zien, te Leiden college geven. In hem zal men iemand leeren kennen, die bij uitstek als representatief mag worden beschouwd voor het geesteswerk van de Nieuwe Wereld en zeer in het bijzonder waar het die waarden betreft, welke gene en deze zijde van den Atlantischen Oceaan verbinden.
Het is, voor zoover aan schrijver dezer regelen bekend, de eerste maal, dat een der belangrijkste wetenschappelijke instellingen der Nieuwe Wereld een zoodanigen band met een universiteit op het Oude Continent heeft aangeknoopt.
Cambridge, de jongere tweelingzuster van het eerwaardige Boston, waarvan het slechts door de breede Charles River, waarin Harvard's nieuwere gebouwen zich spiegelen, gescheiden wordt, ligt niet ver van Plymouth Rock. En Plymouth Rock is, voor zoover het noodig is dit in herinnering te roepen, de plaats, waar die Pilgrims voet aan wal zetten, die nadat zij om der wille van het Geloof het Vereenigd Koninkrijk hadden verlaten, zulke beslissende jaren te Leiden doorbrachten, alvorens het hun mogelijk was geworden, den moeizamen overtocht op de Mayflower aan te vangen.
En men vergete niet, dat John Harvard slechts luttele jaren na dien overtocht, in 1636, zijn illustere school stichtte; hetzelfde jaar, waarin ten onzent de Utrechtsche Universiteit het levenslicht zag.
* * *
Evenals iedere andere Amerikaansche universiteit beschikt Harvard over nog al wat hoogleeraren en docenten, die in Europa geboren zijn. In de laatste jaren werd door niet minder dan vier Nederlanders of voormalige Nederlanders college te Harvard gegeven. Daar zijn vandaag nog de sterrenkundige Bok en de theoloog Fagginger Auer en daar waren tot voor kort bovendien de econoom Anton de Haas en de historicus Vlekke. Geen hunner bekleedt echter een specifiek Nederlandschen leerstoel, evenwel hebben zij allen naar vermogen er toe bijgedragen, Harvard University en voor zoover mogelijk de vele andere belangrijke cultureele instellingen, die waaiervormig rondom Boston zijn gelegen, en die met den naam ‘Nieuw Engeland’ worden aangeduid (de staten Massachussetts, Connecticut, Rhode Island, Vermont, New Hampshire en Maine) met de waarden der Nederlandsche beschaving bekend te maken.
Binnen niet al te langen tijd zal ook een Nederlandsch geleerde, onder auspiciën van het Leyden-Harvard Institute, den tegenhanger der Harvard-Leiden Fundatie, zijn taak aan Harvard kunnen beginnen.