ters) zonder strubbelingen verloopt, schept een dergelijke constellatie geen problemen. Maar zodra er oneffenheden ontstaan, zijn de moeilijkheden niet meer te keren. Men moet dan voorkomen dat iets blijk geeft van onenigheid binnen de kroon, aangezien tot iedere prijs een constitutionele crisis moet worden uitgebannen. Een dergelijke politiek houdt in dat men buitengewoon zwijgzaam moet zijn, juist op ogenblikken dat de publieke belangstelling het grootst is. Komt daar dan nog bij dat door sommigen gepoogd wordt om opzettelijk onjuiste berichten via de rvd de wereld in te sturen, ten einde zekere handelingen van koninklijke personen te ‘verduisteren’, dan wordt de situatie eerst goed totaal onoverzichtelijk. Men heeft overwogen (het is ook in het parlement gezegd), dat aan de hoogste functionaris op het terrein van de voorlichting, de directeur van de Rijks Voorlichtingsdienst, eigenlijk politieke verantwoordelijkheid moest worden gegeven. Dan, zo werd
betoogd, zou hij zelf in samenspraak met de koningin zijn beleid kunnen bepalen. Tegen die gedachte werd, ook door de rvd zelf, bezwaar gemaakt. De vrees bestond dat, als aan de voorlichting politieke verantwoordelijkheid zou worden verbonden, een hoogst onzuiver element aan de publieke informatie zou worden toegevoegd: te weten de kans op puur politieke beïnvloeding. Bovendien, zo werd geopponeerd, zou een staatssecretaris of minister van voorlichting een al te machtige man in het kabinet kunnen worden. Hij zou immers, door zijn voorlichtingsbeleid te baseren op overwegingen, verschillend van die van de andere leden van het kabinet, het beleid van zijn collega's gemakkelijk kunnen doorkruisen. Natuurlijk zou men in theorie tot een afbakening van bevoegdheden kunnen komen, maar de veronderstelling leek gewettigd, dat in de praktijk zo'n regeling toch niet zou voldoen.
De enige les die zo op het oog voor de rvd uit de gebeurtenissen rondom verloving en overgang van prinses Irene viel te trekken, was dat men voor de toekomst de voorlichting over het hof en deszelfs nevenverschijnselen in één hand zal moeten concentreren. Aldus kan enige garantie worden verkregen, dat een chaotische spraakverwarring van leugens, halve leugens, halve waarheden en onopzettelijke onjuistheden zich niet weer zal voordoen. Hoewel: tegen de luimen van een eigenzinnige prinses is zelfs het meest waterdichte systeem van afspraken niet bestand.
Naarmate de tijd verstreek, werd iets meer bekend over de motieven die in de eerste periode van de zogenaamde kwestie-Irene