De Gids. Jaargang 51(1887)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 579] [p. 579] Doodenklacht. Laat dicht de luiken; 't zonlicht dringe Niet in deez' ruimten, waar geen morgen Haar langer wacht. Ga, laat m'alleen met mijne doode. 'k Wil mèt haar zijn in d'eerste wake Van haren nacht. Ik wil de teedre woorden spreken, Die 'k nog voor haar in 't hart bewaarde; 'k Zei niet genoeg. Ik wil haar doodensponde sieren Met bloemen der herinn'ring.... Ai mij, Zij bloeien vroeg! Daal op haar neder, op haar handen, Die zegen spreidden; vlecht een krans haar Om 't jonge hoofd. [pagina 580] [p. 580] Kom dan tot mij; kom, zooals vroeger, Geliefde, die in vollen bloeitijd Mij werd ontroofd! Kon 'k met mijn hartebloed u 't leven Hergeven, u de zonnige oogen Weer op doen slaan; Of in mijn armen door het duister Der stille doodengangen dragen, En met u gaan. Marie Boddaert. Vorige Volgende