De Gids. Jaargang 120

[p. 118]

Attila József
De Bijbelse

Je haar vloeit zwart in dikke lokken
Als welriekende teer
Die dampend uit de machine stroomt,
Het zweeft ook als drie vluchten
Sterke, zwarte raven -
Je borst, geliefde, is gelijk
Aan manden vol met blonde broden.

Je bent verwant
Met de grote
Warme koeien,
Die in kudden die ruiken
Naar melk, op het weiland
Gaan liggen,
Naast elkaar.

Laten we baden in de rivier, hart in hart,
Wij zijn immers ook zuiver,
Misschien vloeien we weg in het zuivere water.

Ik ben zuiver, ik ben het omdat
Ik je bemin,
Ik zie ook God, terwijl Hij
Zijn hart met het jouwe deelt.
Dat Hij in jou tot mij kwam,
Zie ik ook -
Hij is mijn eeuwige liefde
En mijn dood.

(Vert. A. Kibédi Varga)