| |
| |
| |
Schriften voor de beoefening der Engelsche taal.
I. Complete English-Dutch and Dutch-English Pocket-Dictionary. By D. Bomhoff, hz. Part I. English and Dutch. 646 p. Volledig Engelsch-Nederd. en Nederduitsch-Eng. Zak-Woordenboek. Door D. Bomhoff, hz. II. Deel. Nederd.-Engelsch. 552 bl. in klein kwarto-formaat. Te Zutphen, bij W.J. Thieme. 1840.
Vóór eenige jaren gaf de Heer bomhoff een Engelsch-Nederduitsch en Nederduitsch-Engelsch woordenboek bij h.c.a. thieme te Zutphen in het licht, van welks eerste gedeelte eene tweede uitgave in het jaar 1832 door den Heer j.f. thieme te Nijmegen, in wiens fonds het geheele werk was overgegaan, bezorgd werd. Terwijl de oplage daarvan nog niet uitverkocht is, geeft de Heer bomhoff een ander Engelsch woordenboek, niet bij thieme te Nijmegen, maar bij diens broeder te Zutphen, in het licht. Deze niet zeer kiesche handelwijze, om geen scherper woord te bezigen, welke tot merkelijk nadeel van den Nijmeegschen uitgever moet strekken, zou welligt voor de regtbank der wetenschap eenige verschooning vinden, indien het nieuwe woordenboek, door den Heer bomhoff voor een Complete Dictionary uitgegeven, het vorige wezenlijk in waarde overtrof, en inderdaad ‘alle woorden bevatte,’ zoo als het voorberigt belooft, ‘niet slechts die tegenwoordig door de beste schrijvers gebruikt worden (waarvan vele zelfs nog in geen woordenboek zijn opgenomen), maar ook door vroegere schrijvers (tot chaucer toe) gebruikt werden.’ Doch helaas! in plaats van de leemten en gebreken, welke het vorige woordenboek van bomhoff kenmerken, hier aangevuld en verbeterd te zien, vond recensent in het nieuw uitgekomene, bij oppervlakkigheid en alledaagschheid, tevens eene groote onvolledigheid. Hij zal zijne uitspraak door eenige bewijzen staven. Onder de verouderde woorden, of woorden door vroegere schrijvers gebruikt, zocht hij te vergeefs naar abaist, abaysing, abee, abeigh, ablins, aboon, abray, adaw, affhand, aery, aggrize,
| |
| |
agoor, agraste, amain, and, in de beteekenis van indien; appeyre, arew, arraught, awsum, awny, ayen, bail, in de beteekenis van ongeluk, verderf; ballow, barbing, barn, in de beteekenis van kind; beblotte, bede, beesen, behest, benim, beteche, big, in de beteekenis van bouwen; bilt, blutter, bokeler, bottom, in de beteekenis van nasporen, navorschen; boutger, bothum, breinge, brech, brie, bullyons, bumle, bulcke, bum, in de beteekenis van gonzen; bungy. Onder de zamenstellingen, met het voorvoegsel by, worden byreve, byraft, bylive gemist. Dit lijstje zoude men, indien het noodig ware, gemakkelijk met eenige honderden woorden kunnen vermeerderen; doch het geleverde is meer dan genoeg, om het gebrekkige van dit woordenboek, met betrekking tot verouderde woorden, aan te toonen. Hoe volledig de gebruikelijke en kunstwoorden worden opgegeven, zal blijken, wanneer men weet, dat wij vruchteloos zochten naar abacted, to abay, abbroch, abbuttals, abeched, abeletree, abelition, abent, aber, aberemurder, abgregate, abishering, abladium, ablaqueate, abloicate, ablude, ablution, abominants, above-board, abrig, abrook, absalonism, absis, abstorted, abstrude, accapitare, accidie, accidious, accinet, accipient, accise, acclivis, accolle, accorn, aces, acer, achne, achronical, acolite, acone, acor, acreme, acros, acrostolium, aculcate, acute-angle, adamic-earth, adcorporate, addubed, adecabist, adiapneustia, adle-eggs, adnata, ado, adolescency, advectitious, ady, aera, aeruginous, aerumnous, aes, aesnecy, affidatus, affreightment, aforus, after-eye, after-kindred, agalma, age-prier, agelastick, ager, ageracy, aggrate, agistage, agleeds, agrease, agresses, aguise, aisthesis, ajutage, akin, alcmanian, aleshot, algema, algores, alble, aliety, aligerous, allegiare, allerions, alleviare, allide, allubescency, almain, aluta, ambifarious, amblosis, amfractuous, amma, amnigenous, amotion,
amurconty, anack, anaclaticks, anadesma, anaea, anagraphe, anamneticks, anbury, and-irons, ancal, enz. Wij zijn slechts tot de helft van de eerste letter des alphabets genaderd, en missen reeds zoo vele woorden! Indien wij al de ontbrekende wilden opgeven, zouden wij eene lijst zamenstellen, uitgebreider dan het boek van bomhoff zelf, hetwelk in het bijzonder zeer gebrekkig is aan zee-, scheeps- en handelstermen, die echter in een Engelsch-Nederd. woordenboek volstrekt niet moesten ontbreken.
In de verklaring en het opgeven van de beteekenis der woorden heerscht insgelijks de grootste onvolledigheid. Wij
| |
| |
zullen er een paar voorbeelden van bijbrengen. Voor abacus wordt slechts opgegeven: ‘rekentafel, dekstuk.’ Bij de toonkunstenaars beteekent het ook: het stellen der speeltuigen; in de bouwkunde: het opperste lid van het kapiteel eener kolom, en in het huishouden eene pottebank of een buffet. Abaft: ‘naar achter, achterste deel.’ Er wordt ook dat gedeelte van het schip onder verstaan, hetwelk tusschen den grooten mast en den achtersteven is. Abduction is in de heelkunde eene zekere beenbreuk. Ablepsy heeft ook de figuratieve beteekenis van onbedachtzaamheid, voorbarigheid. Abut beteekent insgelijks beperken, bepalen. Van action zijn de beteekenissen ten uiterste onvolledig opgegeven, evenzeer van about, alternate, anchor en van een overgroot aantal andere, zoo als van actor, dat niet slechts tooneelspeler, maar ook voorspraak (advokaat) beteekent; van aventual, hetwelk tevens gebeurlijk; allay, dat ook voordienen; alogy, dat mede vraatzucht; amenable, dat ook gezeggelijk, handelbaar, rekkelijk, meêgaande beteekent, enz. - Men is weinig gevorderd, wanneer bomhoff analemma door analemma, of andante door andante vertaalt.
Het Nederduitsch-Engelsche gedeelte van dit uit 1200 bladzijden bestaande zakwoordenboek kan den toets van volledigheid met het vroegere door bomhoff uitgegevene niet doorstaan. Een voorbeeld uit vele zal genoeg zijn. In het nieuwe woordenboek wordt het woordje tot verklaard door: ‘to, as far as; till, untill; for; in. Totdat, till.’ In het vroegere woordenboek daarentegen vindt men bij dit woordje het volgende: ‘Tot, voorz., de grenzen van plaats aanduidende, welke men niet overschrijdt, To, As far as; van Parijs - Londen, From Paris to London; Hij reisde - Parijs, He went as far as Paris; - de grenzen van tijd aanduidende, welke men niet overschrijdt, Till, until, To; - twee uur, Till two o'clock; - het laatste, Till the last; - nu toe, Till now, Hitherto; van St. Jan - tot kermis, From midsummer to christmas; - heden, To this day; - gisteren, Till yesterday; - morgen, Till to morrow; - wanneer? How long; - nog toe, as yet; - in plaats van andere voorz., als: (aan) iemand zich wenden, to apply to one; Iemand - (aan) zich trekken, to abrast one; - (aan) iets noodigen, to invite to; - (aan of tegen) iemand spreken, to speak to one; - God bidden, to pray God; - (aan) vermogen geraken, to get riches, to come to riches; zich - (naar) iemand begeven, to go to one; - mijn voordeel, To my advantage; Regt - (op) iets, A
| |
| |
right to something; Hij is - ongeluk geboren, He is born to misfortune; Hij is - een' held geboren, He is born to martial exploits; - brij slaan, fig. to beat to a mummy; Het is - uwe dienst, It is at your service; Dit verstrekt - uw nut, 'T is for your profit; - welk einde? For what end? - mijne verdediging, In my defence; - uw best, in your behalf; Iemand - keizer kroonen, to crown one emperor; - man nemen, to take for a husband, to marry; - dat, voegw. ook enkel: Tot, als: - dat hij weêrkomt, of: - hij weêrkomt, Till he returns, Till his return.’
De uitkomst onzer beschouwing is, dat dit werk niet alleen geenszins aan de vereischten van een goed, volledig, naar de tegenwoordige behoefte ingerigt woordenboek voldoet, maar zelfs in waarde, in vele opzigten, beneden het vroeger door den Heer bomhoff uitgegevene moet gesteld worden. Een goed Engelsch-Nederd. woordenboek blijft nog altijd een desideratum. Zal de Heer bomhoff het ons leveren? Wij betwijfelen dit, geoordeeld althans naar hetgeen hij geleverd heeft, hetwelk niet meer dan middelmatig en oppervlakkig is.
Zoo weinig de Heer bomhoff door zijn woordenboek de Engelsche taalstudie of de wetenschap bevordert, zoo weinig geschiedt dit ook door de:
| |
II. Nieuwe Engelsche Spraakkunst, door T.S. Williams. Naar den derden druk voor Nederlanders bewerkt door D. Bomhoff, hz., Schrijver van het volledig (?) Engelsch-Nederduitsch en Nederduitsch-Engelsch Zakwoordenboek. Te Zutphen, bij W.J. Thieme. 1843. 304 bl. 8o.
Gaarne erkent rec., dat deze spraakkunst doeltreffend is ingerigt, en zich door eene hooge mate van eenvoudigheid en duidelijkheid onderscheidt; maar ook tevens moet hij bekennen, dat zij, om het overtollige te mijden, dikwerf vele punten stilzwijgend voorbijgaat, welke wel degelijk eene opzettelijke behandeling verdienden, en in volledigheid, zoowel als wetenschappelijke rigting, niet bij de spraakkunst van lloyds, vroeger door den Heer bomhoff bewerkt, en mede bij thieme te Nijmegen uitgegeven, kan vergeleken worden. Vooreerst missen wij hier eenige teregtwijzing in de uitspraak der letters. Het is waar, deze door eenig stelsel van regelen te onderwijzen, is onmogelijk; maar eenige aanwijzing, zoo als in de spraakkunst van lloyds geschied is, komt ons ver van geheel
| |
| |
doelloos, zelfs nuttig voor. Men kan toch in elk geval eenige vaste bepalingen daaromtrent opgeven, welke voor hem in het bijzonder, wien mondeling onderrigt ontbreekt, belangrijk zijn. Over de regelen der spelling vindt men hier insgelijks niets, zoomin als over de gebruikelijkste verkortingen met een afkappingsteeken, den klemtoon en het gebruik van hoofdletters. Bij de behandeling van het lidwoord hadden wij hier de duidelijkheid en naauwkeurigheid van lloyds teruggewenscht. Dit is ook van toepassing op hetgeen door williams over het zelfstandig naamwoord, het geslacht daarvan en het gebruik van den derden en vierden naamval gezegd wordt. Over de persoonsverbeelding, of het dichterlijke geslacht in het Engelsch, wordt niet gesproken, doch de schrijver vergoedt dit eenigzins door een vertoog over de verzamelende woorden en eene opgave van landnamen in het Engelsch, welke in het werk van lloyds ontbreken. De taalkundige behandeling der voornaamwoorden, welke williams in zeven klassen verdeelt, en daardoor de bepalende voornaamwoorden weglaat, is bij lloyds veel voortreffelijker, uitvoeriger en naauwkeuriger. Aan het onbepaald vnw. men b.v., wijdt deze laatste tien bladzijden, terwijl williams dit belangrijke punt der Engelsche taal voor vreemdelingen, in twee bladzijden afhandelt. Slechts zeer weinige der overige soorten van vnw. zijn bij hem eenigzins uitvoerig bewerkt. Beter echter voor het praktische gebruik, dan in de spraakkunst van lloyds, heeft hij bij elke klasse van vnw. bijzondere voorbeelden tot oefening gevoegd. In het behandelen der bijvoegelijke naamwoorden daarentegen overtreft hij in geenen deele zijnen voorganger, en zegt genoegzaam niets over het bezigen van one en ones, ten einde het herhalen des naamwoords in het Engelsch te vermijden.
Bij eene vergelijking van hetgeen lloyds en williams over het werkwoord gezegd hebben, zal ongetwijfeld de schaal ten voordeele van den eerstgenoemde overslaan. Wij zien volstrekt niet het nut in, om met williams aan het Engelsche werkw. vijf wijzen (moods) toe te kennen. Het bestaan van een' subjunctive mood in het Engelsch wordt betwist, en is op zijn hoogst alleen in to be te vinden; en de zoogenaamde potential mood is toch waarlijk niets anders dan de onbepaalde wijze met de werkwoorden can en may. De wijze van vervoegen der Engelsche werkw. is bij williams duidelijker opgegeven dan bij lloyds. In dezen laatste ontbreekt ook eene opgave van Nederlandsche wederkeerende werkwoorden, die zulks in het
| |
| |
Engelsch niet zijn, welke bij williams gevonden wordt, die ook het onpersoonlijke werkwoord beter behandeld heeft dan zijn voorganger. Daarentegen is hij weder ten uiterste oppervlakkig over het gebruik van het tegenwoordige deelwoord in het Engelsch, hetwelk lloyds, en te regt, met zoo veel juistheid en naauwkeurigheid uiteenzet. Wat over de onbepaalde wijze gezegd wordt, is veel minder taalkundig en goed bewerkt, dan door lloyds, bij wien echter niets over het gebruik van de naamvallen bij de werkwoorden, en dat der tijden, voorkomt. Zeker spreekt williams veel uitvoeriger dan deze over den toekomstigen tijd; maar of den leerling dit eenigzins moeijelijke punt der Engelsche taal daardoor duidelijker geworden is, zouden wij betwijfelen. Eenvoudiger en bevattelijker heeft olivier, wiens Eng. Spraakk., naar vergami in 1840 bewerkt, wij boven die van williams in beknoptheid en volledigheid zouden aanbevelen, zich daarover, bl. 90, 92, uitgedrukt.
Voorts wordt bij williams niets gevonden over het gebruik van het werkwoord to do, als hulpwerkw., van ought en must, van to be, waar men in het Nederlandsch gewoonlijk zullen bezigt, van to get of van het tegenwoordige deelwoord. Lloyds heeft dit alles behoorlijk uiteengezet, en tevens veel zaakkundiger over de aanvoegende wijze en het lijdende werkwoord gesproken. Zeer schraal is, wat door williams over de verschillende wijzen gezegd wordt, waarin ons woordje laten in het Engelsch moet overgebragt worden, terwijl dit geheel niet onbelangrijke punt door lloyds duidelijk en naauwkeurig bewerkt is.
Wat williams over de bijwoorden zegt, kan in juistheid en volledigheid, bij hetgeen daarover door lloyds gezegd is, niet vergeleken worden. Over de voorzetsels zoekt men bij hem te vergeefs iets, hetgeen niet reeds even goed door dezen is opgemerkt. Voorts misten wij hier ongaarne iets over de verschillende beteekenissen, in welke de voorzetsels achter de werkwoorden in het Engelsch voorkomen, en waarover in het uitmuntend woordenboek van webster zoo veel te vinden is. Zonder iets van de veeljarige ervaring des Heeren bomhoff te willen afdingen, mogen wij echter bescheiden onze bijna dertigjarige ondervinding tegen de zijne overstellen, en deze heeft ons wel degelijk het nut geleerd, om den leerlingen voorbeelden tot oefening over het gebruik der voorzetsels te geven, ten einde met dit moeijelijk eigenaardige der Engelsche taal
| |
| |
meer en meer vertrouwd te worden. - Bijzonder mager, in vergelijking met lloyds, is het voegwoord door williams behandeld. Over de titulatuur en de versificatie in het Engelsch vindt men hier niets.
Ons eindoordeel over de spraakkunst van williams is dit, dat zij die van lloyds, welke bijna in algemeen gebruik bij ons is en verdient te blijven, in zeer weinig opzigten overtreft, maar door deze in de meeste en gewigtigste punten overtroffen wordt; dat zij de wetenschap volstrekt niet bevordert, en hare uitgave alzoo gemakkelijk en zonder eenig verlies zoude achterwege zijn gebleven.
Nog nutteloozer is ons de uitgave voorgekomen van:
| |
III. Homonymen der Engelsche Taal. Door D. Bomhoff, Hzn. en S. Susan, Lector in de Nieuwe Talen en Letterkunde aan het Athenaeum te Deventer. Te Deventer, bij M. Ballot, 1843, 85 bl. gr. 8o.
Immers zijn in het Engelsch betrekkelijk slechts weinig volstrekt gelijkluidende, doch in beteekenis verschillende woorden (homonymen) aanwezig, en deze leert men gemakkelijk door het gebruik of uit elk goed woordenboek kennen. Vandaar dan ook, dat verre de meeste in dit boekje als homonymen opgegevene woorden geene eigenlijke homonymen zijn, dewijl de beteekenis van het woord terstond door de uitspraak of door de spelling duidelijk genoeg wordt aangegeven.
| |
IV. Gemeenzame Brieven ter vertaling in het Engelsch; door L. Hakbijl, Beëedigd Translateur en Onderwijzer te Rotterdam. Te Amsterdam, bij J.H. en G. van Heteren, 1843, 211 bl. kl. 8o.
‘De vertaling dezer brieven,’ zegt de Heer H -, ‘heeft ten doel eenen zuiver Engelschen stijl te verkrijgen,’ dat is: zich eenen zuiver Engelschen stijl eigen te maken. Rec. acht dit boekje, ter bereiking van dat doel, ten volle geschikt. De keus der brieven is, over het geheel, gelukkig, en eenige er van zijn uit de pen van beroemde Britsche schrijvers gevloeid. Men had het getal dezer laatste, en zeker niet overbodig, uit de belangrijke verzameling, getiteld: Models of Letters, te Londen in 1794 uitgegeven, aanmerkelijk kunnen vermeerderen. Eene vertaling van woorden, eigenaardige uitdrukkingen, spreekwij-
| |
| |
zen en volzinnen, die van ons taaleigen geheel verschillen, is aan den voet der bladzijden geplaatst, en maakt de taak des leerlings gemakkelijk. Doch hoe prijsselijk dit ook zij, moet echter hierin de mate niet overschreden worden. Door den leerling elke mogelijke zwarigheid uit den weg te ruimen, voedt men de traagheid en vernietigt den lust tot eigene nasporing en zelfdenken. Het naslaan in een woordenboek moge onaangenaam zijn en tijd kosten, maar het heeft toch inderdaad zijn nut. Men leert daardoor de onderscheidene beteekenissen, in welke de woorden gebruikt worden, kennen; het oordeel wordt door de keuze gespitst, en men leert alzoo meer doordringen in den geest en het karakter der taal zelve. De Heer H -. heeft dit niet in het oog gehouden. Somtijds vertaalt hij de brieven bijna geheel. In plaats van slechts woorden, die zeldzaam voorkomen, te verklaren, heeft hij van een groot aantal andere de beteekenis opgegeven, welke in het kleinste Pocket-Dictionary te vinden zijn, zoo als bijv. op bl. 59: want, for; ofschoon, though; vereeniging, union; beminnelijk, amiable; aardsch, terrestreal; Paradijs, Paradise; maar, but; standvastigheid, constancy; ondeugd, vice; waarmede, with which; beschuldigen, to accuse; oorsprong, origin; daarom, therefore; vrouw, wife; blijven, to remain. Dit nu zijn zulke dagelijksche woorden, dat men vooronderstellen moet, dat hij, die tot de vertaling dezer brieven, overgaat, er mede bekend is. Door het besparen van deze nuttelooze woordverklaringen zou plaats voor meer brieven beschikbaar gebleven zijn.
Ontbreken in dit boekje voorbeelden, om zich in den Engelschen koopmansbrievenstijl te oefenen, zoo wordt in deze behoefte uitmuntend voorzien door:
| |
V. Anderson's Mercantile correspondence. A collection of real letters of business, with an appendix explanatory of mercantile technicalities. Revised and enlarged by Edward Taylor. - Voorbeelden van Koopmans-brievenstijl, ten gebruike van meer gevorderden in de Engelsche Taal. Naar W. Anderson, door Edward Taylor. (Te) Amsterdam, (bij) P.N. van Kampen. 1843. 148 bl. 8o.
Wij vereenigen ons volkomen met den lof, welken onderscheidene Engelsche tijdschriften aan anderson's Mercantile Correspondence hebben toegezwaaid. Met hen bevelen wij elk, die met den gebruikelijken vorm en stijl van koopmansbrieven in
| |
| |
het Engelsch vertrouwd wil worden, deze verzameling ten sterkste aan, terwijl zij hem tevens met de onderwerpen, welke op een koopmanskantoor behandeld worden, bekend maakt. De uiterste zorg is bij de keuze dezer brieven, ten getale van ongeveer twee honderd en vijftig, in het oog gehouden. Zij zijn kort en zaakrijk van inhoud; de stijl is eenvoudig, duidelijk, beknopt en zuiver. Wij zouden den aanstaanden Nederlandschen correspondent op Engeland aanraden, deze brieven in zijne taal, en daaruit weder in het oorspronkelijke over te brengen. Hij zou zijn eigen leermeester zijn en zich al het eigenaardige der Engelsche wijze van uitdrukking eigen maken.
De uitgever heeft zich wèl van zijne taak gekweten. Het uiterlijke beantwoordt aan de innerlijke waarde van het boekje.
| |
VI. De Engelsche Taal, Spraakkunst, en Letterkunde. Eerste Deel. Aanleiding tot de Engelsche Taal en Spraakkunst, voor eerstbeginnenden, bevattende de grondbeginselen der Engelsche uitspraak, de rededeelen met eene woordenlijst, aanwijzing der rededeelen, voorkomende in gemeenzame korte zinsneden en zamenspraken, benevens lees- en vertaal-oefeningen. Door Thomas Marshall, Onderwijzer der Taal en Letterkunde. Te Dordrecht, bij J. van Houtrijve, jr. Voor rekening van den Schrijver. 1842, 136 bl. kl. 8o.
‘Het plan, in dit leerboeksken gevolgd,’ zegt de Heer marshall, in tamelijk goed Hollandsch, ‘stemt volkomen overeen met de wijze, waarop men bij een kind, hetwelk men zijne moedertaal onderwijst, te werk gaat; want van de wieg af hoort men klanken, die men tracht na te bootsen; daarna leert men de namen van enkele voorwerpen en gewaarwordingen kennen, totdat men eindelijk de vatbaarheid verkrijgt, om die woorden, volgens den aard der taal en der syntaxis, zamen te voegen, en zoo doende volzinnen te maken, om zijne gewaarwordingen en denkbeelden anderen te kunnen mededeelen. Daar dus eene goede uitspraak, en het aanleeren van woorden bij het beoefenen eener taal zoo hoogstnoodzakelijk is, dient men daarin denzelfden leiddraad te volgen als bij het kind, dat zijne moedertaal leert, en hieraan hebben wij ons derhalve ook in dit leerboek gehouden.’
‘Dit werkje bestaat uit zeven hoofddeelen, waarvan de vijf eerste tegelijk geoefend kunnen worden, zoodat men, terwijl men de grondbeginselen der uitspraak, zoowel aangewezen als
| |
| |
opgehelderd door voorbeelden, in het eerste bestudeert, bij het oefenen der vier daarop volgende hoofddeelen veel kennis van woorden, derzelver zuivere uitspraak, spelling, vervoeging en zamenvoeging verkrijgt, en wel op eene aangename en nagenoeg onmerkelijke wijze.’
‘Door het naschrijven der Engelsche woordenlijsten en zinsneden wordt het oog des leerlings aan de Engelsche spelling gewend, en tegelijk het geheugen geoefend en geholpen; deze oefeningen, gepaard met dezelve van buiten te leeren, volgens dictaten het Engelsch te schrijven, en het leeren lezen, worden geregeld naar de vatbaarheid en vordering des leerlings; dus wordt hij in staat gesteld te lezen en te vertalen, waarvoor gemakkelijke oefeningen in het zesde en zevende hoofdstuk gevonden worden; en vervolgens gaat de leerling tot het tweede boekdeel dezes werks over.’
Tot op de uitgave van dit tweede gedeelte zullen wij dan ook ons gevoelen over de wijze, op welke de Heer marshall zich van zijne taak gekweten heeft, besparen, en het thans bij deze aankondiging laten berusten.
| |
VII. A new Pocket Dictionary of the English and Dutch Languages, remodelled and corrected from the best authorities, by H. Picard. Part. I. Eng.-Dutch. Nieuw Zakwoordenboek der Nederduitsche en Engelsche Talen. Naar de beste woordenboeken bewerkt, door H. Picard. II. Deel. Nederduitsch-Engelsch. (Te) Zalt-Bommel, (bij) Joh. Noman en Zoon. 1843. 551 bl. in klein kwarto-formaat.
Een allernetst uitgevoerd, compres doch zuiver gedrukt, en met zorg bewerkt zakwoordenboek, hetwelk wij, wegens zijne beknoptheid, betrekkelijke volledigheid, bruikbaarheid en onkostbaarheid, den jeugdigen beoefenaren der beide talen ruimschoots aanprijzen. Ook den reizigers door Engeland en Nederland zij dit werkje aanbevolen, dewijl zij er weinig woorden te vergeefs in zullen zoeken, welke tot de gewone en beschaafde spreektaal behooren.
|
|