Intussen is dit allemaal al maanden verteerd, en ook de verhalen van onze gastvrouw over sommige gasten zijn reeds door de vruchtbaarheid van mijn binnenhoofd overgroeid. Ze vertelde van een man die was rijk geworden met het verzamelen van overgeschoten stukjes bont, door niet zoals zijn vader met een karretje aan de achterdeur te kloppen maar aan de voordeur van de bontwerkers. Geweldige pakhuizen vullend, was hij bij voorbeeld de enige die balen vol wasbeerstaarten wist te leveren toen bij kinderen de drang bleek ontwikkeld (via Disney) om raccoon caps te dragen.
Nu zijn we terug van mijn vakantie, weer eens in Hope Valley (Rhode Island). De kinderen waren voornamelijk samen met Sylvia Saila, veertienjarige en bijna Hollands stoere dochter van de eigenaar (een Finse bioloog), en Kadi Kiiss, dochter (zestien jaar oud) van een Estlandse dokter. Kadi heeft donker haar en lichtblauwe ogen die naar de pupillen toe wat geel zijn. Haar broertje Waldo heeft bovendien zulke lange zwarte wimpers dat hij ze 's ochtends met moeite ontwarren moet. Het hele gezin is mooi. Kadi en Sylvia waren samen naar de bijeenkomst van volkszangers in Newport, dicht in de buurt. Ze hadden ergens op cafébanken zullen slapen maar vonden tot hun verbazing logies bij een man die te doof was om telefonisch bij te reserveren. Overal werd blijkbaar gezongen, en toen zij dat zelf in het gras gingen zitten doen kwam er een politieagent aan die zei: wat? geen gitaar? ik zal er een paar halen; spoedig kwam hij met enige spelers aanzetten en werden ze begeleid. Ze hoorden Joan Baez en Bob Dylan, kwamen Odetta tegen en Peter van Peter Paul and Mary, zo maar gewoon, en ze riep ‘hi there’ en hij wuifde en ze klapten en hij zei en we werken nog niet eens, en die vent in zijn roze jasje en strakke zwarte broek, we keken maar gauw een andere kant op, en o die dichter, giechel, hij las hij ging gewoon bij ons zitten en hij las niet hij zei het gewoon uit zijn hoofd en keek maar naar ons, vies dat het was en hij maar kijken de agent heeft hem ten slotte weg moeten sturen kakel kakel.
Geraldine had haar gitaar op ons verzoek thuis gelaten, maar Kadi en Sylvia hadden er allebei een. Ze gaven op een avond een concertjesachtig iets, op een stoel, op de grond, op een sofa; en een andere avond in onze hut, en buiten, terwijl de geweldige hond der Kiissen in het donker langsgaloppeerde, perelap perelap, met onze terriër om zich heen als een lusvormige duizendpoot, pereleereleer. Eind juli, maar we sliepen onder drie dekens, en de krekels zongen ditmaal niet. Dag hoor. - Leo.