De Gids. Jaargang 120(1957)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] David Rokeah De vissers God van de blauwe meren, Wees met de roeiers die naar de dageraad reizen, Wees met de vissers, want zíj onderhouden de dorpen Die, gehurkt op de kust, het gewas verzorgen - Regenboogkleurige oogsten in de schemer. Wees hun een schild als de storm uit het noorden aanraast, Als zij voor hut, voor boot en voor netten beven, En de geweldige brekers hun zielen verscheuren Bij elke sprong op het droge. Kijk naar hun deemoed, kijk naar hun hoop als het noodweer Langzaam bedaart en een sluier van troost hen omgeeft, Als de vermoeide avond weer sterren doet lichten Diep in de meren. En zie hoe daarna de nacht Rustig wordt in zijn donkere beddingen, wachtend Op wat bij daglicht opnieuw geboren wordt. (Vert. Bert Voeten) Vorige Volgende