De Gids. Jaargang 110(1947)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Turks draaiorgeltje Een orgel tjengelt langs de villahuizen, getrokken door een magere Kroaat; het aapje loopt hem na en zoekt naar luizen, een rokje koddig om zijn billen slaat. Iets triestig-ouds ligt in zijn kinderblikken. Verbrand als een zigeuner is de man. Hij deed ze beiden haast van dorst verstikken, de stofweg van Odessa naar Fontan! De villa's slapen nog in de omheining, die 't lommer der acacia's om ze smeedt; maar van de zee ginds schittert al de deining - de dag zal lang zijn, eindeloos, en heet. Als spiegels blaken straks de pannedaken. Een fietser zweeft geruisloos, op de wijs eens vogels, flitsend langs... Maar hoor dat kraken: ginds staat een Duits koopwagentje met ijs! Drinken! De man zoekt al naar een kopeke, waarvoor hem het Jodinnetje een glas fris water matglimlachend toe zal steken. Vooruit, langs alsmaar rijkeluisvilla's...! Het dier is moe. Zijn meester loopt dorstdronken. De ogen van de aap puilen bevreesd. Maar als het kralend glas is volgeschonken, laat de Kroaat het drinken door het beest. En 't aapje, met zijn wenkbrauwen vol kommer, de man - hij kauwt zich op een broodkorst lam - verdwijnen traag weer in 't platanelommer - hoe ver, mijn God, hoe vèr nog ligt Agram...!? Ivan Boenin Vertaling uit het Russisch door Johan Daisne Vorige Volgende