| |
| |
| |
Staatkundig overzigt.
24 October 1848.
Toen, nu bijkans acht jaren geleden, uit de verwikkelingen van het Oostersch vraagstuk eene worsteling tusschen de kabinetten van Londen en Parijs was ontstaan, die den vrede van Europa ernstig bedreigde, schreef de koning der Franschen aan den Belgischen vorst: ‘Cette lutte n'est ni plus ni moins que la paix ou la guerre; et si c'est la guerre, que lord Palmerston et ceux qui n'y voient peut-être des dangers que pour la France, sachent bien que quels que puissent être les premiers succès d'un côté ou de l'autre, les vainqueurs seront aussi immaniables que les vaincus; que jamais on ne refera ni un congrès de Vienne, ni une nouvelle délimitation de l'Europe; l'état actuel de toutes les têtes humaines ne s'accommodera de rien et bouleversera tout. The world shall be unkinged; l'Angleterre ruinée prendra pour son type le gouvernement modèle des Etats-Unis, et le continent prendra pour le sien l'Amérique espagnole.’ Merkwaardige woorden voorwaar! wier gedeeltelijke vervulling ook in de jongstverloopen maand ten bewijs verstrekt, dat de gevallen koning zijnen tijd verstond, en den staat der gemoederen in ons werelddeel doorgrondde. ‘Spaansch Amerika!’ is het niet een treffend beeld van de anarchie in Duitschland? Oostenrijks keizer ander- | |
| |
maal op de vlugt, en de koning van Pruissen herhaaldelijk vernederd. - Zou het een voorspel zijn van de aanstaande onttrooning, ernstig begeerd door eene partij, wier rusteloos woelen men alom ontdekt, en die geene hinderpalen der zedelijkheid ooit in den weg stonden?
Geen staat, waarin de omwenteling sneller voortgang had, dan Hongarije. Men weet, hoe lang dit rijk zich gekneld voelde in de boeijen van Metternich's dwingelandij. In den rijksdag ontwikkelde zich allengs een geest van tegenstand, die, door bekwame hoofden geleid, den val van dezen staatsman verhaastte. Lodewijk Kossuth, thans met dictatoriale magt bekleed en erkend aanvoerder der revolutionairen, voor twaalf jaren een onaanzienlijk pleitbezorger, maakte zich de publiciteit tot bondgenoot. Hij verspreidde allerwege aanteekeningen van het verhandelde in de landsvergaderingen, eerst door de pers, en toen deze gedrukte stukken verboden werden, schriftelijke kopijen, door een aantal wakkere jongelingen onder zijn toezigt vervaardigd. Met den kerker gestraft, werd hij na zijne bevrijding uitgever van het Dagblad van Pesth en de vurigste bepleiter der volksregten. Ook de nationale vooroordeelen vierde en vleide hij, en tegenover de onderdrukte Croaten nam deze radicale Maghyar eene houding aan, zoo fier, als eenig keizerlijk minister had kunnen voeren. Graaf Zsecheny, Batthiany, Deak, werden allengs verwijderd of overvleugeld, en de eerstgenoemde edelman, na een leven van belangelooze opoffering door krankzinnigheid getroffen, kan naauwelijks worden gezegd den bloei van zijn land te overleven. Maar de triomf der radicalen was volkomen. Afscheiding van bestuur, met name in krijgszaken, overbrenging van den rijksdag uit Presburg naar Pesth, uitgifte van papierengeld, ondanks het keizerlijk verbod: ziedaar de eerste gevolgen voor Hongarije der Weener gebeurtenissen in Maart jl. Het bedenkelijkst verschijnsel echter was de strijd der nationaliteiten: een wapen, door de Maghyaren tegen het Duitschgezinde Oostenrijk gebruikt, maar dat welhaast tegen hen zelven gekeerd werd door
de velerlei stammen, die met klimmenden weêrzin der Hongaren invloed en taal en zeden zich zagen opdrin- | |
| |
gen. Zoo de Oostenrijksche monarchie, louter eene schepping van de staatkunde, door geene volkseenheid verbonden, dreigt uiteen te spatten, - het constitutionele Hongarije zal dit ontbindings-proces aanvangen. De Croaten, het verdrietig inreiken van klagten en adressen moede, hebben naar het zwaard gegrepen; en de naam van Jozef Jellachich von Buckzin, voor weinige maanden buiten de grenzen van zijn vaderland ter naauwernood bekend, zweeft nu op aller lippen door gansch Europa. Populair onder zijn volk, met welks lagere rangen hij is ingenomen, aangebeden door eene legermagt, die hare woestheid, ‘op zich huwende Westersche en Oostersche wijs,’ in hem getemperd ziet, maar toch wedervindt; - getrouw aan zijnen Keizer en tevens zelfstandig naar eigen inzigt handelend, wil hij den overmoed der Hongaren en het geweld der revolutie tegelijk breidelen. Wie herinnert zich niet, hoe hij voor vier maanden bij de gevaarlijke spanning in Hongarije volhardde in zijnen tegenstand tegen de stellige bevelen des Keizers, zich met de Slavische partij zocht te verbroederen, en ter verantwoording naar Inspruck geroepen, - vandaar met eerbewijzen overladen, door den Keizer zelven tot aan zijn reiswagen begeleid, onder het gejubel der menigte wederkeerde? Reeds toen aarzelde de revolutionaire partij niet te verspreiden, dat het Hof dubbel spel had gespeeld, en heimelijk de pogingen aanmoedigde, die het openlijk misprees. Is dit vermoeden gegrond, hoe heeft dan de gehuichelde ongenade en die tooneelvertooning van misnoegen hare dwaze uitvinders en meesters gestraft en ongelukkige slagtoffers doen vallen! - De landvoogd wapent zich, trekt de Drave over,
neemt stad bij stad in, bedreigt een oogenblik de Hongaarsche hoofdstad, - toen de afschuwelijke moord, aan Graaf Lamberg gepleegd, de bewoners met ontzetting en schrik kwam vervullen.
Deze krijgsman, aan staatkundige partijschappen vreemd, maar in aanzien bij de regtschapen lieden van alle partijen, was op last des Keizers naar Hongarije vertrokken, om het opperbevel der troepen te aanvaarden, - terwijl Graaf Mailath tot stedehouder was benoemd na het vertrek van den Pa- | |
| |
latijn Aartshertog Stephan, die, alle pogingen ter verzoening ziende mislukken, zijn ontslag in handen des Keizers had nedergelegd. Op weg naar het Hongaarsche hoofdkwartier, wordt hij te Ofen herkend, uit zijn rijtuig gesleurd, mishandeld, afgemaakt, en het lijk met kannibalenwoede aan stukken gescheurd. Niet bevredigd door dezen laaghartigen moord, wil de opgewonden revolutionaire partij in Weenen zelf eenen beslissenden slag slaan. Eene briefwisseling tusschen Jellachich en den oorlogsminister Graaf Latour, door landvolk onderschept, wordt te baat genomen, en listig gebruikt, om het vermoeden van kwade trouw en reactionnaire pogingen van de zijde des Keizers te versterken. De Graaf, op den rijksdag geïnterpelleerd, ontkende niet, dat hij Jellachich met aanzienlijke geldsommen had ondersteund tot soldij zijner troepen, die ook keizerlijke troepen zijn, en in wier betaling het Hongaarsch ministerie geweigerd had te voorzien. Het goud der Magyaren was aan andere regimenten ten koste gelegd. Dit bleek, toen op den 6den dezer maand de keurbenden, ter versterking voor het leger in Italië bestemd, de afreis zouden ondernemen. - Vroeger had Kossuth zelf, scherper ziende dan zijne Parijssche bewonderaars en medestanders, zich niet verzet tegen de deelneming zijner landgenooten aan den krijg in Lombardije. Hij wist, dat de terugtogt van het keizerlijk leger in eenige duizende Croaten een geduchten aanwas voor de vijandelijke magt zou medevoeren: want het
Oostenrijksch voetvolk is voor meer dan een derde deel uit Croaten zamengesteld. - Maar ditinaal hadden de toongevers in de Weener clubs het anders besloten. Des nachts vóór het vertrek van het eerste bataillon, uit Italianen zamengesteld, wisten de volksleiders van Kossuth's factie de gemoederen zoodanig tegen den afmarsch op te zetten, dat de afdeeling, met weêrzin uitgetogen, zich door het bijeengescholen landvolk ligtelijk liet overhalen, om naar Weenen terug te keeren. Op het oogenblik, dat deze weêrbarstige krijgslieden aankwamen, stonden twee grenadier-regimenten, onder geleide van ruiters, tot de afreis gereed. Het akademisch legioen en een deel der burgerwacht spanden met de muiters zamen, en na een hevig
| |
| |
gevecht, bij den noorder-spoorweg geleverd, behielden zij de overhand. Generaal Bredy en een tal bevelhebbers werden gedood; het veroverd geschut langs de straten van Weenen rondgevoerd, het tuighuis bestormd, het ministerie van oorlog - waar de ministers vergaderd waren - weldra vermeesterd, en de ongelukkige Graaf Latour door het laagste gepeupel uit zijne woning gesleept en gruwzaam vermoord. Nog aan het misvormde lijk moest de uitzinnige bende haren euvelmoed koelen. Zoo is Weenen, na eene derde omwenteling, geheel in de magt der radicalen geraakt. Want het schijngezag, door de rijksvergadering uitgeoefend, heeft wel de hoofdstad voor volslagen regeringloosheid behoed, maar is natuurlijk niet bestand tegen het geweld der menigte. Zelfs de schandelijke moord van den oorlogsminister moest met oogluiking voorbijgegaan, of vergoêlijkt worden. De troepen ontruimden Weenen: de burgerwacht werd onder bevel van nieuw-verkozen hoofden gesteld, en is naauwelijks in sterkte en aantal aan de gewapende bevolking gelijk, die het overrijke arsenaal heeft leêggeplunderd. De Keizer met geheel de keizerlijke familie heeft Schönbrunn verlaten, en is zijne woelige residentie andermaal ontvlugt, nu naar Ollmutz de wijk nemende. Hij liet een manifest achter, treffend door weemoedig verwijt. Op zijn bevel is de oproerige hoofdstad nu van alle kanten door de keizerlijke legers omsingeld, met Auersperg, Jellachich en Windish-Grätz aan het hoofd, die, naar het schijnt, bedoelen, om de bevolking, zonder het aanrigten van een bloedbad, tot overgaaf te dwingen. Van het Hongaarsch leger, dat nu eens onder Kossuth in aantogt heette, dan weder op eene dreigende depêche des Czaars zou zijn teruggekeerd, is tot heden niets met zekerheid bekend. Welk
een diepe indruk op Radetzky's troepen door deze onvoorziene gebeurtenissen is gemaakt, laat zich gemakkelijk gissen. Het Oostenrijksch mozaïk wordt in dit leger weêrgevonden: Magyaren, Slaven en Croaten zijn daar in bonte mengeling bijeen, en verlangen deel te nemen aan de voorvallen in het land hunner vaderen. Zij brengen de twisten van den geboortegrond in de legerplaats over, en staan te- | |
| |
genover de opgewonden Italiaansche bevolking, die, zoo onverwacht den kans ziende keeren, het uur harer bevrijding nu geslagen waant. Want Oostenrijk, aan de oude politiek getrouw, en zijnen naam vergetende, handhaaft de aanspraken en ziet slechts naar het Westen, - terwijl de Turken Bucharest bezetten en de Russische legers zich in de vorstendommen uitbreiden. Of de schokken van onzen fel bewogen tijd eene andere rigting aan de staatkunde dezer monarchie zullen geven, en de lessen in het geheugen roepen, die Prins Eugenius aan Leopold, en Lobkowitz aan Maria Theresia vruchteloos gaf, wanneer zij naar het Oosten als doel voor Oostenrijks streven wezen, - wagen wij niet te beslissen. Onwederlegbaar komt ons de stelling voor, dat deze staat sedert drie eeuwen is afgedwaald van zijne roeping, en dat, bovenal sedert de vereening met Hongarije, zijn weg ter uitbreiding en verovering oostwaarts loopt.
Koning Karel Albert zet zijne krijgstoerustingen voort, en staat nu aan het hoofd van een Piemonteesch leger, in sommige berigten, maar waarschijnlijk overdreven, op honderd duizend man geschat, en gereed den Italiaanschen vrijheidskamp te hervatten. Welhaast zullen wij zien, of deze volkeren, door tegenspoed geleerd, hunne onderlinge geschillen voor de zaak des vaderlands willen ter zijde stellen; of de geestdrift der vrijwilligers wederom met gelijk wantrouwen zal worden beantwoord, als vroeger door het voorloopig Milaneesch bestuur, maar vooral door het Piemonteesch leger werd betoond; of Italië's bewoners bereid zijn die offers te brengen, zonder welke geen volk het juk van vreemde overheersching ooit heeft afgeschud. Onmiskenbaar heerscht een geest van toenadering bij de bekwame mannen, die in Turijn de grondslagen van een nationaal verbond pogen te leggen. Ook in de spanning en onrust te Livorno willen wij geenszins de strekking voorbijzien, om het Toskaansch bewind tot meerdere krachtsontwikkeling tegen den buitenlandschen vijand te nopen. De wijziging van het ministerie, waarin thans Guerazzi's invloed bovendrijft, was in zooverre toegeven aan eenen regtmatigen volkswensch. Maar de leidsman van een' nationalen opstand moet veel- | |
| |
soortige talenten vereenigen: en als wij bedenken, hoe schaarsch de bloot administratieve bekwaamheden zich in Lombardije vertoonden, - omdat, naar men zeide, gedurende de zes-en-dertig jaren der Oostenrijksche heerschappij alle Italianen van karakter en aanleg uit ambten en bedieningen waren geweerd, - dan vragen wij, in welke Italiaansche oefenschool de veel hoogere vereischten van den staatsman zouden ontwikkeld zijn.
Door de laatste omwenteling te Weenen is de Engelsch-Fransche bemiddeling van zelve vervallen. Uit Londen werd ons eene reeks van officiële bescheiden meêgedeeld, waarin de loop en afloop der onderhandelingen omtrent de expeditie tegen Sicilië duidelijk wordt. Maar een algemeen congres, ter regeling der zaken van Italië, zoo als door Oostenrijk verlangd werd, had eigenaardige bezwaren. Vooreerst de plaats der zamenkomst. Zoo lang het keizerlijk be wind aan directe onderhandelingen met Karel Albert dacht, had het Verona en Padua voorgeslagen. Maar de Sardinische vorst had beiden afgewezen. Hij stelde aan de bemiddelaars Grenoble of Geneve voor, terwijl van Oostenrijk's zijde Insprück verkozen werd; maar verkozen op dezelfde gronden, die den koning moesten doen weigeren, zijnde deze stad aan den onvermijdbaren invloed van het keizerlijk hof blootgesteld. Te Parijs werd toen Rome als geschikt beschouwd en aan de betrokken kabinetten voorgeslagen. Maar ook omtrent het wezen der zaak bestond verschil. Frankrijk en Engeland wilden geen eigenlijk congres, waar al de Europesche mogendheden zouden vertegenwoordigd worden, maar soortgelijke conferenties, als waarbij vroeger de scheiding van Nederland en België, het Oostersch vraagstuk, en anderen waren afgedaan. Men begreep evenwel de Italiaansche vorsten niet te kunnen uitsluiten, ingeval Rome tot verzamelplaats werd bepaald, en meende, door hen gesteund, onder medewerking van Spanje, Portugal, waarschijnlijk ook van Zweden, den invloed der Noordsche mogendheden te kunnen opwegen. Inmiddels putte Sardinië zijne schatkist uit, en hoe meer de eindregeling vertraagd werd, hoe meer de krachten verloren gingen, waarover het tegen Oostenrijk beschik- | |
| |
ken kon; een gevolg,
dat zeker de sluwe diplomaten van de keizerlijke zijde niet ontsnapte, en hen alle middelen deed aangrijpen om de onderhandelingen in het oneindige te rekken, en den dag der bijeenkomst te verschuiven.
In Pruissen hield zich het ministerie von Pfuel staande, ondanks de hevige aanvallen der radicale pers en de niet minder belemmerende pogingen eener partij, die, het kostte wat het wilde, reactie beoogde, Zonderlinge opwellingen en weifelingen des konings zelven, als b.v. in de aanspraken, ter gelegenheid van zijn jaarfeest, strekten niet om de taak der ministers gemakkelijk te maken. Zij bewandelden den eenigen weg, die tot eene goede uitkomst kon leiden, door stipte handhaving van orde en wet aan den eenen kant, en streng vasthouden der constitutioneele bepalingen aan de andere zijde. De generaal von Wrangel had zijne betrekking als militair bevelhebber der Marken met eene dreigende proclamatie aanvaard en bleef beradenheid en moed aan den dag leggen. Ernstige ongeregeldheden te Keulen deden ook hier den staat van beleg ontstaan, die welhaast de normale toestand der groote steden dreigt te worden. Doch boven alles opmerkelijk is de meerdere toenadering tot het centraal bewind, gebleken zoowel in den maatregel, waarbij alle Pruissische troepen ter beschikking van het rijksbestuur zijn gesteld, als in de verheffing van een' Pruissich vorst tot hoofd der marine. Meer en meer wordt de overtuiging algemeen, dat de beslissing der Duitsche eenheid te Berlijn moet worden gezocht; ja, men durfde Frederik Willem als aanstaand Duitsch keizer noemen. Het netelig vraagstuk omtrent de diplomatieke betrekkingen buiten 'slands werd opgelost, zonder het nationaal gevoel te zeer te krenken. En zoo niet het aangekondigd congres der democraten te Berlijn de vrucht van zooveel inspanning op nieuw doet verloren gaan, mag men hopen, dat de goede verstandhouding tusschen deze bestuurders, onmisbaar voor Duitschlands rust, op hechte grondslagen is gevestigd.
Te Potsdam hadden botsingen plaats tusschen de koninklijke lijfwacht en de burgerij, even spoedig onderdrukt als uitgebarsten; maar veel ernstiger bekommering en vrees voor
| |
| |
rustverstoring was na de ontzettende gebeurtenissen in Weenen ontstaan, waarvan men dagelijks den wederstuit te Berlijn wachtte. Gelukkig is het tot heden bij onlusten onder werklieden gebleven, verbitterd door het gebruik van werktuigen en vermindering van loon; de burgerwacht bedwong ze spoedig, helaas! niet zonder dat er nieuwe slagtoffers van wederzijde vielen. - De nationale vergadering te Frankfort koos von Gagern op nieuw tot haren voorzitter. Het rijksministerie, telkens geinterpelleerd over het voortduren van den staat van beleg, die op den misdadigen aanslag der vorige maand gevolgd was, bleef de noodzakelijkheid volhouden; een voorstel van Zimmermann ter opheffing werd verworpen, en later verklaarde de minister von Schmerling, dat eerst de wet (van 10 October) ter beveiliging der nationale vergadering moest in werking komen. Natuurlijk dat de Weener omwenteling de meeste belangstelling bij het centrale bewind verwekte. Werkeloos aanschouwer van zoodanige gebeurtenissen kon het niet blijven; de toorts van den burgeroorlog moest zoo spoedig mogelijk worden uitgedoofd, wel niet door het zenden van rijkstroepen, maar door het afvaardigen van twee commissarissen (Welcker en Mosle), die in last hadden alles te onderzoeken en de middelen te beramen ter verzoening geschikt. - Eene aanklagt tegen drie leden der vergadering, Zitz, Schlöffel en Simon, lokte levendige debatten uit, die met verlof tot vervolging dezer afgevaardigden werden besloten. Van de snoode moordenaars van Auerswald en Lichnowsky zijn althans eenigen bekend geworden en in hechtenis; dieper gezonken booswichten heeft de geschiedenis van onzen tijd niet aan te wijzen.
Nog vóór den aanvang der maand trof ons het doodberigt van een Engelsch staatsman, wiens verlies voor twee of drie jaren misschien op wedrennen en in jockey-clubs betreurd, maar zeker niet als eene politieke gebeurtenis zou vermeld zijn geworden. En toch is de dood van lord George Bentinck in deze oogenblikken van beteekenis, niet slechts voor de partij der protectionisten, die in dezen onbuigzamen man een hoofd verliest, door niemand te vervangen; voor de belangen der W. Indische volkplanters, die in hem een' voorstander missen
| |
| |
van onvermoeiden ijver; maar ook voor het ministerie, dat in dezen lastigen bestrijder den laatsten vertegenwoordiger van oude vooroordeelen aan zijne tegenpartij ontvallen ziet, doch welligt, door ineensmelting van schakeringen onder de oppositie, een moeijelijker kamp heeft te duchten. Zonderling was de levensloop van dezen man! Uit een aanzienlijk geslacht gesproten, tot bijzonder secretaris van Enlands eersten minister, den genialen Canning, benoemd, met een ijzeren wil en groote talenten de politieke wereld ingetreden, schuilt hij evenwel in het duister twintig jaren lang. De Engelsche aristocratie, door haren leidsman Sir Robert Peel verlaten, - verraden zoo zij meent - kiest den vergeten telg van een' edelen stam, die in het parlement naauwelijks werd opgemerkt, tot haar hoofd: - en deze spreidt aanstonds bekwaamheden ten toon, die algemeene bewondering wekken. Zijne felle, bittere aanvallen op de handelwijze van Sir Rob. Peel omtrent Canning werden in elke zitting door even vinnige tegenkanting tegen de ministeriële voorstellen gevolgd; - Lord Grey, Mr. Hawes ondervonden zijne scherpe hekelzucht, die, gepaard met eene zaakkennis en bedrevenheid zonder wederga, de ministers herhaaldelijk van dwaling overtuigde, feilen ontdekte, en kwade trouw verweet.
Ierland bleef rustig. Het regtsgeding tegen Smith O'Brien en zijne medebeschuldigden te Clonmel werd voortgezet zonder stoornis en zonder groote belangstelling des volks. Schuldig verklaard aan de misdaad van hoog-verraad, doch aan de genade der regering aanbevolen, - heeft de veroordeelde tot het laatst volgehouden, dat hij zijnen pligt had gedaan, en, de regters bijna braverende, er bijgevoegd, dat alle Ieren naar zijne overtuiging zoo behoorden te handelen. Toch schijnt de flaauwheid zijner landgenooten een pijnlijken indruk op hem te hebben gemaakt. M. Manus, O'Donoghue, Meagher hebben een gelijk vonnis van de Jury ontvangen, - die ditmaal met minder moeite dan in het proces tegen Mitchell tot eenstemmigheid gekomen is. -
Gedurende de schorsing des parlements was de publieke aandacht meer op het buitenland gevestigd. De excentrieke
| |
| |
Lord Brougham gaf in een' brief aan den minister Landsdown zijne beschouwingen over de jongste omwenteling in Frankrijk in het licht, zonderling contrasterende met zijn' vroegeren wensch, in een schrijven aan Cremieux uitgedrukt, om het Fransch burgerregt te verkrijgen, en zóó tot lid der nationale vergadering te worden verkozen. Dit althans is de uitlegging, door de Engelsche pers aan deze stappen van den beruchten lord gegeven. In den aanhef van dit nieuwste zijner geschriften noemt hij deze Februarij-omwenteling: ‘the most extraordinary revolution which ever altered the face of affairs in a civilized country.’ Dat men in goeden ernst gelooft, plotseling den geheelen toestand der maatschappij te kunnen veranderen; - alle aangenomen denkbeelden op eens vaarwel zegt, en dat zulk eene volslagene omkeering door een handvol gewapende schelmen zal worden tot stand gebragt, dit, meent de schrijver, moet elk gevestigd gezag onzeker maken, en het vertrouwen op alle regeringen, bovenal op democratische, tot de grondslagen schokken. Hierbij, vervolgt de schrijver, moet ik een oogenblik stilstaan in het belang van alle vrije staten, en van populaire staatsregelingen. Ik spreek nu niet van de gebreken der vorige regering, noch van de grieven tegen de ministers; ik zwijg van de voordeelen eener republiek; mijnentwege moge dit de beste regerinsvorm zijn, dien het menschelijk vernuft kan uitdenken, en de monarchie aan alle verkeerdheden lijden, welke ooit eenig democraat aan het koningschap geweten heeft; de verandering van bestuur zij nuttig en noodig geweest, en de vervanging moge al den lof verdienen, dien de bewerkers er aan hebben toegezwaaid, ja, het onbeperkt gezag, gedurende drie maanden door mannen gevoerd, die niet de minste
aanspraak op eenigerlei gezag konden maken, moge met wijsheid en verstand zijn uitgeoefend, - ik onderzoek dit alles nu niet. Mijn bezwaar is tegen de wijze van verandering; tegen omwentelingen, met een' toovenaarsstaf te voorschijn geroepen, - troonen door éénen schok omgeworpen, - republieken in één oogenblik gesticht, - constituties ex-tempore gemaakt, ‘geïmproviseerd,’ om de uitheemsche zaak met een uitheemsch woord
| |
| |
te noemen. Het verschijnsel, nu voor de eerste maal aan de verbaasde wereld vertoond, is onze ernstige overweging dubbel waardig, en ik aarzel niet te voorspellen, dat vroeg of laat de meest belanghebbende partij, het Fransche volk zelf, zich diep beklagen zal. Door de omwenteling van Februarij is het bewijs geleverd, dat ter verandering van regeringsvorm geene lange reeks van grieven noodig is, - geene onderdrukking of misbruiken, - geene ineensmelting van partijen, - geene voorbereiding, om oppositie tegen de ministers in eenen oorlog tegen de dynastie te doen overgaan. Het is duidelijk uitgemaakt, dat, om den ganschen politieken gezigteinder te veranderen, niet meer wordt vereischt dan een volksoploop ter gelegenheid van een gastmaal of optogt in Parijs; - een honderdtal lieden, die wenschen zich in een gevecht te onderscheiden, of ijdel genoeg zijn om wegens het behalen van straattropheën geprezen te willen worden, ook als er geen strijd is geweest: zulke lieden, door zoodanigen wensch gedreven, kunnen een bestaand gouvernement eensklaps vernietigen. De nationale garde zal slechts aan hare winkels en breekbare waar denken, en niet tusschen treden, mits er geen gevaar van plundering besta; en de meerderheid der bevolking zal onvoorwaardelijke gehoorzaamheid betoonen, om haar leven te redden; Parijs zal gewonnen worden, en geheel Frankrijk zich de wet door Parijs zien gesteld. De raddraaijers hebben slechts te verkondigen, dat de winkels en die ze bewonen veilig zijn; en hun is de zege, zoodra ze lust gevoelen in een gevecht of in eene omwenteling, - den schijn van een gevecht, maar de wezenlijkheid eener omwenteling. Zoo werd het in Februarij begrepen; in Junij was het anders, en de aanslag mislukte. - Ter loops geeft de ervaren staatsman nuttige
wenken aan de ontwerpers der nieuwe Fransche constitutie; hij wijst de voordeelen van twee kamers, de afscheiding der verschillende staatsmagten, de klippen van algemeen stemregt aan. Vooral trok onze aandacht de vergelijkende beschouwing van Duitschland, waarin wij geheel onze overtuiging wedervonden. Van ééne zaak ben ik volkomen zeker: de proefneming van het suffrage universel, - al mogt
| |
| |
ze bij de uitkomst blijken in Frankrijk gelukt te zijn, dat lang aan de kies-verrigtingen gewoon was, - kan in Duitschland onmogelijk slagen; en het was dwaas gehandeld, dat men aldaar aanving met dit ten regel bij de verkiezingen te stellen. Ik beschouw Duitschland als meer bedreigd dan Frankrijk zelf, door de gevaren uit sociale beroeringen, en de ergste gevolgen van volksrazernij voortspruitend. Het mist de ondervinding, die het Fransche volk aan allerlei omkeering gewend heeft; de menigte heeft niet in dien schrikkelijken staat van opgewondenheid geleefd; bij den eersten schok kan de constitutie zelve bezwijken. De leiders zijn geheel onbedreven in het bestuur der publieke zaak, en alle staatsinstellingen zijn naar een plan gevormd, dat alleen met de uiterste omzigtigheid en veel beleid, op de bedoelde nieuwigheden kan worden toegepast. Bovenal is daar de bedwelming aanwezig, doorgaans met groote veranderingen gepaard, en de dolle streken, bij knapen enkel tot vrolijkheid leidende, worden schrikbarend, wanneer volwassenen zich aan den zwijmeldrank overgeven, die voor het eerst de rede verduistert en ruw geweld loslaat. Ook kan ik de oogen niet sluiten voor het bijzonder karakter, dat de Duitschers kenmerkt. Achtenswaardig in vele opzigten, worden zij in nijverheid, eerlijkheid en vriendelijken aard niet overtroffen. Daarmede echter is eene exaltatie van verbeelding gepaard, voorzeker naauw verwant aan die schitterende genie, waarvan ze eene overdrijving is, doch die tevens ligt het oordeel benevelt en de rede tot zwijgen brengt. Daarom wordt de brave, volhardende Duitscher dikwijls bevonden als verdwaasd te zijn, de slaaf van ijdele bespiegelingen, aan dweeperij overgegeven, geneigd om zich in onverklaarbare twisten te steken. - Ik zou zelfs op hunne
beminnelijke eigenschappen mij niet durven verlaten, indien de algemeene opgewondenheid, op de Duitsche verbeelding werkende, hen ééns buiten de palen van een bedachtzaam gedrag had gevoerd. Van nature mag het gepeupel te Parijs of op Sicilië woester, het Duitsche gemeen bespottelijker zijn; maar wie zal zeggen, hoe verre men kan afdwalen, als bezadigdheid en gezond verstand ons begeven? - Reeds heeft zich het
| |
| |
gebrek aan ondervinding in regeringszaken vertoond, deels in de kamers, deels bij de kiezers zelven. Ik heb van eenige mijner Duitsche vrienden tabellen en opgaven gezien aangaande de afgevaardigden naar den Weener rijksdag. Van de drie honderd verkozenen waren er naauwelijks zes van zoodanige geboorte of opvoeding, dat wij hen ‘gentlemen’ zouden noemen. Er was op die staten eene kolom voor leden, die ‘lezen en schrijven’ konden; deze was schaarsch ingevuld; eene andere, voor wie ‘enkel lezen’ konden, was iets beter voorzien. En aan zulke lieden wordt het moeijelijkste werk toevertrouwd, dat den menschelijken geest kan bezighouden, het vaststellen eener staatsregeling! Dat het onderwerp aan deze eenvoudige mannen vreemd zou zijn, zelfs indien zij in staat waren elkander te verstaan, is zeker; hoe zal het dan zijn, nu zij, vergaderd ter zelfder plaats, dezelfde taal niet spreken, nu voor het minst 80 van deze 300 zich in het Slavoonsch uitdrukken, dat de Duitscher niet verstaat, en buiten staat zijn om een woord van de taal te begrijpen, die de Duitscher alleen spreekt. En toch zoo is het, - zoodanig zijn de gevolgen van het ‘algemeen stemregt’, naar Oostenrijks staten overgeplant, die, in onderscheiding van Frankrijk, vroeger van geen kiesregt hoegenaamd iets wisten.
In Berlijn is eene soortgelijke kamer uit een iets beperkter stelsel ontstaan. Onder 400 leden zijn er zestig, die de geschiktheid hebben, en een gewigtig, maar gering deel uitmaken. Niet minder dan 260 zijn onbekende regtsgeleerden, onderwijzers, kleine koop- en handwerkslieden. Ongeveer 80 zijn gewone arbeiders; nagenoeg een gelijk getal zijn menschen met eenig vermogen, en evenveel die naauwelijks hunnen naam kunnen schrijven, daar zij zonder opvoeding zijn. Het verwonderde mij niet van een bevoegd getuige te vernemen, dat factie en de geest van staatkundige waaghalzerij in deze Pruissische wetgevende vergadering eene hoofdrol vervullen. Zij bestaat uit eene behoudende partij, of ‘droite’ van 130-, eene republikeinsche of ‘gauche’ van 110-, een gematigd centrum van 100 leden: en deze secties worden door leiders gevoerd, die haken om het meest be- | |
| |
ginsellooze en baatzuchtige spel der facties te spelen. Slechts 60 in het geheel behooren tot geene partij, maar zijn gereed de volksbelangen te behartigen.
‘Ik kan niet besluiten zonder mijne vaste hoop uit te drukken, dat het Britsch Gouvernement op de teekenen der tijden ernstig letten zal, en boven alles toezien, dat, te midden der beroeringen in Europa, de raad en invloed van Engeland inzonderheid ten aanzien van Frankrijk niet worden in de waagschaal gesteld. Indien - zoo als velen gelooven - het bewind den vorigen zomer in den doolhof der Italiaansche zaken is verward geraakt, uit eene noodlottige zucht, om de Fransche regering in populariteit te overtreffen, dan voorzeker was dit niet moeijelijk; - want hij kan altoos het meest bieden, die het minst door bedachtzaam overleg wordt weêrhouden, en enkel op het verkrijgen ziet, zonder de kosten te berekenen. Welligt hebben de leden van het kabinet tevens bespeurd, dat al hetgeen dus verworven wordt ten koste van eerlijkheid en goede beginsels, weinig waarde bezit, en van zoo brozen aard is, dat het niet lang kan worden genoten. Dat het Engelsche gouvernement, een jaar geleden, veel meer dan het Fransche populair in Italië was, kan ik uit eigene aanschouwing verzekeren, maar tevens, dat wij in geen hooger aanzien en gunst stonden op het einde des jaars, terwijl ik volkomen overtuigd ben, dat wij thans alles behalve populair zijn in ieder gewest van Italië, zoowel aan de hoven als bij den adel en het volk.’ - Deze merkwaardige brief - wel niet te vergelijken met Burke's beroemd werk: ‘Reflections on the revolution in France,’ wat diepzinnigheid en keurigen vorm betreft, maar toch vol belangrijke opmerkingen - is bij eene vierde uitgaaf verrijkt met een voorberigt, waarin de schrijver zich verklaart over zijne poging tot ‘naturalisatie’ in Frankrijk, en in edele taal hulde doet aan de talenten en beginselen
van zijnen vriend Guizot. Reeds vroeger had de beroemde historie-kenner Hallam eenige woorden van hoogachting en vereering voor den gevallen Franschen minister gesproken: - kleine verzachting bij zoo groot leed, maar die ons wèldoet bij algemeene verguizing.
| |
| |
Hoe veel onverdachter getuigenis wordt door den loop der gebeurtenissen zelven in Frankrijk aan de staatkunde en het doorzigt der voormalige bestuurders gebragt! Te Parijs is de staat van beleg opgeheven! maar kan men vergeten, dat de hoofdstad maanden lang onder militair gezag heeft geleefd, vrijheid verruilde voor het zwaard eens bevelhebbers en het rumoer eener legerplaats? De drukpers is weder ontboeid! maar in het verschiet grijnst haar eene wetgeving tegen, die de befaamde September-wetten op zijde streeft. Het ministerie moest worden gewijzigd! en de geschiktste mannen worden in bekende staatslieden, dienaars van het verdreven koningschap, gevonden! De nieuw ontworpen constitutie is afgehandeld en aangenomen; maar de belangstelling in en buiten de vergadering was uitermate gering. Aan het buitenland werden de schoonste toezeggingen gedaan; de vurige zonen van Italië, bedwelmd van vrijheidsdroomen, dringen aan op de vervulling; doch te vergeefs! en uit Palermo wordt herinnerd, dat de Napolitaansche vloot, voor weinige weken onverhinderd uitgeloopen, tijdens het ministerie Guizot in de haven geankerd bleef. Eere ook der republiek, voor zooverre wij mogen aannemen, dat hooger beginsel haar van inmenging en interventie weêrhield; maar de buitenlandsche politiek sedert Februarij is de volkomenste lof- of vrijspraak van hen, die, trots smaad en verguizing, achttien jaren lang hetzelfde stelsel handhaafden. Alleen met dit onderscheid, dat het talent, waarmeê die staatkunde verdedigd werd; de innige overtuiging, dat Frankrijk's welbegrepen belang geene andere gedragslijn toeliet, meer in het oog vielen. De debatten over de staatsregeling werden gedurende 50 dagen voortgezet; allerbelangrijkste punten kwamen ter sprake, en enkele malen, als bij
uitzondering, werd de aandacht der representanten geboeid. Zelfs de jaarboeken der Fransche parlementaire welsprekendheid hebben geen voortreffelijker redenen aan te wijzen, dan die in de zitting van 27 September door de Lamartine en Odilon-Barrot werden uitgesproken. Ook zij, ‘qui nolunt eundem pluribus excellere,’ riepen ditmaal uit: ‘nous avons souvent loué le poète dans M. de Lamartine; aujourd'hui nous pouvons louer sans réserve l'orateur. Nous
| |
| |
connaissions chez M. de Lamartine l'abondance, la richesse, le pathétique; nous avons admiré aujourd'hui le logicien nerveux, puissant, l'homme d'état, qui saisit le vrai dans un point de vue, et qui l'expose sans reticences et sans faiblesse.’ Men weet, dat hij de bepleiter was van eene enkele kamer. Wegslepend sprak Odilon-Barrot ter verdediging van twee kamers, volgens hem het plegtanker der republiek, die hij kwam waarschuwen met dezelfde overtuiging, maar hij hoopte met beter gevolg, als hij zoo lang de constitutionele monarchie gewaarschuwd had. Weinige dagen daarna werd de gewigtige vraag onderzocht, of de president door de vergadering, of door het volk zou worden gekozen. Ook toen schitterde het talent van de Lamartine boven allen uit; maar hijlegde bovendien eene menschenkennis en eenen moed aan den dag, van alle kanten toegejuicht. De vrees, die dagelijks algemeener wordt, dat de erfgenaam, niet van den roem, maar van den naam, in het krijgshaftig Frankrijk bij voortduring gehuldigd, de meerderheid der stemmen bij volkskeuze zou wegdragen, die vrees zou hem niet beletten op een meer wezenlijk gevaar voor de republiek te wijzen: onverschilligheid, wantrouwen, ‘manque de foi dans cette république, qui n'a été en vérité qu'une grande et merveilleuse surprise du temps.’ Wat kon dus onstaatkundiger zijn, dan het volk van de uitoefening zijner souvereine regten te berooven?
De gevaarlijke klippen van het papieren geld, waarop reeds zoo menige staat is gestrand, werden door Thiers aangeduid, en geen volgeling van Cambon durfde in de vergadering de assignaten verdedigen. Als bekwaam financier bekend, is de gewezen minister door den aard van zijn redenaarstalent bijzonder geschikt voor exposés aan eene Fransche kamer, die heldere, nette, juiste ontwikkeling eischt. Maar niet altoos was kalmte en waardigheid, zoo als die aan volksvertegenwoordigers betaamt, een kenmerk der nationale vergadering. De storm, door de interpellaties van den afgevaardigde Denjoy omtrent het banquet te Toulouse verwekt, en nu onlangs hernieuwd bij eene onbewimpelde afkeuring van het gedrag van L. Bonaparte door Clément Thomas, is een parlement onwaardig. Anders betwisten wij de gegrondheid der gemaakte
| |
| |
bedenkingen of aantijgingen niet. De zonderlinge réserve, die de volksrepresentant Louis Bonaparte in acht neemt, is in al te sprekend contrast met het avontuurlijk gedrag van den held van Straatsburg en Boulogne, om niet te doen vermoeden, dat de pretendent zich reeds ontmaskert. Maar wat dan te zeggen van het verblinde volk, dat eenen man aan het hoofd des staats wil verheffen, van wien het enkel dolzinnige aanslagen en slecht voorgedragen redevoeringen, door anderen zaamgeflanst, heeft vernomen; of misschien de zinnebeeldige voorstelling zijner aanspraken op de keizerskroon, toen een adelaar ten hemel steeg, te midden van geschilderde arendgestalten? - wat anders, dan dat blijkbaar zucht naar krijgsroem nog voortleeft, welligt de wrevelige spijt over vroegere vernederingen de groote natie nog bezielt, en dat ook dit nivellerend geslacht weinig vatbaar is voor wezenlijke vrijheid, daar het despotisme en alle de vergrijpen des dwingelands voor krijgslaurieren en overwinningen vergeet?
De herziening der Grondwet in Nederland is tot een gewenscht einde gebragt! Eere daarvoor in de eerste plaats den Koning, die de helderheid van blik, op het slagveld beslissend, heeft overgebragt in de raadzaal, en het juiste oogenblik niet heeft laten ontsnappen. De vervulling van het tweede deel van het programma, in Mei door den Minister van Justitie ter Tweede Kamer verkondigd, zal, hopen wij, het werk voltooijen, en is althans niet minder dan de herziening volksbehoefte. Zelfverloochening, en niet in geringe mate, zal wederom van vele vertegenwoordigers worden geëischt; zij kunnen het ‘honeste cadere,’ ook in de politiek eene behartigenswaardige les, in acht nemen. ‘Constitutions are not made, but grow;’ - gestadige ontwikkeling is in de menschen-maatschappij althans niet minder dan in de natuur zigtbaar en noodzakelijk. Wij vreezen wel, dat bij de toepassing van het kies-reglement zal blijken, hoe weinig gevorderd onze politieke opvoeding is. De lijsten der benoembaren voor de Eerste Kamer hebben
| |
| |
de gebreken van den aangenomen maatstaf sterk doen uitkomen. Dubbele reden, om bij de keuzen behoedzaam te zijn, ten einde men zich niet beklage, dat de kroon door het volk werd vervangen. Ons nationaal karakter is warsch van het optreden in de ‘toga candida;’ maar men bedenke, welke de uitkomst wezen zal, wanneer enkele onbeschaamde raddraaijers en politieke avonturiers zich onverlet doen gelden. De moed, om eene eerlijke nederlaag te ondergaan, behoort regtgeaarde vaderlanders te bezielen. Met vreugde zagen wij oproepingen aan militairen gerigt. Te lang werden zij uit de Tweede Kamer geweerd, en als wij in het oog houden, dat vereenvoudiging en bezuiniging allereerst van het departement van Oorlog worden verwacht, maar dat te gelijkertijd aan een goed ingerigt defensie-wezen, vooral bij mindere sterkte der legermagt, alles gelegen is, - dan achten wij de verkiezing en den invloed van bekwame officiers hoogst wenschelijk. De formule, waarmede enkele onzer landgenooten uit Java werden ingescheept (tot herstel hunner politieke (?) gezondheid), steekt zonderling af bij de gedweeheid, die tijdens de zamenkomst werd betoond, en herinnert wat al te zeer aan het ‘l'air de la ville ne vous convient pas’ uit andere tijden. Mogt tegen de Balinezen maar gelijke energie worden aan den dag gelegd! |
|