De Gids. Jaargang 90(1926)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Verzen. De voorteekenen. Soms was zij heel den dag met zichzelve alleen. langzaam boog zij zich dan af naar den wand en zij verdween in onzichtbare verten; hij bleef alleen achter, wachtende of zij wel keeren zou uit dat land. - later keerde zij dan, maar zij was zoo doordrenkt door vijandige geuren en vreemde, geheimzinnige glanzen, dat hij zich door haar kussen verraden vond, en zich, gekrenkt door de teederheid van haar machteloos en vermoeid erbarmen langzaam uit de angst van haar tengere armen bevrijden moest. [pagina 42] [p. 42] De overtocht. I. De eenzame zwarte boot vaart in het holst van den nacht door een duisternis, woest en groot den dood, den dood tegemoet. ik lig diep in het kreunende ruim, koud en beangst en alleen en ik ween om het heldere land, dat achter den einder verdween en ik ween om het duistere land dat flauw aan den einder verscheen. die door liefde getroffen is en door het bloed overmand die ervoer nog het donkerste niet, diens leven verging niet voorgoed; want de uiterste nederlaag lijdt het hart in den strijd met den dood. o! de tocht naar het eeuwige land door een duisternis, somber en groot in de nooit aflatende angst dat de dood het einde niet is. [pagina 43] [p. 43] II. Mutual forgiveness of each vice, Such are the gates of Paradise. BLAKE Ik lig niet meer alleen in het ruim. de dood heeft mij samengelegd met het teedere witte kind dat ik eens in den verren tuin onuitsprekelijk heb liefgehad. nu zullen wij samen vergaan. haar stem in de duisternis zegt: neem mijn hand, het donker is koud. neem mijn hand, het donker is groot... die de liefde niet samen houdt worden éen in de angst voor den dood. in een weerlicht verblind en onthuld grijpt een mond een bevenden mond en een leven van lust en schuld wordt wit in die duistere stond waarin alles te niet wordt gedaan: angst en bloed, hoovaardij en lust, en mijn trotsche purperen naam wordt smetteloos uitgewischt met haar zuiveren sneeuwwitten naam.... nu zijn wij bijna vergaan - is dat licht daar het Paradijs? nu zijn wij bijna vergaan - is dan alles voorgoed voorbij....? H. Marsman. Vorige Volgende