and snakes that become hair and hair that rises vertically towards the sun so as to form new rays from the earth to the sun. Birds are suspended from the sun by the long golden chains of their burning songs; birds dream of disappointed experience and sing in their sleep when they hear of the death of the word love.’
Ik heb dit lange citaat nodig gehad, omdat het naar mijn overtuiging een hoogtepunt vormt in het werk van Edouard Roditi. Het meeste dat hij heeft geschreven verbleekt bij dit hooggestemde programma. Hij was meer een kunstenaar van ideeën dan van de verwerkelijking daavan in literaire vorm.
Zijn in min of meer traditionele versvorm geschreven gedichten bevatten te veel regels die - mij althans - als een echo in het oor klinken. Vooral T.S. Eliot van wie hij, naar hij zelf vertelt, veel invloed heeft ondergaan, komt mij vaak in het geheugen. Eén voorbeeld moet voldoende zijn:
Whose songs, like rustling leaves,
Foretell the past, remember the future.
Zijn prozagedichten missen meestal de voor dit genre zo noodzakelijke concentratie (een veel voorkomend gebrek ook bij andere dichters in dit genre) en de intense accenten die als een plotseling opvlammend Bengaals vuur een alledaagse omgeving in een onwerelds licht zetten.
De desoriëntatie waamee ik dit artikel begon duikt telkens op en in een paar korte verhalen heeft hij dit thema nader uitgewerkt. Ook hier weer prachtige ideeën en een uitwerking die wat teleurstelt. Met een vriend in San Francisco wandelend komt hij plotseling in een soort koninkrijk der hemelen terecht. Een engel die ze ontmoeten is voor zijn homofiele vriend een schone jongeling, maar voor een andere vriend een bijzonder mooi meisje en ik, de verteller zelf, ‘desiring nothing, saw the angels alternately as men and women, according to the appearances that I saw desire adopt in the minds of others’.
Ook in deze verhalen zijn het details die zich in de herinnering vastzetten. Als een van zijn vrienden in het koninkrijk der hemelen met krijt op een muur schrijft nuts to people is de verteller diep geschokt, maar de krabbelaar legt hem uit dat hij alleen maar een parafrase heeft gegeven van het woord van Paulus in Romeinen 2, 11 dat er bij God geen aanzien des persoons is.
Het zijn zulke vondsten, en ze zijn niet zeldzaam, die het lezen van Roditi tot een avontuur maken.