De Gids. Jaargang 74(1910)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 364] [p. 364] Van het bevende licht. I De nacht als een Gebed van rouw en boete, één lange, donkre zucht van diepe spijt, waar ging met trage, aarzelende voeten tot sterven deze hóóge Lichte-tijd. De boomen met hun zwarte stammen wroeten rondom in deze droeve roerloosheid als sombre werkers die in dichte stoeten zich dringen in den vreugdeloozen strijd.... Wij zijn daar heel deemoedig in gekomen met onze mooie, diepe Vreugde-oogen, en onder àl die zwarte armoe-boomen, in àl die vale somberheid, wij togen in 't zachte streelen van ons blank verwachten, dat wij ons hoogste, teêrste Schoonheid dachten... [pagina 365] [p. 365] II Ons Leven wordt van Liefde vroom en heilig, een wereld groot en wijd, en licht en veilig, waar je met vochtig oog te kijken staat hoe 'r àl die fijne, teêre schoonheid gààt en lèèft,... fijn-bevend:... een schip, blankzeilig in glanzelucht;... een vogel, wit, snelijlig;... een wollekje;... wat zon en boome-praat over de Wereld en haar licht gelaat... Dicht voel je langs je wangen en je haar die groote Vreugd als huivrende verwachting van iets onzegbaar-teers... 't is, of nou daar heel binnen in je Ziel uit Smart-verklachting een bevend-warm geluidje groeit, als 't schreien van 'n kind, dat komt zacht-blank in 't Leven glijen... [pagina 366] [p. 366] III Van 'n kind, dat komt zacht-blank in 't Leven glijen, de vuistjes en de voetjes angstig-dicht en fijn-schuw tegen 't lijfje;... wat heel lieht, fijn haar;... dat zachte, warme, zijen vel;... 't dòet niet, dan met dichte oogen schreien; weet je, dat 't mooi en veilig-rustig ligt en dat het met z'n levensjong gezicht niets van het harde Leven heeft te lijen... Zóó, als zóó'n kind, wou ik jou, Liefste, houden, dat niets van strijd en pijn jouw zachtheid moeit, niets in de wereld òm jou, dan warm-gouden vervreugding, die met sterke, blije armen groeit hoog over 't Leven, en met trouwe oogen jou geeft dit wonder-vrome Mededoogen.... Hessel Jongsma. Vorige Volgende