De Gids. Jaargang 120(1957)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Artur Lundkvist (Zweden) Leven als gras en het gras zwervend over de wereld, breedste en groenste aller stromen onder de wind. Het gras altijd op weg, de heupen der bergen op, de slapende steden binnen, over vlakten, savannen, steppen waar centauren nooit overwonnen werden, waar verten trommelen onder paardehoeven en de melk gist in vilten tenten onder een scheelogige maan. Het gras verdraagt slagregens op myriaden ruggen en houdt het veld vast met ontelbare kleine voeten. Het gras sluit zonder angst zijn kleine vingers om een doodshoofd. Het gras werkt onvermoeibaar en aarzelt nooit, het baant zich een weg of klautert en op elke bedreiging antwoord het met te groeien. Het gras bemint de hele wereld als zichzelf en is gelukkig ook in moeilijke dagen. Het gras stroomt wortelvast, reist op een staande voet, is altijd menigvuldig, aaneengesloten, welgezind. Het gras volgt de mensen als reisgezel en buigt voor herinneringen die opgaan in vergetelheid. Het gras is een bed voor de hoorn van de eenhoorn en de bijl van de indiaan, het groeit als beschermend ooghaar om bronnen en tekent met hoge donkere boeketten omtrekken van dieren geveld door de bliksem. De wilde muis trekt een richel van huivering door het gras: het oneindige gras dat aarde en dieren gelijkelijk dient, dat sterft van hitte of kou maar altijd opnieuw opstaat en nooit droomt tanden of messen te willen zijn: leven als gras. (Vert. Sybren Polet) Vorige Volgende