Christoffel, kinderen te dragen, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog doet hij als krijgsgevangene dienst bij het rekruteren van de Hitlerjugend, die een intensieve opleiding krijgt om in het leger te dienen als ‘chair à canon’. De twee polen worden aan het einde van de roman verenigd als Tiffauges een joods jongetje van de nazi's redt door hem op zijn schouders weg te dragen, langs een weg die in zijn verbeelding eindigt in de hemel, en die in werkelijkheid leidt naar een moeras, waar het tweetal in verzinkt.
Opvallend is het feit dat het kasteel van Gilles de Rais, waarin vele tientallen jongens, eveneens gerekruteerd voor het door Gilles gestichte ‘collège’, een luguber einde vonden, de naam ‘Tiffauges’ draagt. En dit gegeven is niet fictief, want Michel Tournier heeft zich in dit ‘récit’ geheel gebaseerd op de feiten zoals deze in de veertiende eeuw in Nantes zijn opgetekend. Gilles de Rais leefde dus werkelijk in het kasteel Tiffauges, dat overigens nog steeds bestaat, en waar de toerist zijn zin voor het macabere kan bevredigen door de zwartgeblakerde schoorstenen te bezichtigen.
Het verband tussen Gilles de Rais en de Elzenkoning wordt door Tournier overigens ook op andere manieren in het boek gesuggereerd. Zo rekruteert de zonderlinge gastheer zelf de jongens uit de omgeving, gezeten op een paard en gehuld in een lange zwarte mantel.
Ook de verwantschap van Gilles met koning Herodes wordt duidelijk aangegeven: binnen in het ‘Collège des Innocents’ laat hij zich met zijn pupillen afbeelden op een grote muurschildering die de kindermoord van Herodes voorstelt. Hij verbaast zich over de vreemde mengeling van medelijden en wellust die hij voelt als hij het tafereel bekijkt.
Gilles wordt van jongs af aan beheerst door de doem van Satan; als overtuigd christen lijdt hij hier erg onder, en hij hoopt dat de door God gezonden engel Jeanne D'Arc, die hij aan het hof van koning Karel vii ontmoet, hem aan deze afschuwelijke invloed kan onttrekken. Hij belooft haar plechtig dat hij haar overal zal volgen. Na de dood van Jeanne op de brandstapel, trekt Gilles zich enkele jaren terug in een van zijn kastelen - hij is inmiddels van een eenvoudig leenman van de koning een van de machtigste mannen van Frankrijk geworden - en, ‘gemetamorfoseerd door het contact met de duivel’, komt hij daaruit te voorschijn. Het is pas daarna dat hij zijn jacht op kinderen begint, het is alsof hij met behulp van ‘zwarte kunst’ het contact met Jeanne wil voortzetten. Door de jongens, die een zo groot mogelijke gelijkenis moeten vertonen met Jeanne, te offeren, herhaalt hij haar ‘offer’, en bereidt hij zijn eigen dood, eveneens op de brandstapel, voor. Het verband met de dood van Jezus wordt door Tournier duidelijk gesuggereerd; Gilles sterft met twee medeplichtigen aan zijn zijden, en de samengestroomde ouders van de slachtoffers vallen op hun knieën en heffen gebeden aan om het zielsbehoud van de mystieke moordenaar.
De metafysische dimensie wordt aan het verhaal toegevoegd door de Florentijnse alchemist Prelati, een symbool van de Renaissance, die sterk contrasteert met de middeleeuwse Gilles. Op ironische wijze toont deze perfecte ‘gentilhomme’ de kleinzieligheid aan van degenen die het geloof te letterlijk opvatten. God en de Duivel zijn niets anders dan twee afspiegelingen van eenzelfde absolute, evenals Goed en Kwaad dat zijn, en wil men tot een van deze absoluten geraken, dan moet men ook contact zoeken met de keerzijde daarvan. Volgens Prelati is Gilles dus op de goede weg en, daar hij zelf eveneens tot homoseksuele perversie geneigd is, helpt hij de Franse kasteelheer bij zijn sombere praktijken.
Interessant is de kosmische symboliek die de Florentijn vertegenwoordigt en die doet denken aan de belangrijke rol die de elementen spelen in Vendredi. Prelati symboliseert, zoals gezegd, de Italiaanse Renaissance, de Verlichting, tegenover de Middeleeuwen, waar Frankrijk op hetzelfde moment nog in verkeert. De reis van de Italiaan wordt beschreven als een werkelijke afdaling van het licht naar de duis-