De kinderhand scheen zoo gauw gevuld! In stede van op vast beding, lieten zij zich winnen door vage belofte. Een paar decoratiën, een paar benoemingen, kruimpjes van den vollen disch, schenen op afbetaling te worden aanvaard! En de kiesrecht-hervorming? De regeering studeerde....
Lang kon zulk spel niet duren. Eindelijk moest in eene troonrede de indiening van een ontwerp worden aangekondigd. Hoe voorzichtig de woorden ook gekozen waren (‘organische Fortbildung’), voorzichtigheid moest juist in deze zaak de wijsheid bedriegen.
De conservatieven, wier machtspositie in Pruisen voor een steeds grooter deel enkel nog op het bestaande kiesrecht berust, konden door zulk een caoutchoucformule onmogelijk worden gerustgesteld. Wilde Bülow 't zij de openbare, 't zij de indirecte verkiezing, 't zij de indeeling der kiezers in gegoedheidsklassen, prijs geven? Alleen door de combinatie van die drie rekenen zij zich nog beveiligd. En dan nog alleen, indien ook de monstrueus geworden districts-indeeling bestendigd blijft, ontworpen in 1851, toen er nog geen groote steden waren en er geen volksverhuizing van het Oosten naar het Westen der monarchie had plaats gehad. ‘Organische Fortbildung’ kon ook aantasting van dàt, misschien hun grootste, privilegie beteekenen....
En, ter linkerzijde, waren de democratische elementen niet minder ontevreden. Zij lazen in de formule de afwijzing van hun eisch: Rijksdagskiesrecht voor Pruisen.
Van den dag der troonrede af bestond eigenlijk het ‘Block’ niet meer. Het centrum, vol wraakgierigheid tegen een kanselier die het gewaagd had den Rijksdag te ontbinden tegen hun partij en de sociaal-democraten, en hen daarmede, in dat gezelschap, buiten den begenadigden kring der ‘Gesinnungstüchtigkeit’ te sluiten, wist dat het, voor een poging om Bülow ten val te brengen, van nu af de conservatieven ‘thuis’ vinden zou. Een coalitie Bebel-Bassermann alleen zou de manoeuvre hebben kunnen verhinderen, maar zulk een verbond behoort in Duitschland nog voor lange jaren tot de onmogelijkheden.
Bülow viel om, maar niet op de kiesrechtkwestie. Men vertrouwde hem het uitwerken der ‘organische Fortbildung’ niet toe, maar formeel was daarvan met geen woord melding gemaakt. In