De Gids. Jaargang 120(1957)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Herman van den Bergh Een smaak van as... Een smaak van as is in de zomerlucht, is in de heldre nacht met al haar sterren, een grijze smaak van as in 't bloemenfeest als in de stoet der kleurige lantarens. Ge hebt braaf spreken vriend, van rechte daden, van 't schoon der wereld dat door niets verduisterd, door niets bezoedeld wordt, van poëzie wier lust is smart het masker af te rukken en te verkonden 't naadrend rijk der goedheid, het tijdperk van de mens - hoe wil 'k u volgen! Maar smaak van as is in de grote lucht van dag en avond, in het spel van kindren, in de vergaderzaal, de volle kerk, in al wat werkt en wat geboren wordt. Wij proeven met de tepels van de tong een dood, die niet een onvervreemdbaar lot een stil bezit van elk is ongedeeld, maar die voorbij het einde ons communieert, ons zal verneedren in laffe gemeenschap en instee deernis, broederzorg te laten, verschrikking zijn zal van een blind moment uitwaaierend op zijden vleermuisvlerken: dood die geschud door dreun van 't motorbrein dat aan het schakelbord van ver-geleide wolken zit, opstijgt in gaspaddestoel, zich heenlegt over alle hemels, neergaat in as, en ogenwijde aanbidding eist omglansd door de monstrans van giftge stralen. Niet 't leven, onze dood is ons bedreigd: de zuster van wie tot de vogels preekte, de goede dood der elegisten. Wij huiveren op de richel van ons zijn, al onze adieus zijn nutteloos en zot en onze zakdoeken vergeefs gedrenkt in pijn die koopsom voor een toekomst was. [pagina 5] [p. 5] Zet uw wolfstanden in uw zakdoek vriend, scheur het uiteen en schreeuw de sterren aan maar weet, dit aardse spel rent naar zijn slot. Alleen angst zelf die 't laatste leven is kan hoeden dat wat leefde nooit bestond en dat herinnering aan wat de aarde schiep nog enkel grimlacht uit de stalen kloof van enige onvast siddrende planeet aan andre hemel. O dat de angst gebod zij terug te geven onze blanke dood, de samenheid van 't einde te verdelgen en licht te slaan waar onze schaduw viel. Vorige Volgende