De Gids. Jaargang 110(1947)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Verzen De zieke Haar bed stond wit achter de lage ramen, haar oogen kenden slechts het smal decor der doffe ruiten, met den pot cyclamen op een gebarsten schoteltje ervoor... Zij telde stil de dagen -enkel namen, als leege wagens op een eind'loos spoor- en dacht: waarom geeft God mij dit examen, als ik al lang niet meer bij 't leven hoor. Soms vroeg zij als vertwijfeld om een teeken: of op de vensterbank haar dorre plant nog ééns in blanke bloesems uit mocht breken en wachtte in haar wankel ledikant. - Toen - teed're bruidstijd van doorwaakte wekenschonk zij den dood haar kleine witte hand. Begin Zij namen vreemd ontroerd de slanke glazen, de wijn was rood en glanzend als robijn. Er geurden bloemen in kristallen vazen onder het sproeien van den lampenschijn. Hun oogen stonden wijd, als in extase, dit was een dronk van méér dan bruilofts-wijn: zij wisten in verrukkelijk verbazen, dat het elkanders harte-bloed moest zijn. [pagina 77] [p. 77] En met den koelen kelk nog hoog-geheven, keerden zij langzaam in den kleinen kring van goede vrienden, die hun gasten bleven. Het licht viel sprank'lend op hun gouden ring, hun handen daalden met onmerkbaar beven... En deze stonde werd herinnering. - Kleine nachtmuziek Een zomeravond. - Raam en deuren waren geopend naar een vleugje wind gezet. Ik was een kind en wilde niet naar bed en zat in 't duister voor mij uit te staren. Daar was 't geheim, dat ik niet kon verklaren: de geur van kamperfoelie scheen zich met den teed'ren toon van Mozart's menuet in mij tot wonderzoete pijn te paren. Toen kwam mijn moeder binnen met het licht, zij zag de tranen op mijn jong gezicht en nam het zonder woorden aan haar schouder. Dan sloot zij snel en stil de deuren dicht en bracht mij met haar stem in evenwicht. 't Is jaren hèr. - Wordt dan ons hàrt niet ouder? Frouwien van der Vooren-Kuyper Vorige Volgende