De Gids. Jaargang 120

[p. 135]

W.A. Braasem en Ed. Hoornik
Gebed

Hoor ons aan, Grootvader Heilige Aardhagedis!
Gij die groot zijt aan het begin,
groot aan het uiteinde,
bladerrijk in het midden.
Hier, Grootvader, is uw offer:
een buffel met ronde horens en vier bosjes haar,
een zwart paard, wit aan zijn flanken,
en hier nog een roodachtig paard,
een roodachtig paard en een vis,
een vis met schubben groot als duiven.
Gij die met één slag de schedel breed maakt,
het oor uitholt en het hart rondt,
de lever doet uitdijen en de vingers vaneensplijt.
O, gij Grootvaders, majesteitelijke demonen,
die overal om ons heen zijt,
bergen tot heuvels hebt,
watervallen tot wolken
en groene planten tot tooi.
En gij, Nansulingkit ni tobing,
die ongedierte op het hoofd hebt,
jong bladspruitsel in uw navel,
een maandlang niet spreekt,
een jaarlang niet lacht.
En gij, Grootvader Pangulubalang!
Giftige die het bamboehuisje verwoest,
bergen verplettert,
machtige bomen ontwortelt
en hoog oprijzende stammen splijt.
Hier is uw offer...

(Bataks - Indonesië)