Buitenlandse literatuur
Actueel surrealisme
Gastredacteur: Laurens Vancrevel
Inleiding
Laurens Vancrevel
De continuïteit van een mythe
‘Wij hebben geen talent,’ schreef André Breton op uitdagende toon, mede uit naam van onder anderen Paul Eluard, Louis Aragon, Robert Desnos en Philippe Soupault in het Manifest van het surrealisme (1924). Wie kon in die jaren vermoeden dat deze rumoerige ‘jongeren’ van toen het aangezicht van de literatuur en zelfs de kwaliteit van het denken in deze eeuw grondig zouden beïnvloeden? Achteraf is het gemakkelijk om de historische betekenis van schrijvers als André Breton en anderen die zich met hem surrealisten noemden vast te stellen, en wanneer dat gebeurt wordt er meestal van uitgegaan dat de periode van het surrealisme inmiddels is afgesloten; het surrealisme wordt al ruim veertig jaren ten grave gedragen.
Maar er is met het surrealisme iets vreemds aan de hand: het is een wereldbeschouwing waarvan de geschiedenis al niet meer geschreven kan worden. De mythe van het surrealisme heeft zich uitgezaaid in de literaturen van tientallen taalgebieden en in de beeldende kunsten van alle breedtegraden. Het werd en wordt misverstaan, verguisd, vervalst, verboden en dood verklaard, maar steeds wist de mythe een nieuwe vorm aan te nemen of een nieuwe stem te veroveren. De continuïteit van deze mythe is vermoedelijk te danken aan het feit dat de surrealisten zich altijd hebben afgekeerd van elke vorm van voorgeschreven of algemeen aanvaarde esthetiek. Vaak stonden zij vijandig tegenover alle uitingen van het officiële kunstleven, met hun academies, bekroningen, recencies, modeverschijnselen en uiterlijkheid.
In de meeste literaturen van Europa en Amerika, en in enkele van Azië en Afrika, heeft het surrealisme zijn onuitwisbare sporen achtergelaten, en doet daarin nog steeds met nieuwe vormen en stemmen zijn invloed gelden. Vaak heeft het thans de rol van een ondergrondse beweging, ook buiten de landen (zoals Syrië, Pakistan, Turkije) waar het een illegale beweging is. Het effect van het actuele surrealisme zal pas over vele jaren te meten zijn. Bovendien is het sinds de dood van André Breton (in 1966) moeilijker te ‘erkennen’, nu er geen duidelijk centrum meer is van de manifestaties van het internationale surrealisme; het onttrekt zich nu meer en meer aan elke mogelijkheid tot geschiedschrijving.
In vele talen beroepen dichters en schrijvers zich ook thans op het surrealisme. Wie zijn zij? Waar komen zij vandaan? Waar voeren zij de poëzie heen? Door de gastredacteur van deze rubriek wordt een aantal dichters en schrijvers van nu die van zichzelf zeggen surrealist te zijn op de volgende bladzijden voorgesteld. Sommigen zijn binnen het surrealisme al lang goede bekenden, maar zijn dat veelal niet voor het Nederlandse publiek. Enkelen van hen zijn onlangs overleden, maar hun werk wordt van wezenlijk belang geacht voor het beeld van het actuele surrealisme. Betrekkelijk weinig namen