waarom het dan niet aanstonds den vuilen kop ingeknepen? Was, om daartoe moed en kracht te geven, de heer van Heeckeren met zijne nota's, was de klaarblijkelijke exploitatie van het geval in de Fransche pers, eerst noodig?
Een minister, zal men zeggen, kan niet elk oogenblik opstaan om van achter de groene tafel persgeruchten tegen te spreken. Toegegeven; - al geloof ik geenszins, dat wij uit het instituut der ‘korte vraag’ reeds gehaald hebben wat er in zit. Maar waartoe zich zoo angstvallig onthouden van het gebruik der dagbladpers zelve? De mischief-makers weten den weg wèl naar hare bureaux...
Men hoort een bezwaar dat hart en zeden eert, al geloof ik niet dat het juist is. Wij hebben vernomen van eene reptiliënpers elders, en wij verfoeien haar, of alles wat er op lijkt, als onmannelijk en onnederlandsch.
Maar iets anders is het, onder het mom van zelfstandige behartiging van volksbelangen neer te schrijven wat een minister u in de pers geeft, inzicht en wil te plooien naar bevel, geborgde meeningen te verkondigen; - iets anders, feiten ta publiceeren in een vorm, die geen twijfel laat aan de bron waaraan gij ze ontleent.
Als een kwaadwillig gerucht verspreidt wordt tegen, zeg de Maatschappij Zeeland, of de Hollandsche Spoor, of een groote financieele instelling, of een kerkgenootschap, of een groot vakverbond, neem welke belangrijke corporatie gij wilt, dan zal niemand de courant, die, met vermelding van herkomst, eene tegenspraak opneemt, van oogendienarij beschuldigen.
Het is niet eens waar, dat de regeering ten onzent geen gebruik maakt van de pers om geruchten tegen te spreken of feiten mede te deelen. Maar het schijnt te vaak of zij, in stede van de knapste, de onnoozelste harer dienaren met de redactie belast. Zij doet het te laat, te beschroomd, te onbeholpen. De water-en-melkstijl der regeerings-mededeelingen aan het correspondentie-bureau voor dagbladen is berucht geworden in den lande.
En wil men zich met particuliere persorganen in beginsel niet inlaten - een beginsel dat men onderwijl reeds prijsgegeven heeft - bestaat er geen Nederlandsche Staatscourant?
‘In Nederlandsche dagbladen wordt het gerucht verbreid dat Z.M. de Duitsche Keizer aan H.M. de Koningin in het jaar....