In Memoriam.
27 September 1883.
Helaas, wat ik als lofrede schreef, is tot lijkrede geworden. De wakkere Jhr. M.E.T. Elout van Soeterwoude, wiens woord uit Ternate ik hierboven dankbaar begroette als een nationale opwekking, is het slachtoffer geworden van zijn werken in dat Indië hetwelk hij zoo liefhad en nauwer trachtte te verbinden aan het moederland, 't geen nu in hem een voorbeeldig zoon verliest. Hij stierf in het land waarvoor hij leefde en waaraan hij zijne toekomst hoopte te verbinden, als echte pionier voor Neerlands handel, nijverheid en scheepvaart.
Zwaar drukt dat verlies op zijne ouders en betrekkingen, wier naam hij hoog wist te houden in ons Indië, alwaar die nu dubbel eervol zal blijven voortleven.
Laat 't hun tot een hoe zwakken troost ook zijn, dat velen in Moederland en Kolonie met hen treuren over zijn heengaan. Betreuren zij in hem den zoon dien zij noode zagen wegtrekken, maar wiens ondernemingsgeest zij eerbiedigden, Nederland en Indië betreuren in hem den zoon die ons deed herinneren aan een krachtig voorgeslacht, en wiens voorbeeld zoo aanmoedigend van invloed beloofde te zijn op onze jongeren van jaren.
Wat ik als dankbare groet aan hem had willen toebrengen, bereikt hem niet meer. Maar te minder mag daarom hier ter plaatse het woord van afscheid ontbreken, als een bewijs dat zij blijven voortleven, al is 't dan ook alleen in onze herinne-