De Gids. Jaargang 120(1957)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Leo Vroman Voor Jan Greshoff, en voor een meisje zonder hoofd Kijk, vriendschap kruipt over het water. Het huivert nog eeuwen later - weg in de duistere dood; even golvend, even groot. Maar geen wateren gaan verboden tussen levende vrienden en dode. Want een dode, mij vreemde man die tot stof vergaat - dat kan. Maar vrienden met vriendenogen kunnen van mij niet mogen. Van wie op mijn stoel gezeten en in mijn vork gebeten, en mij bewonderd heeft eis ik dat hij eeuwig leeft. Ook dat een meisje, wier zacht halsje in een krant werd herdacht, - op het kiekje nog ononthoofd, - niet van leven werd beroofd maar met de dood gekroond, en haar lijf niet rot, maar troont. Troont! of betierelantijnd in glazuren geluk verdwijnt. Het hoofdje teruggehipt op de schouders, het haar geknipt. [pagina 175] [p. 175] En haar gewassen mond dood, maar kerngezond. Hiernamaals, het mozaïek van horden, hemelen, muziek, rode rook, zwevende dalen, in een rag van gulden stralen, het schijnt van God verlaten zonder goddelijke ledematen. Zonder de stem van een vriend is de Hemel een natgegriend park van beschilderd puin, een gevaarlijke dierentuin, waar gevederde eeuwigheden en verscheurende gebeden mompelende hun kooien verlatende mij hopeloos pratende zullen omgooien. En Tineke - natuurlijk, haar figuurtje is niet figuurlijk. De ruimte heeft haar model, de hemel heeft aan haar vel de tederheid ontleend waarom de wereld weent. En schijnt zij heiligen het helse, althans onveilige, dan stort ik mij vlammend en graag ter helle, het hoofd omlaag en de hemel brullende met walm en liefde vullende. [pagina 176] [p. 176] Maar wat is een groter wonder dan temidden van bliksem en donder met vrienden aan tafel gezeten tot God te gaan, onder het eten? Of met armen vol warms en aards liggende hemelwaarts? God boven; of god beneden, heilig de vleselijkheden. Of de heiligen van weleer dalen verhongerend neer. Nog in de luchten reeds hees zuchtende: ‘vlees! vlees! vlees...’ Vorige Volgende