De Gids. Jaargang 120(1957)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] W.A. Braasem en Ed. Hoornik Scheppingszang Hij was er - Taaroa was zijn naam. Hij stond alleen in de ruimte: nergens aarde, nergens hemel, nergens zee, nergens mensen; geen echo klinkt als Taaroa roept. Hij roept naar het oosten - geen antwoord. Hij roept naar het noorden - geen antwoord. Hij roept naar het westen - geen antwoord. Hij roept naar het zuiden - geen antwoord. In zijn eenzaamheid verandert hij zich in de aarde. De boomwortels - het is Taaroa; de rotsen - hij is het; Taaroa: de zeestranden; Taaroa heeft hij zich genoemd: Taaroa: de klaarheid; Taaroa: de kiem; Taaroa: de oorsprong van alles; Taaroa: de onvergankelijke; Taaroa: de machtige; Taaroa: schepper van het heelal, het groot en heilig heelal, de schelp waar Taaroa in rust. Zijn adem brengt het tot leven in schoonheid en regelmaat. (Polynesiërs - Tahiti) Vorige Volgende