| |
| |
| |
Een nieuwe strooming onder de Russische uitgewekenen.
Voor de buitenwereld is de Russische emigratie een geheel en de meeste West-Europeanen denken, dat de millioenen Russen, die ten gevolge van de bolsjewistische omwenteling het land moesten verlaten en sindsdien door Europa en Amerika rondzwerven, allen dezelfde gevoelens tegenover de bolsjewiki koesteren. In werkelijkheid is de toestand geheel anders; de emigratie is onderling verdeeld en de verschillende groepen voeren een verbitterden strijd tegen elkaar. Dit is wellicht een van de hoofdoorzaken van de zwakheid der emigratie en van het geringe gevaar, dat de emigranten voor de tegenwoordige heerschers van Rusland opleveren.
In het begin heerschte er inderdaad een soort homogeniteit onder de emigranten. De meerderheid bestond toen nog uit leden van de witte legers, gevluchte landheeren en ambtenaren, de overblijfsels van de Russische dynastie en hun aanhang. Al deze menschen waren toen vervuld van de overtuiging, dat zij de nationale eer moesten redden, dat zij de eigenlijke vertegenwoordigers van het Russische volk waren, en degenen die daar, in het onmetelijke Rusland waren achtergebleven, een samenraapsel van schurken, verraders, roovers en dieven. Zij waren overtuigd, dat die armzalige Russen vroeger of later hen, de emigranten, de ridders zonder vrees of blaam, zouden smeeken naar Rusland terug te keeren en er opnieuw orde te scheppen. Dan... Ja, wat zou er dan gebeuren? Dan zouden alle sporen van de revolutie uitgewischt, het oude regime in zijn vroegeren luister hersteld worden, al de gewezen gouver- | |
| |
neurs, staatsraden, generaals enz. hun ambten en landgoederen terugkrijgen. Het is moeilijk zich voor te stellen, hoe groot de verblinding was, hoe sterk de zelfoverschatting, de overtuiging van eigen onmisbaarheid dezer lieden van overigens zeer geringe verdienste.
Jaren lang duurde deze begoocheling en de emigranten tuurden onophoudelijk naar het Oosten in de overtuiging, dat elk oogenblik de verbeide uitnoodiging kon komen. De tijd verstreek en de uitnoodiging bleef uit. De bolsjewiki overwonnen hun laatste tegenstanders en hun macht werd met den dag steviger. En velen der emigranten begonnen te twijfelen aan de juistheid van hun meeningen. Zijn zij werkelijk de eenige vertegenwoordigers van het Russische volk en is die geweldige massa mannen en vrouwen, die in Rusland was achtergebleven, werkelijk slechts een samenraapsel van minderwaardige wezens?
Allengs veranderde ook de sociale structuur van de emigratie. Naast de gewezen landheeren, officieren, ambtenaren en de wrakstukken van de ‘verdronken wereld’, zooals gravin Kleinmichel de vroegere regeerende klasse van Rusland noemde, verschenen vertegenwoordigers van de nieuwe maatschappij, republikeinen, democraten, socialisten van verschillende schakeering. De terreur, die in Rusland woedde en die alle gruwelen van de Fransche revolutie ver overtroffen heeft, deed veel vertegenwoordigers van de linksche partijen de Russische hel ontvluchten. Er ontstonden zoodoende in de emigratie twee kampen: een reactionair-monardhistisch en een republikeinsch-democratisch, die een verwoeden strijd met elkaar voerden. Elk dezer kampen was weer innerlijk verdeeld en bestond uit ontelbare groepjes, waarvan elke overtuigd was, dat zij de eenige was die werkelijk wist wat er gedaan moest worden om de bolsjewiki te verdrijven. Overigens beperkte de strijd van de emigratie tegen de bolsjewiki zich uitsluitend tot vergaderingen te Parijs, Praag, Berlijn enz., tot het schrijven van stukken in de Russische emigranten-bladen, die niemand anders dan dezelfde emigranten lazen, en tot eindelooze debatten. Een revolutionaire strijd tegen de bolsjewiki op de wijze als vroeger tegen de tsaristische regeering werd niet gevoerd; de emigranten onderhielden zelfs geen contact met Rusland, dat zij immers van buiten af hoopten te bevrijden en
| |
| |
gelukkig te maken. De gedachte kwam niet bij hen op, dat het Russische volk wellicht zeer weinig op deze redders gesteld was; dat het zich niets van de emigratie aantrok. De verwijdering tusschen emigratie en volk nam toe en beide deelen van de Russische maatschappij hielden op elkaar te verstaan.
Juist op dat oogenblik zetten de bolsjewiki verschillende Russische intellectueelen over de grens, die op een loyale wijze met de sovjet-regeering hadden willen samenwerken. Zij hadden er de voorkeur aan gegeven in Rusland te blijven, honger en ontberingen te lijden, om maar hun volk niet in den steek te laten. Waarom de bolsjewiki deze fout begingen is onbegrijpelijk. Geheel ten onrechte dachten sommige emigranten (en velen doen het nu nog), dat de nieuwe ballingen slechts geheime agenten van de sovjet-regeering waren. Een aanwijzing, hoe onlogisch deze daad van de bolsjewiki is geweest.
De nieuwe ballingen waren ten zeerste verbaasd, toen zij met de vroegere emigranten kennis maakten. Hun onbekendheid met de werkelijke toestanden in Sovjet-Rusland was zoo frappant, dat de nieuwe ballingen hun ooren niet geloofden. Zij hoopten binnen enkele jaren van de sovjet-regeering verlof te zullen krijgen naar het vaderland terug te keeren; onderwijl waren zij, in het buitenland vertoevende, op den omgang met de oude emigranten aangewezen. Om dien mogelijk te maken moest echter eerst een gemeenschappelijke taal worden aangeleerd; de nieuwe emigranten lanceerden de leuze: ‘Bestudeert de Russische toestanden!’. Deze leuze vond in het begin veel tegenstand, wijl de meeste emigranten overtuigd waren, dat er in Rusland niets te bestudeeren viel. Wie wist beter dan zij, wat het Russische volk noodig had? De nieuwe ballingen stieten op verzet, wantrouwen, vijandschap, maar zij hielden vol en vonden weldra aanhangers, vooral onder de republikeinsch-democratische partijen. Sindsdien nam de belangstelling der uitgewekenen voor Sovjet-Rusland toe; de overtuiging, dat de emigratie geroepen is het Russische volk te bevrijden verdween, en in plaats daarvan ontstond het bewustzijn, dat de bevrijding alleen door het Russische volk tot stand zal gebracht worden, en de emigratie slechts een hulpleger kan zijn. De nieuwe Russische literatuur, die vroeger door de emigranten werd verfoeid, kreeg met den dag meer bewonderaars en ver- | |
| |
drong de geschriften van de op vroegere herinneringen terende schrijvers der emigratie.
Sommigen der nieuwe emigranten, bijv. Pesjechonow, verklaarden onophoudelijk, dat zij bij de eerste gelegenheid de beste naar Rusland zouden terugkeeren. Pesjechonow heeft ook de noodige stappen gedaan: toen de drie jaren ballingschap waartoe hij officieel veroordeeld was verloopen waren, wendde hij zich tot de sovjet-regeering om weder te worden toegelaten, maar de bolsjewiki zagen hem liever van verre dan van nabij, en weigerden hem den toegang. Hetzelfde lot trof ook andere emigranten, die naar Rusland wilden terugkeeren. En toch bleven deze emigranten den terugkeer propageeren. Onder hun invloed ontstonden in verschillende centra van de Russische emigratie groepen jongelui, die van de Sovjet-regeering vrijen toegang eischten om loyaal met haar te kunnen samenwerken tot welzijn van het land. De leidster en woordvoerdster van deze richting is de publiciste Koeskowa, een zeer sympathieke en oprechte vrouw.
Na de nederlaag der witte legers, aldus Koeskowa, begon de macht der communisten af te brokkelen. De bolsjewiki moesten nu scheppend werk verrichten, en daarbij bleek dat hun schoonklinkende theorieën den toets der practijk niet konden doorstaan. Hun poging een georganiseerde productie te scheppen faalde; de genationaliseerde industrie bleek niet in staat datgene te produceeren, wat het land noodig had. Het economische systeem der bolsjewiki werd een volkomen mislukking. De regeerende partij ziet dat het land zich met rassche schreden van hun regime verwijdert, en zij is niet bij machte dezen loop te stuiten. De communistische posities worden verlaten; de communisten trekken zich daaruit haastiglijk terug, maar noch zij zelf noch iemand anders kan zeggen, waarheen. Niet alleen op economisch terrein voltrekt zich deze terugtocht: op religieus, op sociaal, op zedelijk gebied evenzeer. Er ontstaat een nieuwe maatschappelijke orde, waarvan vooralsnog niet met zekerheid te zeggen is, welke vormen zij zal aannemen. In ieder geval staat het nu reeds voor de communisten zelf vast, dat de ontwikkeling op elk gebied tot geheel andere resultaten heeft geleid dan zij verwachtten.
Een eigenaardigheid van de nieuwe orde in Rusland is, dat de leiders van het economische leven, die zich geroepen achten
| |
| |
het bestuur van het land in handen te nemen, niet onder eigen vaandel optrekken, maar zich met de communistische kleuren dekken: een soort sociale mimicry. Het wordt steeds moeilijker het verschil te ontwaren tusschen deze nieuwe klasse en de communisten. De nieuwe leiders dringen de partij binnen en veroveren, vermomd als communisten, het land. Dat maakt het onmogelijk hun eigen gezicht te zien, hun eigen plannen te onderkennen.
Naast deze nieuwe klasse, die haar sloopend werk in de regeerende partij verricht, bestaan er in Rusland vele ongeorganiseerde stroomingen, die de sovjet-regeering bestormen en haar dwingen telkens een anderen weg in te slaan dan welken zij zelf wilde bewandelen. Waren deze stroomingen georganiseerd, zij zouden een geweldige macht vormen, maar zij zijn het niet en hebben geen vast plan, zoo althans beweert Koeskowa. Voor zoover er wel bewuste veranderingen plaats vinden, geschiedt dit onder de communisten zelf, en de regeering vreest daarom tegenwoordig meer haar eigen partij dan de overige groepen van het volk.
Tot zoover vinden wij de uiteenzetting van Koeskowa en haar aanhangers begrijpelijk, al gelooven wij, dat er nu reeds in Rusland veel meer welbewuste organisatie plaats vindt dan zij beweert (vooral onderschat zij de beteekenis van de ‘groene beweging’, d.w.z. de boerenbeweging, die meer en meer den vorm van een georganiseerde partij aanneemt). De vraag rijst echter: welke concrete voorstellen kan de nieuwe strooming aan de emigratie doen? Hierop geeft noch de nieuwe strooming, noch Koeskowa antwoord.
Koeskowa wil, dat de emigratie de sovjet-regeering de facto en de jure erkenne, dat de emigratie haar strijd tegen de sovjets opgeve, dat de emigranten-bladen het verzet tegen credietverleening aan de sovjet-regeering staken. Allen moeten zich tegenover de sovjet-regeering loyaal gedragen. De emigranten moeten vervolgens naar Rusland terugkeeren en met de bolsjewiki samenwerken om de productie op te voeren en den welstand van het land te verhoogen.
Is de terugkeer echter mogelijk? Zullen de bolsjewiki dien gedoogen? Hierop moet Koeskowa zelf een ontkennend antwoord geven. Zij verwijt de sovjet-regeering, dat zij duizenden en duizenden jongelui, die voor het welzijn van het Russische
| |
| |
volk werken willen, in blindheid blijft afwijzen, maar de bolsjewiki trekken zich dit verwijt niet aan. Van een massalen terugkeer der emigranten naar Rusland, een terugkeer met opgeheven hoofde, kan dus geen sprake zijn. De sovjetregeering wil alleen enkele emigranten weer toelaten, personen aan welke zij om een of andere reden behoefte heeft, maar de emigrant moet openlijk verklaren, dat hij zijn vroegere ‘zonden’ berouwt, en vervolgens lijsten met ontelbare vernederende vragen invullen. Komt zoo iemand in Rusland, dan wordt hij onder politietoezicht gesteld en aanhoudend bespied; een enkele onvoorzichtige uitlating kan hem in de gevangenis brengen. De propaganda van Koeskowa c.s., van de z.g. ‘wozwrasjtsjentsy’, heeft dus nog geen practisch gevolg. Het is daarom begrijpelijk, dat de leiders der politieke partijen, ook van de linksche, zoo vijandig tegenover deze beweging staan. En toch hebben deze partijleiders ongelijk. De beweging kan in de toekomst wel degelijk van veel belang worden, want de tegenwoordige houding van de sovjet-regeering is op den duur niet vol te houden. Vroeger of later zullen de bolsjewiki zich gedrongen voelen hun politiek te herzien, en zullen de ‘wozwrasjtsjentsy’ naar Rusland kunnen terugkeeren zonder dat hun vernederingen worden opgelegd. Voorloopig kunnen zij zich voor de taak, die hen dan wacht, voorbereiden en al het mogelijke doen om de kloof te overbruggen, die hen nu nog van de massa van het Russische volk scheidt.
Boris Raptschinsky. |
|