De Gids. Jaargang 39
(1875)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtvrij
[pagina 312]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eene milliarden-studie.Ludw. Bamberger. Die fünf Milliarden (Preussische Jahrbücher, 1873).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 313]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zich lieten hooren, en tegelijkertijd voor een gevoel van bewondering over het scherpe oog van den overwinnaar, nu deze bleek de draagkrachten van zijne tegenpartij niet te hebben overschat. Maar, al was de afdoening der onbegrijpelijk groote schuld spoediger volbracht dan voorspeld was, de gevolgen zouden zich er niet minder om doen gevoelen, vooral aan den schuldenaar, terwijl ook de schuldeischer ze zou ondervinden. Voor die gevolgen bleven in allen gevalle verantwoordelijk zij die, de leiding der zaken in handen hebbende, het geld hadden geeischt. En waarlijk men heeft hen in dit opzicht niet gespaard! Wat er in de laatste jaren op finantieel en oeconomisch gebied voor bijzonders viel waar te nemen in Duitschland of in Frankrijk, werd o zoo gaarne toegeschreven aan de betaling der fabelachtige milliarden eenerzijds, en aan de ontvangst dier sommen aan den anderen kant. Gevolgen, voor een der beide partijen nadeelig, werden door de andere, blijkbaar niet zonder eenig leedvermaak, aangewezen en breed uitgemeten, en wanneer de meeste Duitsche schrijvers erkennen, dat de ontvangst der milliarden ook hare schaduwzijde voor hun vaderland heeft gehad, beijveren zij zich zooveel te meer om vooral te doen uitkomen hoe loodzwaar de betaling op Frankrijk drukt, terwijl daarentegen bij de meeste Fransche schrijvers zich een streven laat opmerken, om aan te toonen hoe weinig Duitschland is gebaat door de ontvangst, ja bij enkelen zelfs om te doen gelooven, dat het er meer nadeelen door heeft geleden, dan Frankrijk door de betaling. Zouden de feiten zich zoo gemakkelijk voor zóó uiteenloopende opvattingen leenen, of hebben wij te denken aan het kleurverschil der brillen, waardoor zij worden gezien? Het laatste is zeer waarschijnlijk, maar er is ook te letten op de omstandigheid, dat op sociaal gebied het verband van oorzaak en gevolg voor den niet zeer geoefenden en opmerkzamen onderzoeker niet altijd even gemakkelijk is op te sporen, zoodat het reeds alleen daarom geen wonder zou zijn, wanneer de een soms als nadeel aanmerkt, wat de ander een voordeel noemt. De arbeidende klasse in Duitschland is sedert den laatsten oorlog tot in 1873 in het genot gekomen van eene belangrijke loonsverhooging. Onder vele andere, wordt als een erkend feit medegedeeld, dat b.v. de metselaar te Berlijn, die in 1848 en volgende jaren gemiddeld ongeveer ƒ 1. 35 à ƒ 1. 65 voor een dag van 11 uur arbeid verdiende, en in 1869 ƒ 1.75, in het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 314]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaar 1872 reeds tot ƒ 2.40, in het voorjaar van 1873 zelfs tot ƒ 2.70 en hooger was geklommen; dat een leerjongen toen evenveel verdiende als vijf jaren vroeger een knecht, en dat alles ofschoon deze gelukkigen de helft minder plachten uit te voeren dan hunne voorgangers vier à vijf jaren geleden gemiddeld per dag uit den weg wisten te zetten. Die loonsverhooging, evenzeer in andere bedrijven waargenomen, wordt voor een goed deel toegeschreven aan de milliarden. Van Duitsche zijde worden de arbeiders, die haar erlangden, gelukkig geprezen. Maar de Franschman vindt reden om er juist het tegenovergestelde van te denken. Daargelaten, of niet het voordeel van verhoogd loon wordt te niet gedaan door de evenzeer gestegen prijzen der levensmiddelen, zegt b.v. Wolowski, trekke men daaruit alleen toch geen besluit, tenzij men enkel en alleen oog heeft voor het materieele! Hebben - en dit is de vraag waarvan volgens hem alles afhangt - hebben de Duitsche arbeiders een goed gebruik gemaakt van hunne verbeterde inkomsten? Hebben zij deze inderdaad doen strekken tot verhooging van de productieve kracht der natie; hebben die verbeterde loonen aanleiding gegeven tot verzameling van kapitaal - of is veeleer de leer toegepast: genieten liever dan sparen? En, zoo ja, is dan niet in waarheid het volk eer achteruit gegaan dan vooruit? Dr. Soetbeer, wiens aandacht was gevallen op het door de handelstatistiek aan het licht gekomen feit, dat na den oorlog Frankrijk's uitvoeren naar Engeland veel meer waren toegenomen dan die van Duitschland, 'twelk daarentegen zijne invoeren aanmerkelijk had zien vermeerderen, vindt daarin een bewijs, dat de Fransche handel en industrie veel krachtiger zijn vooruitgegaan dan de Duitsche, en schrijft het voor deze laatste nadeelig verschil toe aan den noodlottigen invloed der ontvangen schatten. Maar zijn landgenoot, Prof. Wagner, beroept zich op dezelfde statistiek, om aan te toonen dat zij gestrekt hebben om Duitschland's welvaart ten zeerste te bevorderen. Beide schrijven intusschen het onloochenbaar verschil in de cijfers van in- en uitvoer, waaruit zij zoo uiteenloopende conclusiën trekken, toe aan dezelfde oorzaak: de milliarden. Zoo ook Wolowski, die echter, gelijk men kon verwachten, de opinie van Soetbeer deelt, en haar nog wat aandringt, door er op te wijzen, dat de meerdere invoeren van Duitschland vooral uit ‘objets de consommation’ en bijna niet uit ‘instruments de travail’ bestaan. Ludwig Bamberger verhaalt ons van een ander franschman, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 315]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die al wat hij goeds in Duitschland ziet verklaart uit het bezit der nieuw verkregen penningen. Wanneer hij, in den trein van Keulen naar Luik zittende, bij een of ander station eene menigte arbeiders bezig ziet met het leggen van nieuwe rails, dan kan hij het niet laten om zijn geleerden reisgenoot met een half spottend half pijnlijk lachje toe te voegen: ‘ce n'est pas étonnant! Nos cinq milliards!’ Wie in den zomer van het vorige jaar in het buitenland heeft gereisd, zal opgemerkt hebben, dat het getal Duitschers, die voor hun genoegen op reis waren, buitengewoon klein was; hij zal daarover klachten hebben vernomen van logementhouders en anderen, en tien tegen één of het verschijnsel werd toegeschreven aan diezelfde milliarden. Ambtenaren en officieren in Duitschland - vooral in Berlijn - weten met hunne karige traktementen niet meer rond te komen sedert alle benoodigdheden en in de eerste plaats de woningen (wie herinnert zich niet de Wohnungsnoth?) zoo ontzettend duur zijn geworden. En zou het louter toeval zijn geweest, dat die algemeene prijsverhooging zich juist deed gevoelen in den tijd van en na de afbetaling der milliarden? Zouden deze niet ook de schuld dragen van de geweldig hooge en veelvuldige belastingen, onder wier zwaren druk het Fransche volk gebogen gaat sedert zijn wetgever om maar geld te vinden bijna niets on belast heeft gelaten, zoodat hij zelfs in vollen ernst er aan gedacht heeft de dragers van hooge heerenhoeden en de bezitters van pianos afzonderlijk te treffen? En de bloei der spaarbanken in dit land. Hoe zeer is hij afgenomen! Het getal der openstaande rekeningen is in 1870 en 1871 voor het eerst sedert 1848 zeer achteruitgegaan, en in 1872 nog meer. Het gemiddeld bedrag der inlagen zoowel als haar getal is afgenomen; de nieuw geopende rekeningen waren in 1872 ongeveer 60 percent minder in getal dan in 1869, de gesloten rekeningen daarentegen 21 percent meer. Bij voortduring werd er meer uitgehaald dan ingebracht en niet alleen is het getal der houders van boekjes sterk afgenomen, maar het gemiddeld aan ieder toekomend bedrag in nog hoogere mate. Wat is gemakkelijker dan al deze en dergelijke verschijnselen toe te schrijven aan de betaling der enorme oorlogscontributie eenerzijds en aan de ontvangst aan de andere zijde? Het zou waarlijk vreemd zijn geweest, als er niet nog veel meer, 'tzij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 316]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dan terecht of te onrecht, op hare rekening was gesteld, en ook nu de verontwaardiging over des overwinnaars onverzettelijke hardvochtigheid is bedaard, blijft het nog altijd eene waarheid, dat bij volgens ieders oordeel eene zware verantwoorlijkheid heeft op zich geladen. Zouden echter al die beweringen gegrond zijn, of moet men veeleer aannemen, dat een zekere gemakzucht, gepaaard aan bevooroordeelde oppervlakkigheid, de lieden er toe brengt om zonder verder onderzoek de vele verschijnselen, die met de belangrijke gebeurtenis misschien in verband kunnen staan, althans in de tijdruimte op haar zijn gevolgd, eenvoudig als door haar veroorzaakt voor te stellen? Het ligt niet in mijn plan de menigte van deze en dergelijke verschijnselen stuk voor stuk te ontleden en het verband met de vermaarde oorlogscontributie op te sporen en aan te wijzen; evenmin wensch ik de door zoovelen met of zonder nadenken gegeven appreciatiën en verklaringen thans goed of af te keuren. Met de vermelding kan ik voorloopig volstaan, omdat zij reeds volkomen doet blijken, dat in aller oog de overdracht van de vijf milliarden een overgrooten invloed heeft gehad en moest hebben op den toestand en de verdere ontwikkeling der beide natiën, die er in betrokken zijn geweest; dat zij de meest belangrijke gevolgen heeft gehad niet alleen, ja niet zoozeer op beider staatsfinantiën, als wel op beider volkswelvaart. Om tot eene juiste waardeering van dezen invloed, van deze gevolgen - de een zoo goed als de andere nu eens te gering geschat, dan weêr te breed uitgemeten - eenigermate mede te werken, wensch ik enkele beschouwingen daarover te geven. Vooraf een woord over de vraag, hoe Frankrijk de middelen heeft gevonden om binnen betrekkelijk korten tijd eene zoo kolossale betaling te doen. En ook de wijze waarop de betalingen zijn geregeld, de overdracht der gelden is uitgevoerd, verdient alle aandacht. Op zich zelve zou zij belangrijk genoeg wezen om opzettelijk te worden behandeld, en eenige hoofdpunten zal ik moeten aanstippen, omdat zij bekend dienen te zijn, wil men over de gevolgen der betaling zelve een juist oordeel vestigen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 317]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.De vredespreliminairen van Versaillles, vastgesteld den 26sten Februari 1871, hadden op Frankrijk de verplichting gelegd om in den loop van dat jaar een milliard en binnen drie jaren bovendien vier milliarden francs aan den Keizer van Duitschland te betalen. In de termijnen bracht de vrede van Frankfort den 10den Mei eenige wijziging; de som echter, hoe men ook op eenige vermindering had gehoopt en met hoeveel klein daarop ook was aangedrongen, bleef onveranderd, en van de laatste 3 milliarden moest nog interest naar vijf ten honderd worden bijbetaald. Hoe is het mogelijk geweest, dat binnen den trjd van twee en een half jaar deze onmetelijke schuld, met den interest niet minder dan 5,301,145,078.44 francs bedragende, werd afgedaan? Vanwaar heeft de Fransche regeering zulke sommen zoo spoedig te voorschijn getooverd? En dat nog wel onmiddellijk na een zoo heftigen en uitputtenden oorlog met den buitenlandschen vijand, gevolgd door een verderfaanbrengenden binnenlandschen strijd, zoodat zij de schatkist ledig, de gansche administratie gedesorganiseerd had gevonden, terwijl bovendien de hoofdstad, een paar maanden geleden, reeds eene schatting van 200 millioen had opgebracht en van menige andere plaats eveneens zware offers waren geëischt! Niemand durfde in den beginne de voorspelling wagen, dat binnen de gestelde termijnen alles zou zijn vereffend, en het scheen wel, dat de Duitsche regeering zeer wijselijk had gehandeld, toen zij zich het recht had bedongen om tot zekerheid voor de schuld een deel van het Fransche grondgebied bezet te houden. Hoelang zou die hatelijke bezetting niet kunnen duren? Want het was te voorzien, dat zij zonder genade zou worden gehandhaafd totdat de schuld, hoofdsom en interest, tot op de laatste centime toe was afgedaan. En hoe zou spoedig genoeg zooveel geld worden gevonden? In geheel Frankrijk toch - waar in verhouding tot de bevolking misschien meer geld in omloop was dan in eenig land der wereld - was volgens betrouwenswaardige berekeningen te nauwernood een zoo kolossaal bedrag in specie aanwezig. In Duitschland waarschijnlijk niet meer dan een derde deel. Zoo groot was de som, dat, wilde men haar geheel betalen in zilverstukken | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 318]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van vijf francs, tot haar vervoer noodig zouden zijn een getal van met minder dan 2500 gewone spoorwegwagens, ieder met een laadvermogen van tienduizend kilos! Het budget van alle Duitsche rijken en rijkjes te zamen bedroeg bij het uitbreken van den oorlog nog niet het derde deel, en het totaal bedrag van al hunne staatsschulden, papiergeld er onder begrepen, nog niet de helft, en als alle leeningen van al hunne spoorwegen er bij werden gevoegd, bereikte het totaal nog op verre na niet die ongeloofelijk groote som. Aan Thiers komt de eer toe den moed niet te hebben verloren, maar met jeugdige kracht de hand aan den ploeg te hebben geslagen. Hij wanhoopte niet, maar beproefde tot stand te brengen wat onmogelijk scheen. Nauwelijks was de opstand der commune onderdrukt, of hij begon zijne weloverlegde maatregelen te nemen, Al dadelijk moest hij inzien, dat het niet doenlijk zou zijn de milliarden uit Frankrijks muntvoorraad af te betalen. Aangenomen toch dat deze niet belangrijk was verminderd sinds het uitbreken van den oorlog, en sedert aan de biljetten der Fransche Bank gedwongen koers was gegeven, het zou een onbegonnen werk zijn pogingen aan te wenden om alle specie die in omloop was binnen een betrekkelijk zoo korten tijd in 's rijks schatkist over te brengen. Iedere poging daartoe zou bovendien de geldmarkt met moeielijkheden bedreigen door schaarschte van betaalmiddel te weeg te brengen, terwijl het niet aanging er op te rekenen, dat de bankbiljetten voldoende zouden voorzien in de behoeften van het verkeer. Bij de wet toch was bepaald, dat de Bank, nu haar papier gedwongen koers had, hare emissie moest beperkt houden binnen een bepaald aangewezen grens. Verplaatste men zonder dringende noodzakelijkheid die grens, dan liep men, door de deur voor meerdere emissie open te zetten, steeds grooter gevaar voor depreciatie van het papieren betaalmiddel. In plaats van om te zien naar Frankrijks specievoorraad, begreep Thiers, dat hij bij Frankrijks crediet moest aankloppen. Doch zeer onvoorzichtig zou hij hebben gehandeld wanneer hij zich onmiddellijk tot de geldmarkt had gewend. De toestand waarin Frankrijk na het ten onder brengen van de commune verkeerde, was alles behalve geschikt om de financieele wereld vertrouwen in te boezemen. Zoo immer mogelijk, moest vóór het uitschrijven van eene geldleening alom zijn gebleken, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 319]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat orde en regel waren hersteld, en bovenal dat de regeering eenige kans op een duurzaam bestaan had. Maar de tijd drong, want één milliard moest weldra worden betaald en zonder fondsen was het zelfs niet mogelijk den gewonen dienst gaande te houden, laat staan weêr te organiseeren. In deze moeielijke omstandigheden sprong de Fransche Bank bij door eene leening van 1530 millioen francs. Welhaast werd het aan de wereld bekend, dat het eerste milliard was betaald, en hoe het Thiers gelukte de orde te herstellen, het vertrouwen te doen herleven. Nu was de tijd gekomen om een beroep te doen op Frankrijks crediet. En wie herinnert zich niet den schitterenden uitslag waarmede de verwachtingen van zijne regeering werden bekroond? De beide zoogenaamde milliarden-leeningen, vooral de laatste, die tevens de grootste was, liggen nog versch in ons geheugen. De eerste leverde niet minder dan 2 ¼, de andere 3 ½ milliard. Ofschoon de rente nominaal 5 percent bedroeg, kwam toch wegens den lageren koers van uitgifte de eerste leening in werkelijkheid op 6.29 percent, de tweede op 6.07 percent aan interest te staan. De nu te wachten sommen waren groot genoeg om de geheele oorlogsschatting te dekken, maar er viel veel meer te betalen, en de termijnen voor de stortingen der geleende gelden waren over een vrij ruimen tijd verdeeld. Dit kon wel niet anders, want het zou niet mogelijk geweest zijn inschrijvingen voor zoo groote bedragen te verkrijgen, wanneer reeds spoedig alles volledig moest gefourneerd worden. Niet vóór 11 April 1874 - den laatsten termijn - kwamen alle gelden beschikbaar en toen was ook inderdaad bijna alles binnengekomen; slechts enkele kleine posten waren onbetaald gebleven doch veel meer reeds bij anticipatie gestort. Zoodra er nu fondsen in de schatkist voorhanden waren haastte de regeering zich steeds ze hoe eer hoe beter te gebruiken voor het afbetalen van de schuld aan Duitschland. Hoe zij hiermede te werk ging kan men in bijzonderheden lezen in het rapport, waarvan ik den titel aan het hoofd van dit opstel afschreef, en 't welk is samengesteld op initiatief van de commissie uit de nationale vergadering voor het budget van 1875, door Leon Say, lid van die vergadering en oud-minister. Dit stuk, door het Journal de Débats met recht genoemd ‘un important document, qui fait le plus grand honneur à son auteur et qui restera un monument unique dans son genre’ behelst | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 320]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene menigte gegevens over de milliarden-operatiën, door de administratie verschaft of door hare medewerking van elders bijeengegaard. Op heldere wijze en in logische volgorde worden zij te zamen gevat, zoodat de lezer een duidelijk overzicht erlangt van hetgeen er is verricht, en tevens de gelegenheid verkrijgt om de nauwgezette zorg, den onafgebroken ijver en den ruimen blik te waardeeren en te bewonderen, waarmede men de enorme geldsommen heeft gehanteerd, met het doel om zoo spoedig mogelijk de bevrijding van het grondgebied te verkrijgen als prijs voor de afbetaling van het verschuldigde. Door eene vergelijking van de bedragen der allengs ingekomen stortingen op de leeningen met de achtereenvolgens aan Duitschland afgedragen sommen, toont het rapport met uitvoerige tabellen ten duidelijkste aan, dat er van het provenu der leeningen, voor zoover het bestemd was tot afbetaling der oorlogscontributie, nimmer een penning is besteed tot het gaande houden van den gewonen dienst of eenig ander doeleinde hoe ook genaamd. Integendeel: bijna voortdurend waren de gestorte sommen ten achteren bij de gedane betalingen, zoodat dikwijls het omgekeerde plaats had, en gelden bestemd voor den gewonen dienst tijdelijk voor de afbetaling werden in gebruik genomen. Ook de vlottende schuld en vooral de hulp der Fransche Bank werd van tijd tot tijd aangewend tot het groote doel. De Bank gaf zelfs, toen in het voorjaar van 1873 eene vervroegde afbetaling van het vijfde milliard met Duitschlands goedvinden scheen te kunnen beproefd worden, een nieuw voorschot op de nog te wachten stortingen der laatste leening, tot een bedrag van niet minder dan 150 millioen francs. En wel in goud. De reden, waarom deze som niet in bankbiljetten, maar in specie werd beschikbaar gesteld, doet weêr uitkomen, hoe bedachtzaam en beleidvol de operatiën werden uitgevoerd. De voorraad goud van de Bank was in verhouding tot de door haar geëmitteerde biljetten reeds zeer gering. Maar men begreep - en te recht - dat zij èn in haar eigen belang èn in dat van het publiek èn in dat van de regeering beter zou doen met goud te geven. Zij mocht nl. sedert aan hare biljetten door de wet gedwongen koers was gegeven, niet meer dan een beperkt bedrag daarvan emitteeren. De grens was het laatst gesteld op 3200 millioen fr. Gaf zij nu aan de regeering een zoo aanzienlijk bedrag in biljetten, dan liep zij gevaar weldra die grens te zullen raken, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 321]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en zij zou zich in dat geval zeer hebben moeten beperken in het geven van voorschotten aan het publiek, waardoor zij zelf schade lijden en het openbaar crediet zeer gehinderd worden zoude. Ook voor den Staat was het voordeeliger goud a pari te ontvangen, omdat hij anders òf dat had moeten inkoopen, òf zich voorzien van wissels op het buitenland om daarmede Duitschland te betalen. In beide gevallen had hij zich onkosten moeten getroosten. Maar er was nog eene andere consideratie. Door goud aan de Duitsche regeering over te maken, bewees men aan deze een grooten dienst, die ten slotte weêr aan Frankrijk zou ten goede komen. Zij was nl. met kracht bezig nieuwe rijksmunt te slaan en had daartoe voortdurend groote hoeveelheden goud noodig, welke zij moest trekken van de wereldmarkt te Londen. Daardoor zou de Engelsche Bank haar voorraden krachtig zien aangesproken en wellicht genoodzaakt zijn geworden haar disconto belangrijk te verhoogen. Dit zou terugwerken op de geldmarkt over geheel Europa, maar vooral te Parijs. De kapitalen hier zouden schaarscher worden en de inschrijvers op de laatste milliarden-leening zouden niet weinig zijn belemmerd in het doen van hunne verdere stortingen. Het nadeel zou dus ten slotte voor een deel op Frankrijk zijn neêrgekomen. Vandaar, dat met de Bank werd overeengekomen, dat het voorschot van 150 millioen francs zou uitbetaald worden in goud. Later - ik herinner dit in het voorbijgaan - heeft de regeering haar alles op tijd weêr in goud teruggeven overeenkomstig hare belofte. De overwegingen, die hebben gegolden bij het regelen dezer zaak van betrekkelijk ondergeschikt belang, toonen, dat men de bewegingen der geldmarkt met zorgvuldige aandacht gadesloeg, dat men een open oog had voor den invloed, welken iedere groote financieele operatie over de geheele wereld doet gevoelen, en niet verzuimde zich de lessen der theorie voor de praktijk ten nutte te maken. Dat zij, die meer bepaald met de uitvoering der operatiën belast waren, ook met de praktijk vertrouwd moeten geweest zijn, laat zich denken, en zal blijken wanneer wij nagaan door welke middelen en op welke wijze het overbrengen der verkregen gelden naar Duitschland is verricht. De drie groote leeningen, een bij de Fransche Bank en twee | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 322]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij het publiek, hadden nu de noodige fondsen verstrekt om de som van meer dan vijf duizend millioenen francs in comptanten te voldoen. Ik zeg ‘in comptanten’, want dit was bedongen. Wel is een belangrijk bedrag uitbetaald in Engelsche, Duitsche, Nederlandsche en Belgische bankbiljetten en vooral in wissels, maar dit maakt geen verschil, daar toch de Duitsche regeering door de bankbiljetten te laten inwisselen en door de aan haar overgedragen wissels te realiseeren indirect in het bezit kwam van klinkende munt, zoodra zij dat verlangde. Intusschen moet ik om der wille van de volledigheid nog wijzen op een paar beperkingen. In de eerste plaats deze: dat bij de verrekening van het eerste half milliard bij uitzondering was toegelaten de betaling van 125 millioen in Fransche bankbiljetten, die, zooals bekend is, wegens den gedwongen koers niet inwisselbaar waren. In de tweede plaats, dat Duitschland de spoorwegen in Elzas-Lotharingen van de Fransche regeering heeft overgenomen voor 325 millioen francs, welk bedrag bij de vereffening van het tweede half milliard in compensatie mocht worden gebracht. Streng genomen werden dus deze posten niet in comptanten geliquideerd. Evenwel voor Frankrijk kwam het bijna op hetzelfde neêr, daar het voor deze bedragen evengoed leeningen moest sluiten, voor het eerste bij de Fransche Bank, voor het tweede op eene ietwat meer ingewikkelde wijze. De zaak was deze. De gedeelten spoorweg, gelegen in de aan Duitschland afgestane gewesten, behoorden aan de Compagnie des Chemins de fer de l'Est, welke ze had gelegd krachtens concessie, haar door de regeering verleend. Duitschland wenschte die spoorwegen in zijn bezit te erlangen, en bedong te dien einde bij een der additioneele artikelen van het Frankforter vredestractaat, dat de Fransche regeering de concessie zou afkoopen en dan de spoorwegen voor 325 millioen zou overdragen aan het Duitsche Rijk. De Fransche regeering had hiertoe hare toestemming gegeven en dus feitelijk op haar eigen risico voor een bepaalden prijs spoorwegen verkocht, die aan eene particuliere maatschappij in eigendom toebehoorden. Zij moest zich dus nader met deze verstaan omtrent den afstand harer rechten. De onderhandelingen, te dien einde aangeknoopt, leidden tot deze overeenkomst, dat de Maatschappij zou worden schadeloos gesteld voor den afstand harer lijnen of gedeelten van lijnen en voor allerlei verliezen en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 323]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schaden die voor haar direct of indirect uit het vredestractaat zouden voortvloeien. Zij zou van den Staat voor den geheelen duur harer concessie ontvangen eene onvervreemdbare jaarlijksche rente van 20,500,000 francs. Gerekend naar den rentevoet van de eerste milliardenleening (zooals gezegd is 6.29 percent) vertegenwoordigde die rente een kapitaal van 325 millioen francs. In werkelijkheid dus leende de Staat dit bedrag van de Maatschappij en betaalde hij daarmede een deel der oorlogsschatting; althans hij nam de verplichting op zich tot betaling der jaarlijksche rente daarvan, evenals van hetgeen hij rechtstreeks op de geldmarkt had te leen verkregen. Behoudens deze twee beperkingen kan men zeggen, dat de geheele schuld in comptanten is betaald. En dat nog wel een geruimen tijd vroeger dan bepaald was. De schitterende resultaten, vooral van de laatste milliarden-leening, hadden daartoe het meest bijgedragen. En schitterend was dat resultaat! Voor bijna 13 maal het gevraagde, nl. voor 43 duizend millioen francs was er ingeschreven. De minister van financiën kon, toen hij zijn rapport aan de Nationale Vergadering deed, met recht verklaren, dat hij deze formidabele cijfers met stomme verbazing, ja niet zonder ontzetting had zien te voorschijn komen, cijfers, grooter dan ooit ergens ter wereld bij eenige leening of welke andere finantieele operatie dan ook, waren voortgekomen. Wie heeft niet 's ministers verbazing gedeeld? Was niet - al moest men aannemen, dat de inschrijvingen voor een goed deel kunstmatig waren opgedreven - het crediet van Frankrijk op de wereldmarkt gebleken bestand te zijn tegen eischen, grooter dan men zich ooit had voorgesteld? Nu was de meeste zorg geweken. De gelden zouden, indien geene onvoorziene omstandigheden tusschenbeide kwamen, op tijd beschikbaar wezen, en nog alleen bleef het raadsel op te lossen hoe men ze in den kortst mogelijken tijd zou afdragen, zonder stoornis in de finantieele wereld te veroorzaken. Hoe licht toch kon een crisis worden uitgelokt, waardoor het publiek groote schade zou lijden en de nog te wachten stortingen niet meer geregeld zou kunnen leveren! Door de uitgifte van bankbiljetten steeds te vermeerderen kon men wel in schijn de behoefte aan circulatiemiddel bevredigen, ook al werd het edel metaal aan 't verkeer onttrokken, maar niet dan ten koste van de grootste gevaren. Want dan zou depreciatie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 324]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het onvermijdelijk gevolg wezen. Het Fransch betaalmiddel zou tegenover dat van het buitenland in waarde achteruitgaan. Voor alle geïmporteerde goederen zou meer dan vroeger moeten betaald worden, zoo ook voor elk product, waartoe geïmporteerde grondstoffen waren gebezigd. En de prijsverhooging zou zich weldra van alle goederen meester maken, eensdeels tot groote schade van allen, die 'tzij als renteniers, ambtenaren, gepensioneerden in het genot waren van vaste inkomsten in geld, anderdeels voor de arbeidende klassen, wier loonen eerst zeer langzaam de stijgende beweging zouden volgen, terwijl eindelijk door de kunstmatig verhoogde prijzen de speculatiegeest zou worden aangespoord tot overprikkeling toe, zoodat ten slotte een finantieele crisis allerwege hare rampen zou verspreiden. Aan alle kanten dreigden dus gevaren, wanneer niet met de meeste voorzichtigheid werd gehandeld. En toch moest men zich haasten, want elke dag vertraging zou de verlenging medebrengen van de bezetting der in onderpand genomen departementen, naar wier bevrijding Frankrijk zoo vurig verlangde, dat de regeering, om staande te kunnen blijven, bij geen andere zaak meer belang had dan bij den meest mogelijken spoed. Geen wonder dat zij haar uiterste best heeft gedaan! De uitslag was gunstig boven bidden en denken. Den 15den Maart 1873 reeds zag Thiers zich in staat aan de nationale vergadering eene voordracht te doen tot regeling der betaling van het laatste milliard. Den 5den September daaraanvolgende was alles, hoofdsom, interest en kosten tot op de laatste centime betaald en eenige dagen daarna geheel Frankrijk door het bezettingsleger ontruimd. Aan Thiers was het niet gegeven als President den langverwachten dag van de ‘libération du territoire’ te beleven, maar toch hebben dien dag uit alle oorden van Frankrijk stemmen van dank hem toegeklonken. In dit opzicht althans waren zijne verdiensten niet vergeten. En aan hem blijft de eer dat hij in benarde omstandigheden moed heeft gehouden en aan zijne administratie de lof het zware werk met vertrouwen te hebben aangevat, met talent en geestkracht te hebben volvoerd. Het vertrouwen in Frankrijks crediet is niet teleurgesteld, toen men den rechten tijd wist te kiezen om het aan te spreken. Maar dat crediet stelde alleen de middelen tot betaling beschikbaar, en verrichtte dus niet meer dan de helft van het werk. Er | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 325]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
viel nog heel wat te doen om, zonder zware schokken op de geldmarkt te veroorzaken, de kolossale sommen met spoed naar het buitenland over te brengen. Dat daartoe niet weinig talent en niet weinig geestkracht noodig zijn geweest, zal ons spoedig blijken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.Hoe heeft de Fransche regeering de tweede helft van den arbeid, het verplaatsen der schatten, volbracht? Weinige maanden geleden kon niemand met eenige nauwkeurigheid het antwoord geven. Wel kon men gissingen maken, doch de kennis der feiten ontbrak. Deze kon alleen door de betrokken regeeringen worden verschaft. Doch de regeeringen schenen niet in te zien, dat het publiek belang door het verstrekken van volledige inlichtingen zou gebaat worden. Voor ontdekkingsreizen naar de Noordpool, voor meteorologische stations - zoo schreef in het voorjaar van 1873 vol verontwaardiging Ludwig Bamberger - worden jaar in jaar uit met ruime hand 's lands geldmiddelen beschikbaar gesteld. Om het voorbijgaan van Venus over de zon te observeeren worden op staatskosten wetenschappelijke expedities uitgerust. Doet zich aan den sterrenhemel een verschijnsel op, dat niet dan na verloop van eeuwen op nieuw is waar te nemen, dan dringt de geleerde wereld vol schoonen ijver er op aan het zeldzame verschijnsel tot elken prijs zoo goed en zoo volledig mogelijk te zien en te beschrijven. Maar thans biedt in onze onmiddellijke nabijheid zich de gelegenheid aan om eene economische verwikkeling te observeeren, zooals er nog nooit is geweest, en nog wel eene, wier verloop in betrekkelijk korten tijd moet plaats grijpen, die met eenigen goeden wil met volkomen zekerheid kan worden waargenomen en opgeteekend. Waarom dan verzuimt de Duitsche regeering alle gegevens die zij tot hare beschikking heeft te verzamelen, ze te laten aanvullen met hetgeen zij zich kan verschaffen van bankiers en andere tusschenpersonen, om zich van den loop der milliarden-operatiën rekenschap te geven en de kennis van tijdgenoot en nakomeling met de ruimste en nauwkeurigste gegevens te helpen vermeerderen? De Duitsche regeering heeft tot dusverre aan dezen wenk geen gevolg gegeven. Wel heeft zij van tijd tot tijd aan den | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 326]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rijksdag mededeelingen gedaan omtrent het bedrag der ingekomen gelden en voorstellen ingediend tot regeling van hunne bestemming, doch omtrent den vorm waarin en de wijze waarop zij haar zijn geremitteerd en weder door haar zijn uitgegeven, heeft zij het stilzwijgen bewaard. Of zij de gelden zoodra zij haar waren toegestroomd aan het verkeer trachtte terug te geven door ze tijdelijk bij bankiers te deponeeren, dan wel of zij ze dadelijk onder het beheer stelde van hare ambtenaren is niet bekend, schoon het laatste wordt vermoed, en daaraan wellicht herhaalde - hoewel voorbijgaande - storingen van de geldmarkt in Duitschland zijn toe te schrijven geweest. De commissie, uit de Fransche nationale vergadering benoemd tot onderzoek van het budget voor 1875, heeft getoond te begrijpen, dat het eene zaak van groot belang was zooveel mogelijk licht te verspreiden over alle operatiën, die met de betaling der milliarden in verband hebben gestaan. In het rapport, op haar initiatief samengesteld door Leon Say, vinden wij zoo volledig en zoo nauwkeurig mogelijk het antwoord op de vraag, in welken vorm en op welke wrjze de betalingen door Frankrijk zijn gedaan. En dit is al veel, hoewel het blijft te betreuren, dat nog niet met even groote zekerheid en nauwkeurigheid kan gezegd worden hoe met de gelden is gehandeld, nadat zij in Duitsche handen waren overgegaan.
Wat het eene volk aan het andere moet betalen, kan overgemaakt worden niet alleen door het verzenden van edele metalen - 'tzij gemunt of ongemunt, maar ook door het verzenden van goederen of van pretensiën, als staatseffecten, spoorwegobligatiën of andere stukken van waarde, zooals actiën in spoorwegondernemingen en andere maatschappijen. Geld, hoewel voor de menigte kleine betalingen van het dagelijksch leven onophoudelijk gebruikt, vervult eene ondergeschikte rol in het internationaal verkeer. Ook bij de vereffening van de milliarden is er betrekkelijk weinig gebruik van gemaakt. Nauwelijks een tiende deel is in Fransche munt - zoowel goud als zilver - afbetaald, en bovendien ongeveer een vijftigste deel in Duitsch geld en Duitsch bank of muntpapier. Na den oorlog was er binnen Frankrijk's grenzen nog veel van een en ander in circulatie gebleven. In de behoeften toch van de groote legers kon natuurlijk op verre na niet geheel voorzien worden door afzending van goederen uit het vaderland, ook al rekent men | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 327]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de geheven oorlogsschattingen en de gedane requisitiën er bij. Veel moest, zoowel door de legeradministratie worden gekocht en bstaald, als ook door de individuen aangeschaft. En hoewel het een feit schijnt te zijn, dat men daarvoor Fransch ruilmiddel gebruikte, voor zoover dit tegen niet al te hoogen koers te verkrijgen was, kan het niet ongeloofelijk voorkomen, dat ruim honderd millioen francs in Duitsche specie en papier in omloop is gekomen en gebleven, totdat het na den vrede door de openbare kassen op last van het departement van finantiën werd verzameld, ten einde naar Straatsburg te worden geëxpedieerd aan het adres van de Duitsche autoriteiten. In Fransche munt werd ruim 500 millioen francs betaald. Vooral in het begin der operatiën zijn belangrijke bedragen in specie overgemaakt. Het goud en zilver was toen gedeeltelijk verkregen van de Fransche Bank, gedeeltelijk uit de kassen der rijkskantoren genomen, en dus onttrokken aan het verkeer. Dit, gevoegd bij den aanvankelijk ietwat overhaasten aankoop van wissels op andere landen, bracht eenig gevaar voor stoornis teweeg: in October en November 1871 deed het goud eene premie van 2 ½ percent boven het bankpapier, en steeg de wisselkoers op Londen, die gewoonlijk ongeveer op 25.20 stond, tot 26.18 ¾. Spoedig is deze weêr gedaald en de dreigende depreciatie van het bankpapier gelukkig weldra grootendeels verdwenen om zich later niet dan in vrij geringe mate weêr te vertoonen. De regeering heeft dan ook voortdurend haar uiterste best gedaan om haar te voorkomen, 'twelk intusschen geen gemakkelijke taak was. Zij moest bij het aankoopen van wissels met de uiterste zorg te werk gaan, en diende eigenlijk de speciale kennis van het bankiersbedrijf en den wissemandel te bezitten, of de tusschenkomst van mannen van het vak in te roepen, wilde zij hare taak tot een goed einde brengen. Eene gelukkige omstandigheid was in haar voordeel: zij kon nl. gebruik maken van de onlangs door de hoofdstad opgedane ondervinding. Parijs toch had na hare capitulatie binnen den ongeloofelijk korten tijd van veertien dagen eene som van 200 millioen francs opgebracht, en zich dit bedrag zonder overgroote kosten te maken en zonder tot finantieele ongelegenheden aanleiding te geven, verschaft door tusschenkomst van eenige groote bankiershuizen. De Fransche regeering heeft haar voorbeeld gevolgd en zich er wel bij bevonden. Verreweg het grootste deel heeft zij overgemaakt in den vorm van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 328]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wisselsGa naar voetnoot1. Bij het aanschaffen daarvan moest op alles worden gelet: de hoogte der wisselkoersen, den toestand der geldmarkt, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 329]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de waarde der edele metalen en ook op de kosten. Waar het kon moest natuurlijk de zuinigheid betracht worden. Zoo heeft men van de daling der waarde van het zilver gebruik gemaakt om aanzienlijke sommen in baren te ontbieden, ten einde ze tot vijffrancstukken te laten slaan, die door de Duitsche regeering in betaling werden genomen. Alle vreemde wissels, welke aan deze waren overdragen, werden door haar op Frankrijk's kosten in Duitsch courant geconverteerd. Op de eerste 2 milliarden hebben die verwisselingskosten niet minder dan ruim elf millioen francs bedragen, welk aanzienlijk bedrag de Fransche regeering er toe heeft gebracht, om te beproeven of zij zelf de verwisseling niet goedkooper kon doen. En dit bleek haar mogelijk te zijn door meer uitsluitend Duitsche wissels aan te koopen, ook in ruil tegen reeds door haar aangekochte stukken in andere munt. Onder de afdoening van de laatste 3 milliarden nemen dan ook Duitsche wissels een betrekkelijk zeer groote plaats in, de Engelsche daarentegen een zeer geringe, terwijl de Nederlandsche in het geheel niet meer voorkomen. Maar nu bedroegen de verwisselingskosten, die de Duitsche regeering in rekening kon brengen op de drie milliarden, ook veel minder dan die welke op de beide eerste waren beloopen, namelijk nog geen 300,000 francs. Natuurlijk moest het totaal bedrag der te verkrijgen wissels zooveel grooter worden, nu men, om kosten te besparen, zich meester maakte van allerlei soort, ten einde die later tegen Duitsche te verwisselen, waartoe vooral op de Londensche markt ruim gelegenheid was. In het geheel heeft dan ook de Fransche regeering niet minder dan 5,862,807,290 francs in wissels in hare portefeuille gehad, voor een gering deel om renten te betalen voor hetgeen van hare leeningen in het buitenland was geplaatst, maar voor de rest om aan Duitschland over te maken 4,248,326,374.26 francs. Welk een kolossale portefeuille! Zeker de grootste, die ooit ter wereld is bijeen geweest! Zij telde wissels van en op alle plaatsen, groot en klein, stukken van beneden de duizend francs en daarnaast andere van ettelijke millioenen. In hoeverre zich daaronder bevonden welke uitsluitend waren vervaardigd met het oog op de milliarden-overdracht, schijnt men niet te hebben kunnen nagaan. Trouwens, het zou verre van gemakkelijk wezen, zich aangaande de oorzaak van ieder der honderd en twintig duizend stukken, welke men in portefeuille heeft gehad, rekenschap te geven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 330]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar hoe was het mogelijk, voor zoo onmetelijke sommen wisseis te verkrijgen; waar haalde de Fransche regeering die van daan? Men zou toch denken, dat zij door binnen een betrekkelijk korten tijd zooveel op te koopen de koersen geweldig in de hoogte moest drijven, uitvoer van edel metaal op groote schaal zoa uitlokken en depreciatie van het niet inwisselbaar bankpapier veroorzaken. In de oplossing van die vraag lag juist de moeielijkheid. Laat ons zien hoe de Fransche regeering zich heeft weten te redden. Ten eerste heeft zij de inschrijving op de milliarden-leeningen in den vreemde gemakkelijk gemaakt en aangemoedigd. De koersen van vreemde muntsoorten werden, vooral tegen de uitgifte van de tweede leening, iets hooger gesteld, zoodat zij aan de vreemde inschrijvers eenig voordeel beloofden. Aan de bankiers werd voorts eene provisie van ¼ of ½, in het eerst van 1 percent toegezegd voor het bedrag 'twelk zij, wegens de stortingen, in vreemde wissels zouden overmaken of in vreemde munt afleveren. Hierdoor heeft zij zich ongeveer 1 ¾ milliard verschaft. Nu meene men niet op grond van dit cijfer, dat juist voor dit bedrag door vreemdelingen in de milliardenleeningen is deelgenomen. Immers het is bekend, dat vele inschrijvingen in het buitenland gedaan zijn voor Fransche rekening, terwijl nog om een andere reden het bedrag 'twelk in vreemde munt of in vreemde wissels is gestort, in dezen geene aanwijzing kan geven. Juist ten gevolge van de toegezegde provisie nl. zijn te Parijs vele der latere stortingen in dien vorm verricht. Op gemakkelijke wijze kon die provisie verdiend worden. Aan de beurs werden niet alleen de obligatiën verhandeld, waarop de reeds verschenen termijnen waren gestort, maar ook volgefourneerde, die natuurlijk iets lager genoteerd waren. Maar aangezien voor het volfourneeren bij anticipatie eene evenredige korting was toegezegd, bedroeg het verschil in koers ten naastenbij juist zooveel als die korting telkens bedroeg. Wanneer nu iemand b.v. nog niet volgefourneerde certificaten Fransche rente kocht en tegelijkertijd volgestorte verkocht tegen eenen koers, verschillende juist zooveel als de korting bedroeg voor het vooruitstorten, dan kon hij zonder eenig verlies deze operatie uitvoeren en de provisie als zuivere winst overhouden. Hij leverde dan aan zijnen kooper de pas aangehandelde certificaten, na die in vreemde munt of wissel te hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 331]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
volgefourneerd, verkreeg zoo de korting, gelijkstaande aan het verschil in koers en verdiende bovendien de provisie of commisie. Het is niet te verwonderen dat ten gevolge van deze operatiën vrij aanzienlijke hoeveelheden van het benoodigde werden verzameld. In de tweede plaats heeft de regeering een groot bedrag in vreemde wissels verkregen door eene overeenkomst met een syndicaat van bankiershuizen. Over de plaatsing van de laatste milliardenleening had zij zich verstaan met niet minder dan 55 van de grootste bankiers, waaronder weêr verscheiden combinaties van andere huizen, in alle landen van Europa, en was op het denkbeeld gekomen hun - natuurlijk weêrr tegen genot van provisie of verhoogde commissie - het leveren van 700 millioen francs in vreemden wissel op te leggen. Dit denkbeeld bleek lang niet onpraktisch te zijn. De overeenkomst toch leidde tot dit gevolg, dat de machtigste bankiershuizen er belang bij hadden, niet alleen om het inschrijven op de leening te bevorderen, maar ook om te zorgen dat de wisselkoersen zoo weinig mogelijk nadeelig werden voor Frankrijk. Zij zouden nu zelve de wissels moeten leveren, mitsdien de schade dragen van al te zeer gestegen koersen, en dus wel alle mogelijke middelen in het werk stellen om dat te voorkomen. Welke middelen zij daartoe hebben aangewend, is niet in bijzonderheden bekend, en wie niet in de gelegenheid is geweest achter de schermen te kijken, zal het wel nimmer met zekerheid kunnen zeggen; ook het rapport van Leon Say laat zich daarover niet uit, hoogst waarschijnlijk bij gebrek aan voldoende gegevens. Evenmin geeft het inlichting omtrent het bedrag der uitgaven, welke voor provisie of commissie zijn besteed; alleen weten wij uit een rapport van den Minister van finantiën Magne, dat de kosten op alle leeningen te zamen gevallen, niet minder dan 643,100,000 francs hebben bedragenGa naar voetnoot1. Het is zeker een on- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 332]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geloofelijk hoog cijfer, bijna 10 percent van hetgeen in de schatkist is gekomen. Waarschijnlijk is er een aanzienlijk bedrag onder verscholen, 'twelk aan het syndicaat van bankiers is betaald om te sterke rijzing der wisselkoersen te voorkomen. Maar ook dan nog blijft het cijfer fabelachtig hoog. Intusschen, hoeveel de bankiers verdiend hebben, doet thans voor ons minder ter zake, en op de zeer belangwekkende vraag hoe zij het aangelegd hebben, kan vooralsnog het antwoord niet worden gegeven; wij moeten ons dus bepalen bij het feit, dat het doel is bereikt: de wisselkoersen zijji boven verwachting laag gebleven. Dit nu was wel eenige opoffering waard, daar het van 't grootst belang was eene depreciatie te voorkomen van het oninwisselbaar bankpapier, die voor het publiek de noodlottigste gevolgen zou gehad hebben, en ook voor de Fransche regeering zeer rampspoedig zijn geweest, vermits de nog te wachten stortingen op de leeningen er door zouden belemrnerd, zoo niet verhinderd worden, en omdat zij ook zelf rechtstreeks aan de beurs voortging en moest voortgaan met het aankoopen van wissels. En dit is de derde manier waarop zij zich den noodigen voorraad heeft verschaft. Voor niet minder dan 1774 millioen, niet medegerekend een bijna even hoog bedrag 'twelk is ingekocht om weer in wissels op Duitschland te worden omgezet. Zeer veel heeft tot het goed gelukken van deze inkoopen medegewerkt het finantieel agentschap door de regeering te Londen, uitsluitend met het oog daarop, gevestigd. Het zorgde niet alleen voor den aankoop van wisseis, maar ook voor de incasseering van alle in Engeland betaalbare stukken, en voor den verkoop van Fransche rente, die door het departement van financiën moest gerealiseerd worden voor rekening van militaire pensioenfondsen, enz. Men koos de Londensche beurs voor dien verkoop, omdat daar het provenu natuurlijk in ponden sterling werd betaald, zoodat het niet noodig was zich die te Parijs tegen koersverlies in den vorrn van wissels aan te schaffen. Zelfs liet volgens Bailleux de MarisyGa naar voetnoot1 de regeering aan de beurs te Parijs buitenlandsche effecten opkoopen tegen bankbiljetten en ze naar Louden zenden, om daar tegen goud of wissel te worden verkocht. De agent kocht voor de gelden, die dagelijks tot zijne beschikking kwamen, wissels op Deutschland, maakte deze over aan zijne regeering, die ze in porte- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 333]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
feuille hield tot aan den dag waarop zij ze aan het Duitsche Rijk kon overdragen, of, zoo de vervaldag aanbrak voordat een betalingstermijn was verschenen, aan hare correspondenten in Duitschland toezond, om voor de incasseering te zorgen en de gelden in depôt te behouden, ten einde daarmede traites uit Parijs tegen het verschijnen van een betalingstermijn te honoreeren. Door deze verschillende maatregelen is het aan den Minister van finantiën gelukt de vereischte hoeveelheid wissels meester te worden. Maar het raadsel is, nu wij dit weten, nog niet geheel opgelost; immers dat hij wel op deze of dergelijke manieren moet zijn te werk gegaan, had ieder gerust kunnen beweren, ook al ware het nimmer uit een authentiek rapport aan te wijzen. En wanneer men maar overvloed van geld en crediet heeft, schijnt het niet zoo bijzonder moeielijk eene groote hoeveelheid goederen of wissels, of wat ook, te koopen, ondersteld altijd, dat er van het begeerde genoeg worde aangeboden. Nu kan zeker het aanbod van wissels zich verbazend uitzetten, het papier is gewillig, en zoo er maar voordeel is te wachten van trekken en accepteeren, zouden zich wel trekkers en acceptanten in overvloed opdoen, ware het niet dat bij het aanbreken van den vervaldag elk stuk moet worden betaald. De persoon, die in het stuk tot het doen der betaling is aangewezen, zal dan in het bezit dienen te zijn van de vereischte fondsen, in welken vorm hij die dan ook hebbe ontvangen, hetzij geld of bankpapier, hetzij eene andere waarde, die is genoten in goederen, effecten, voorschotten of ander credietpapier. Uit Frankrijk dus moet ten slotte de dekking zijn gekomen voor al die wissels. Deze zijn sleehts het middel waardoor, de vorm waarin de reeds voorafgegane of nog te volgen transactiën worden verrekend. En Frankrijk kan zich onmogelijk in het bezit van de overgroote menigte pretentiën op het buitenland gesteld hebben, zoo het niet aan dat buitenlaud geld, goed of papieren van waarde heeft afgeleverd. Wist men nu uit welke transactiën al die pretentiën zijn voortgevloeid, dan was men in staat zich volkomen rekenschap te geven van al het gebeurde. Uit de wissels zelf - reeds is het opgemerkt - heeft men het niet kunnen nagaan, de massa was te groot, de tijd te kort om ze naar hunne oorzaak te classificeeren. Dit achterna te doen, nu men de stukken niet meer heeft en uit de endossementen hunnen loop niet meer kan nagaan, is natuurlijk geheel onmogelijk. Men moet zich dus tevreden stellen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 334]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met eene uit andere gegevens verkregen aanwijzing van den omvang der verschillende handelstransactien, waaruit de wissels moeten jzijn voortgevloeid. Een halve eeuw geleden, toen de internationale handel zich bepaalde tot den uit- en invoer van koopwaren en edele metalen, toen al wat men uit het buitenland ontving werd betaald met andere goederen die men had verkocht, of met geld, kon men uit de statistieken der in- en uitgaande rechten een vrij juist overzicht verkrijgen van de zaken tusschen de verschillende volken gedaan. Maar dat is geheel veranderd. Er is sedert dien tijd een nieuw artikel van uit- en invoer bijgekomen, omtrent welks bewegingen de douanestatistiek geen enkel gegeven behelst noch behelzen kan. Het zijn de effecten - zoowel Staatsschulden als actiën en obligatiën van spoorwegmaatschappijen en andere industrieele ondernemingen. Wil men zich tegenwoordig eene juiste voorstelling vormen van de zaken in een gegeven tijd tusschen twee volken gedaan, dan dient men niet alleen de uit- en invoeren van koopwaren en van edel metaal te kennen, maar eveneens die van effecten en de daarvan afkomstige rente- en dividendbewijzen. Vermits een betrouwbare statistiek van den uit- en invoer dezer papieren - wier bewegingen aan het oog van het scherpste toezicht aan de grenzen zoo gemakkelijk kunnen onttrokken worden - niet is op te maken, moet men trachten bij benadering tot een cijfer te komen. Want hoe zou men zich van den voor- of achteruitgang der volkswelvaart rekenschap kunnen geven, wanneer men niet op de beweging van de effecten en coupons even goed lette als op die van de koopwaren en de edele metalen? Over de beweging nu van alle drie geeft Leon Say in zijn rapport zooveel mogelijk nauwkeurige mededeelingen, tot het verzamelen waarvan hij zich blijkbaar geene moeite heeft bespaard. De statistiek van den buitenlandschen handel toont aan dat Frankrijk in 1872 en 1873 veel meer goederen aan het buitenland heeft verkocht, dan vandaar ontvangen. Maar het bedrag van het verschil is meer dan overtroffen door de grootere invoeren in het jaar 1871, zoodat over de drie jaren, gedurende welke de afbetaling der oorlogscontributie heeft plaats gehad, de uiten invoeren ongeveer tegen elkander opwegen, en er althans geen balans in het voordeel van Frankrijk overblijft. Men mag dus stellen, dat door uitvoer van goederen geen bedrag van eenig belang is vereffend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 335]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Veel meer door uitvoer van goud en zilver. Dit kan geene bevreemding wekken, vooral niet wanneer men bedenkt, dat het verkeer een goed deel van deze metalen - die in groote hoeveelheid voorhanden waren - konde ontberen, sedert aan de bankbiljetten gedwongen koers was gegeven. Maar eene juiste opgave te verstrekken van de in- en uitgevoerde hoeveelheden is niet gemakkelijk. De douane statistieken toch zijn in dezen niet volkomen te vertrouwen; vooral ten opzichte van het zoo gemakkelijk te transporteeren goud zijn zij, zooals reeds vroeger bij de verschillende enquêtes omtrent het banken muntwezen was gebleken, zeer bedriegelijk. In den regel zijn hare opgaven veel te laag. Ook nu is dat het geval geweest. Het totaal bedrag toch der uitvoeren van goud voor particuliere rekening in de drie jaren zou volgens die statistieken nog geringer wezen dan hetgeen volgens informatiën, verkregen door de Commissie voor het budget, waarvan Leon Say rapporteur was, door niet meer dan drie der grootste Parijsche huizen alleen was geëxporteerd, terwijl volgens het Journal des Débats het door een enkel huis uitgevoerd bedrag van 382 millioen francs meer dan de helft zou zijn van hetgeen de douanestatistiek aangeeft. Men moest dus trachten langs anderen weg betere gegevens te verkrijgen. Daartoe konden uitnemend van dienst zijn de rapporten omtrent de aanmunting van rijksmarken in Duitschland, waarin gedetailleerde opgaven voorkomen van alle muntsoorten die zijn omgesmolten; verder kon men weten hoeveel Fransch goud was aangekocht door de Engelsche en door de Nederlandsche Bank, en eindelijk nagaan de voorraden goud en zilver bij den aanvang en bij het einde der milliardenoperatiën in het bezit van de Fransche Bank, in verband met het bedrag der door haar geëmitteerde biljetten en de vermoedelijke behoefte van de circulatie. Al deze gegevens te zamen vattende en met zorg critiseerende en combineerende, komt Leon Say tot de conclusie, dat er, behalve de 273 millioen francs, die rechtstreeks door de regeering zijn gestort, ongeveer 730 millioen door particulieren is geëxporteerd, ten einde daarmede wissels te dekken. Een milliard aan goud ongeveer zou dus Frankrijk hebben verlaten. Daarentegen zou er ongeveer 300 millioen francs aan zilver meer zijn binnengekomen dan uitgegaan. Deze resultaten, schoon na een uitvoerig onderzoek verkregen, maken - Leon Say zegt het uitdrukkelijk, en het laat zich begrijpen - geene aanspraak op strenge nauwkeurigheid. Wolowski | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 336]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heeft dan ook, schoon zonder eenig bewijs aan te voeren, beweerd dat het aangegeven cijfer te hoog is. Misschien zijn er betere gronden om het er voor te houden dat het wat al te laag is. Ik voor mij ten minste ben daartoe wel eenigszins geneigd, daar de berekeningen van Say eenigen twijfel bij mij overlaten, welke twijfel door de houding van de Fransche Bank wordt versterkt. Immers, zoo deze het verlies van specie niet aanmerkelijk hooger schatte, zoude zij sedert de verbazende toename van haren voorraad edel metaal wel reeds zijn teruggekeerd tot het betalen in specie. Intusschen het verschil doet tot de hoofdzaak weinig af, en al moge er eenige twijfel kunnen geopperd worden aangaande de juistheid van het als vermoedelijk juist opgegeven cijfer, als resultaat van het onderzoek mag zeker worden aangenomen dat slechts een betrekkelijk gering bedrag der milliarden-wissels zijn ontstaan heeft te danken gehad aan uitvoer van edele metalen. Er blijft dus weinig anders over dan effecten en coupons, en men zou bijna geneigd zijn om, ook zonder nadere gegevens te bezitten, als vermoedelijk zeker te stellen, dat verreweg het grootste deel der wissels zijn getrokken of gekocht tegen uitvoer van effecten en coupons. Trouwens, hoe zou het bedrag te constateeren zijn? Tot stellige resultaten te komen, is zeker niet mogelijk. Alle pogingen, door de Budgetcommissie aangewend, bleken dan ook ijdel. Wel verkreeg zij door de effectenmakelaars volledige opgaven van alle vreemde fondsen, welke in de jaren 1871, 1872 en 1873 aan de Parijsche beurs waren afgeleverd, maar die cijfers konden haar niet baten, wijl er eensdeels onder begrepen waren alle leveringen aan speculanten, zoodat men niet kon uitmaken hoeveel in buitenlandsche handen was overgegaan, anderdeels de cijfers verre van volledig waren, nu alles wat 'tzij op andere Fransche beurzen, 'tzij zonder tusschenkomst van makelaars (door de zoogenoemde coulisse) was verhandeld, natuurlijk er buiten bleef, en wanneer men bedenkt dat van een en ander het bedrag niet gering is, dan moet alle vertrouwen op deze cijfers wegvallen. Zoo kon ook de statistiek van het zegel en het recht op de overdracht van vreemde actiën en obligatiën niets baten, aangezien hare cijfers alleen omtrent de fondsen, voorkomende op de officieele noteering, aanwijzingen konden geven. Maar de commissie is in de gelegenheid geweest zich twee tabellen te verschaffen, die het feit, dat er veel effecten uit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 337]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
handen van Fransche houders naar het buitenland zijn overgegaan, boven allen twijfel verheffen: nl. een tabel van de coupons der Italiaansche staatsschuld, welke te Parijs zijn betaald zoo vóór als na den oorlog, en eene dergelijke van de Turksche. Die tabellen wijzen een zoo groot verschil aan, dat alleen aan Italiaansche staatsschuld eene kapitaalswaarde van 5 à 600 millioen francs nominaal en ook een belangrijk bedrag in Turksche fondsen is uitgevoerd. Van andere staatsen spoorwegleeningen, zooals Spaansche, Oostenrijksche, Egyptische, Noord- en Zuid-Amerikaansche, waarvan ook eene groote hoeveelheid in Fransche handen was, kan men dergelijke lijsten niet opmaken, doch men behoeft niet te twijfelen of ook daarvan zijn groote massa's verkocht aan het buitenland. En die verplaatsing van effecten was zeer natuurlijk, ja, men mag zeggen, dat zij een noodzakelijk gevolg was van de tijdsomstandigheden. Immers de Fransche rente stond geruimen tijd zeer laag, zoodat ieder Franschman, die eenig vertrouwen had in de toekomst van zijn land, er voordeel in moest zien ze in te wisselen tegen zijne hoog genoteerde vreemde fondsen. Daardoor werd het dan ook mogelijk, dat een zoo groot deel der milliarden-leeningen voor Fransche rekening is genomen, en dat kolossale geldsommen beschikbaar kwamen, om door middel van wissels naar het buitenland overgemaakt te worden. De feiten, voor zooverre bekend, bevestigen dus wat men reeds mocht vermoeden, en verheffen boven elken twijfel, dat het grootste deel der wissels, noodig voor het afbetalen der milliarden, zijn ontstaan uit verkoop van effecten. Daarbij komt nog het niet onaanzienlijk bedrag, opgeleverd door coupons en dividendbewijzen van vreemde obligatiën en actiën, en de sommen door vreemdelingen jaarlijks in Frankrijk verteerd. Leon Say neemt voor deze beide elementen te zamen een cijfer van 8 à 900 millioen francs 's jaars aan, en acht het waarschijnlijk, dat zij wel meer dan 2 milliarden zullen opgeleverd hebben. Of deze cijfers volkomen betrouwbaar zijn, is niet uit te maken: zij worden dan ook alleen gestaafd door hetgeen men noemt de communis opinio. Misschien is er niet gelet op hetgeen door Franschen in den vreemde werd verteerd, noch ook op het in buitenlandsche handen zich bevindend bedrag aan coupons ten laste van Frankrijk, welk een en ander natuurlijk zou behooren te worden afgetrokken. Maar wij hebben slechts te doen met ra- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 338]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mingen, waarvan de juistheid niet tot in de uiterste nauwkeurigheid kan geconstateerd worden, en wij hebben genoeg aan de hoofdzaak, welke er dezelfde om blijft. Verreweg het grootste deel der milliarden-wissels is gevonden uit den verkoop van effecten aan het buitenland, vooral aan Duitschland, een groot deel uit rente- en dividendbewijzen, een betrekkelijk gering bedrag uit den afvoer van edele metalen en niet dan zeer weinig uit den verkoop van goederen. De resultaten der vroegere besparingen van het Fransche volk bovenal hebben de regeering in staat gesteld het onmetelijk bedrag te betalen. Het crediet van den staat heeft de beurzen der ingezetenen geopend, en hetgeen deze zich in tijden van groote welvaart door oppassendheid en ijver hadden verworven, heeft de noodige middelen opgeleverd om de fondsen te verschaffen, die in den vorm van wissels konden overgemaakt worden. De rijkdom van Frankrijk, en vooral zijne toeneming onder het tweede keizerrijk, is dikwijls hoog geroemd, en moge men zich er somtijds overdreven voorstellingen van hebben gemaakt, de gebeurtenissen der laatste jaren hebben bewezen, dat het niet alles ijdele grootspraak was. Maar, was Frankrijk rijk genoeg om, ook na de zware beproevingen door oorlog en inwendige verdeeldheid, de schatten te betalen, die zijn overwinnaar het afeischte: aan zijne administrate komt de eer tee, de ongehoorde operatiën met den besten uitslag te hebben volbracht. De meeste voorzichtigheid, gepaard aan de grootste stoutmoedigheid, werd voortdurend betracht. Snel moest er gehandeld worden, om zoo spoedig mogelijk de bevrijding van het grondgebied te verkrijgen, maar toch ook niet overhaast, want, had men de boog te strak gespannen, een zware finantieele crisis zou nieuwe en pijnlijke wonden geslagen, het staatscrediet geschokt, de afbetaling der milliarden zeer bemoeielijkt hebben, en ernstige depreciatie van het oninwisselbaar bankpapier tot in een verre toekomst het herstel en de gezonde ontwikkeling van de volkswelvaart hebben verschoven. Waarlijk, ook al geeft men toe, dat de kosten op de geldleeningen gevallen, fabelachtig hoog zijn geweest, de Fransche regeering verdient hooge bewondering, en het is geene overdrijving, wanneer Leon Say, terugziende op het door haar volbrachte werk, uitroept: ‘van deze operatiën kon de mogelijkheid niet dan door de werkelijkheid worden aangetoond!’
(Wordt vervolgd). |
|