van ingi, veel; batunatini bevat evenzoo 't meervoudprefix ba; tn beteekent ‘ons’; natini is de verleden tijd van natina, aanbrengen; ma-nkondo is 't mv. van di-nkondo, pisang. Hetzelfde mv. van 't woord pisang komt voor in deze zinsnede: mankondo matanu mampwena matukidi kuna gata, vijf mooie pisangs zijn van dat dorp gekomen. Matanu is 't mv. van tanu, vijf, in overeenstemming met het mv. van di-nkondo, een pisang; evenzoo mampwena van mpwena, mooi; matukidi, mv. van tukidi, verleden tijd van tuka, komen van; kuna, dat, daar; gata, dorp, zonder prefix, te vergelijken met suffixlooze stamwoorden in 't Indogermaansch.
In 't Kikongo onderscheidt men 10 klassen; 't beginsel waarop de indeeling der naamwoorden berust is niet duidelijk; trouwens ook van andere talen welke grammatische geslachten onderscheiden, zooals 't Indogermaansch, geldt hetzelfde.
Ten aanzien van de wijze waarop de klassen of geslachten onderscheiden worden, vertoont het Kikongo grooter overeenkomst met eenige Kaukasische talen dan met Indogermaansch, in zooverre namelijk het geslacht of de klasse wordt aangeduid door voorvoegsels. Bijv. in 't Awarisch is v-asa, broeder; j-isa, zuster; b-duidt iets zakelijks of onpersoonlijks aan. Het Tsjetsjenisch onderscheidt zes klassen, gekenmerkt door de voorvoegsels w, j, j, b, d, b, en in 't meervoud door d, d, j, d, d en b achtereenvolgens. Deze vluchtige opmerkingen zullen voldoende wezen om te doen zien dat de behandelde taaleigenaardigheid van 't Bantu niet geheel op zich zelf staat en haar tegenhanger heeft in talen van een gansch andere familie.
Het woordenboek van Butaye is blijkbaar zorgvuldig bewerkt. Het geeft ook meer dan de titel belooft, en wel I. ‘Woordenlijst Nederlandsch - Kikongo’; ook in den ‘Dictionnaire Kikongo - francais’ is telkens een Nederlandsche vertolking gevoegd. Verder geeft een tweede bijvoegsel een kort overzicht van de spraakkunst van 't Swahili onder den titel ‘Kiswahili - français. Notions grammaticales’ en daarbij behoorende woordenlijst. Een derde bijvoegsel ‘Détails divers’, bevat persoonsnamen; namen van hoogere wezens en geesten; fetiesjen en amuletten; ziekten; voortbrengselen van handenarbeid. Het 4de bijvoegsel geeft de Fauna; 't 5de de Flora.
Alles te zamen genomen heeft de samensteller van 't woordenboek uitmuntend werk geleverd, waarvan in de eerste plaats de in 't Kongogebied verwijlende Europeanen de vruchten zullen plukken, maar dat ook door de beoefenaars der Bantu-talen elders niet nalaten zal gewaardeerd te worden.
H. Kern.