Geschenk voor Verloofden en Pas-gehuwden, of de geheimen van den Echt. Een welgetoetste, en op ervaring steunende Raadsman voor beide geslachten, vóór en gedurende het Huwelijk. Door Dr. Friedrich Wilhelm Wedeler. Naar het Hoogduitsch van den derden, verbeterden en vermeerderden druk. Leeuwarden Jacob J. van Gelder, 1843, III en 220 bl. klein 8o
De geheimen van den echt worden hier ontsluijerd?! Maar hoort, wat de schrijver onder zulk een geheim verstaat (Voorrede, bl. ii): ‘Onder een geheim versta ik hier niets anders, dan dat, wat niet ieder weet, wat velen wel gissen, evenwel niet grondig doorzien, en daarom dikwerf zich een verkeerd begrip daarvan maken; - datgene, wat spoedig en veel aan zijne waarde, aan zijne zuiverheid verliest, wanneer het op eene onvoorzigtige en onkiesche manier openbaar gemaakt wordt, en wat alzoo met omzigtigheid en een verstandig overleg behandeld moet worden, zoo het niet verkeerd begrepen, of zelfs niet ontwijd zal zijn.’
Rec. bekent, dat de schrijver ‘met omzigtigheid en een verstandig overleg’ zijn onderwerp behandeld heeft, en dat men zich zou bedriegen, wanneer men meende hier zedelooze of ongepaste zaken behandeld te zullen vinden. De schrijver heeft zijn onderwerp met kieschheid uiteengezet en uitvoerig beschouwd. - De inhoud van het werkje is deze:
I. Algemeene beschouwing van de betrekking des Echts, bl. 8-25.
II. Over de waarde van de Godsdienst, in de betrekkingen van het echtelijk en huisselik leven, bl. 25-32.
III. De weldadige invloed van eene reine zielsliefde op het duurzaam geluk van de echtelijke vereeniging, bl. 32-36.
IV. Over de zinnelijke natuur der liefde, en over het gedrag in betrekking tot dezelve in den Echt, bl. 36-76.
V. Over de onvermijdelijke bezwaren in den Echten Staat, en de wijzen, zich deze dragelijk te maken, bl. 76 - 88.
VI. Over de bezwaren en zorgen van den Echt, uit eigen schuld ontstaan, en over de middelen, dezelve weder te herstellen en goed te maken, bl. 88-109.
VII. Over de opvoeding van de kinderen, bl. 109-142.
VIII. Zakelijk overzigt van de eigenlijk ware geheimen in den Echt, benevens getoetste raadgevingen, om op de beste wijze daarmede om te gaan, bl. 142-208. -
Men ziet, dat de schrijver niet alléén over don Echt als zoodanig handelt, maar dat hij ook over andere zaken spreekt,