there now mainly pigeons -
inside the brownstone catacomb
the wedding rice, take out
the funeral nobody came to,
bring flowers, leave them woven
with the lugubrious ironwork
repeats itself: there's nothing
more original that it can do.
Deze elegie is verre van sentimenteel, eerder berustend, op het cynische af zelfs. John Lennon (‘grief for a generation’) was het verdrietige symbool voor een generatie, de dertigers en veertigers van nu. Hij personifieerde de tegendraadsheid en de naïviteit van de jongeren in de jaren zestig en de vroege jaren zeventig. Zijn teloorgang lijkt al even exemplarisch: een vrouw, een kind, en in zekere zin mislukt, voortijdig afgebrand. Toen zijn naam tenslotte alleen nog voor gekken en dwazen een legendarische bijklank had, werd hij door een van hen de geschiedenis ingeschoten. Het gedicht van Amy Clampitt verzet zich duidelijk tegen herstel van de mythe, in het besef dat het daartoe alleen al door zijn bestaan bijdraagt.
Maar wie is Amy Clampitt? Amy Clampitt is een Amerikaanse dichteres, die vorig jaar debuteerde met The Kingfisher, een forse bundel gedichten van opmerkelijke allure. Zij heeft een generieke stijl, die ondanks de diversiteit van onderwerpen en versvormen vrij gemakkelijk te herkennen is. Clampitt heeft een voorkeur voor lange, van tangconstructies voorziene zinnen en gebruikt een idioom dat voor een belangrijk deel uit de biologie afkomstig is. (Bijvoorbeeld: ‘quadruped’, ‘cetaceans’, ‘Eocene’, ‘eons’, ‘genes’, ‘instinct’, ‘flyway’, ‘habitat’.) De inhoud van de gedichten verraadt tevens kennerschap en bereisdheid, of in ieder geval een brede cultuurhistorische kennis.
In andere verzen over het thema van het verlies toont Clampitt dezelfde ferme opstelling als in ‘The Dakota’. Meestal brengt ze een relativering aan door te abstraheren van de individuele bijzonderheden van een geval, zodat de proporties van het persoonlijk verdriet in het oog gaan lopen. Ook aan rouw zijn maten verbonden, zo blijkt uit het slot van ‘Camouflage’, namelijk de maat van de beschikbare hoeveelheid: ‘Grief is like money: there is only/so much of it we can give away.’ Een regel die weliswaar van onderschatting van politici en economen getuigt, maar waarvan de boodschap duidelijk genoeg is.
Een moeder die op sterven ligt vormt de aanleiding voor een winterreis door het hedendaagse Amerika (‘the spawn of botched intentions’), die wordt beschreven in ‘A Procession at Candlemas’, een lang gedicht in terzinen, verteld in een rustige, maar indringende toonzetting. Het is een barre tocht, die via associatie allerlei analogieën oproept. Door de bijzondere omstandigheid van het sterven van de moeder krijgen de auto's, die met ontstoken lichten over Amerika's rijkswegen rijden, een