dit recept geschreven, verklaart, bewijst àlles: de volkomen onjuistheid en ontoereikendheid der gangbare psychologie en de verwerpelijkheid van het litteraire product daarvan: de geijkt-psychologische roman. Mijn bezwaar zou zich niet zoozeer richten tegen het z.g.n. poetiseeren der feiten, hoewel daarin een schuw romantisme kan schuilen; en het zou zeker niet slaan op het verbreken, door-breken der feitelijkheid, maar de zaak ligt hier anders: juist in het angstvallig, slaafs zich onderwerpen aan die feitelijkheid (van gebeuren, gedachten, (geformuleerde) gevoelens) ligt de eerste wezenlijke fout van dit boek, en van die, die ontstonden als dit. Want dit overbetrouwbaar feitenmateriaal geeft van den ganschen Shelley geen tiende! Het had Maurois een stimulans moeten zijn het, binnen de organische expansiemogelijkheden in den breede en in de diepte te multipliceeren en te doorgronden. Want het gaat niet om min of meer historische feitelijkheid, het gaat om essentieel intern leven.
Maurois heeft die gegevens slechts zoo geordend, dat zij - naar zijn hoop, en die wordt helaas volkomen vervuld - den indruk zouden wekken eener découverte progressive, eener croissance naturelle, dat wil practisch zeggen, al staat dat er letterlijk niet: eener geleidelijke ontwikkeling. Welnu: het enkele ordenen dezer materie, het rangschikken ervan tot de ijle suggestie van een: natuurlijken groei, is creatief ontoereikend, en in dieperen zin: psychologisch-onjuist. De psychologische romancier moet erkennen, dat heel het complex van handelen, denken en voelen hoogstens de partieele neerslag is van het gansche, wordende zijn. Dat het enkele ordenen dezer materie nooit de suggestie kan wekken van de daarachter, daaronder, daardóór levende totàle essentie. Hij had deze gegevens niet slechts, als het ware, binnen hun eigen dimensies moeten rangschikken, hij had ze moeten doorgronden en doorstràlen. Nu ervaren wij veel omtrent den persoon van Shelley, weinig omtrent den mensch en den dichter, niets aangaande den engel. Hij had een gestalte moeten creëeren, een dynamisch leven dramatiseeren... hij schematiseerde een schim.
De andere fout dezer ontstellend-simplistische psychologie: zij opereert met de fictie eener logische ontwikkeling. Maar de mensch ontwikkelt zich niet in den zin van een geleidelijk, verklaarbaar afwikkelen, maar in dien van een fataal, verstandelijk-onnaspeurlijk, slechts intuïtiefdoorgrondelijk wórden; hij is geen rebus, maar een geheim. Psychologie, als dat woord nog gebruikt mag, moet intuïtief zijn, en de verbeelding daarvan niet anatomisch, schematisch, régulatief, maar plastisch-suggestief, magisch, créatief.
Schil een appel, rol de schil geleidelijk uit: ge zijt het prototype der psychologen. Maak een mensch kapot, - een stuk speelgoed - pas de brokken omzichtig in elkaar, en zeg: zoo heeft het gezeten. - Zoo heeft het niet gezeten! zoo schrijft ge niet over Shelley!
Tenslotte: als ge het genre aanvaardt, en u in den aanvang niet ergert aan Maurois' onuitstaanbaar heel-even-superieur-doen tegenover Shelley's prachtige, vurige, jongensachtig-angelieke toomeloosheid, dan laat het zich stellig goed lezen: oppervlakkig en onderhoudend.
De hollandsche vertaling van dit boek is ter perse. Daarin vindt een bespreking, 3 jaar na het verschijnen, haar verklaring
H.M.