‘Het boek.’
Met een beau geste hebben de hh. Van Stockum en Wouter Nijhoff hunne vakgenooten van de oude en de nieuwe wereld welkom geheeten in het land der Elsevier's en Blaeu's: wij houden toch maar ons voorname verleden en, al is het heden geenszins ongunstig, een in den besten zin van het woord deftige afkomst strekt ieder mensch tot aanbeveling.
De kundigheid en de nauwgezetheid onzer hedendaagsche bibliografen zullen zeker, evenzeer als de ondernemingsgeest van oud- en nieuw-Holland blijken uit de ontzagwekkende boekenlijst, met de aankondiging waarvan de heer Nijhoff, als ware de aanrichting der retrospectieve tentoonstelling hem geene voldoende verdienste, het uitgeverscongres verrast heeft.
Het souvenir, door den heer Van Stockum rondgedeeld, veraanschouwelijkt den zin voor, den moed tot, de behoefte aan geestelijk leven in Noord-Nederland à travers quatre siècles. Gelijk H.M. de Koningin, hadde zij meer lust in reizen buitenslands, rustig de macht en de praal en zelfs de ontwikkeling van vrij volksleven in véél grootere landen zou kunnen aanschouwen, zich bewust, dat elkeen weet, hoe oud de staatsie der Oranje's is, hoe machtig de Vereenigde Provinciën geweest zijn en wat zij gedaan hebben voor de Vrijheid; zoo kunnen de Nederlandsche uitgevers kalm blijven onder wat hun bij een vriendschappelijke ontmoeting vanzelf gaat blijken van den omvang der bedrijven in wereldsteden, bij wereldtalen.
Brussel, onmiddellijk na gróót-Parijs gekomen, heeft als nummer twee in de rij der congres-steden de slechts gedeeltelijk benijdens-