De Gids. Jaargang 23(1859)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina t.o.748] [p. t.o.748] In memoriam. Jan van Gilse, 1810 - 1859. Ach, een strijder is gevallen, En de smart doorvlijmt het heir... 't Rouwkrip floerst het zwaard van allen, En de vaan hangt treurend neêr. Eerlijk was zijn strijd op aarde, Stout zijn aanval, kalm zijn weer; Trouw waar hij zich eenmaal schaarde, Vlekkeloos zijn krijgsmanseer. Speur' de broeder niet naar namen, Waar hij hém meê roemen kan.... 't Grootst en 't edelst, het vloeit zamen In het woord: hij was een man. Enkele onder honderdtallen, Die dien eernaam heeft verdiend...! Zulk een strijder is gevallen, Onze broeder, onze vriend! [pagina t.o.749] [p. t.o.749] In den moederschoot der aarde, Legden wij zijn hulsel neêr; Maar zijn geest, zijn menschenwaarde Keerde in 't leven met ons weêr. 't Zaadje ontkiemt en lokt den maaijer, Zoo 't ten vollen graanhalm wordt, Schoon de hand ook van den zaaijer Reeds voor lange zij verdord. Broeder! schoon van ons geweken, Leeft ge met ons, leeft ge ook nu - Uw gezonde geest blijft spreken, Dat die veld wint danken we u. O wij gunnen u de ruste In den stillen donkren nacht; Tot er licht strale aan die kuste, Moede broeder, sluimer zacht! Om u, weemeed, bij u, vrede...! Als voor ons het doodsuur klinkt, Wenschen we ons een laatste stede Zoo als Gij er eene ontvingt. Vorige Volgende