De Gids. Jaargang 8
(1844)– [tijdschrift] Gids, De– AuteursrechtvrijDe Gids. P.N. van Kampen, Amsterdam 1844.
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: V 14
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens enkele hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de achtste jaargang van De Gids uit 1844, in drie delen: ‘Boekbeoordeelingen’, ‘Mengelingen’ en ‘Wetenschappelijke Bijdragen’.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1: p. II, deel 2: p. π2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst. De errata van deel 1: p. VIII, en deel 2 p. IV zijn in de lopende tekst doorgevoerd (Het erratum van deel 2, over p. 307 ‘Elize, lees: Elsje’ , en het erratum over p. 337 is niet te vinden.).
[eerste deel pagina ongenummerd (p. I)]
DE GIDS.
[eerste deel pagina ongenummerd (p. III)]
DE GIDS.
ACHTSTE JAARGANG.
Eerste Deel.
BOEKBEOORDEELINGEN.
AMSTERDAM, P.N. VAN KAMPEN.
1844.
[eerste deel pagina ongenummerd (p. IV)]
GEDRUKT BIJ C.A. SPIN.
[eerste deel pagina ongenummerd (p. V)]
INHOUD.
BOEKBEOORDELINGEN.
Blz. | |
---|---|
Abbing (C.A.), Geschiedenis der stad Hoorn | 418. |
Adolf van Nierop, de Geuzen-Hopman, door B. | 333. |
Agnostos, Over de behoeften van onzen tijd in het algemeen, en van onzen staat in het bijzonder | 548. |
Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen, 1844 | 368. |
Almanak voor Kinderen, 1844 | 368. |
Almanak (Landhuishoudkundige), 1844 | 368. |
Almanak ter Bevordering van Kennis en Goeden Smaak, 1844 | 368. |
Arend (J.P.), Algemeene Geschiedenis des Vaderlands | 20, 87. |
Arendt (W.A.). de Belgische Omwenteling, 1789-1790 | 584. |
Aurora, Jaarboekje voor 1844 | 41. |
Backer (Jhr. Mr. C.), Iets over Gooiland | 284. |
Backer (Jhr. Mr. C.), Wie zijn de geregtigden tot het gebruik van de gemeenten van Gooyland? | 284. |
Backer (Jhr. Mr. C.), Verdediging van het regt der Dorpsgemeenten in Gooiland | 284. |
Bastaardwoorden (Over de Spelling der) in het Nederduitsch, door M. | 401, 449. |
Beima (E.M.), De annulo Saturni | 130. |
Beima (E.M.), Verhandeling over den ring van Saturnus | 130. |
Bemmelen (A. van), Nagelatene Leerredenen over de Geschiedenis van Abraham | 255. |
Bergh (S.J. van den), De Zeeroover. Een Verhaal van Lord Byron | 239. |
Bremer (Fred.), De dochters van den President. | 115. |
Bremer (Fred.), Nina | 115. |
Bressler (H), De Kinderziekten volgens de nieuwste ervaringen, 1e Deel | 644. |
Brief aan Christophilus, betreffende Taats Bijdrage | 179. |
Broek (L. van den), Evangelische Dichtstukjes | 429. |
Buddingh (D), Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs, II, 1 en 2 | 350. |
Calten (J.N.), Leiddraad bij het onderrigt in de Zee-Artillerie | 217. |
Cappelle (J. van de), Het Beleg en de Verdediging van Haarlem, 3 Dln. | 327. |
Cate (S. Blaupot ten), Geschiedkundig onderzoek naar den Waldenzischen oorsprong der Doopsgezinden | 697. |
Cate (S. Blaupot ten), Over de Getalsvermindering bij de Doopsgezinden | 697. |
Christophilus, 1844 | 307. |
Conscience (H.), Hoe men Schilder wordt | 155. |
[eerste deel p. VI]
Blz. | |
---|---|
Conscience (H.), Wat eene moeder lijden kan | 155. |
Derschau (T.), Finland en de Finnen. | 426. |
Dickens (Kersgeschenk van Charles). Eene Geestverschijning | 744. |
Ermerins (J.W.) Bedenkingen tegen de pogingen der Synode, enz. | 311. |
Galerij van Bijbelsche Vrouwen uit het aartsvaderlijk tijdperk | 602. |
Gey van Pittius, Description de la nouvelle citadelle de Gand | 184. |
Glasius (B.), Geschiedenis der Christelijke Kerk en Godsdients in Nederland | 566. |
Groot (A.D. Cornets de), Javaansche Spraakkunst, door J.F.C. Gericke en T. Roorda | 431, 491, 555, 615, 679. |
Harting (P.), Over de belangrijkheid van Miscroscopische Onderzoekingen voor de Geneeskunde | 518. |
Heinichen, Gedachten over onsterfelijkheid en wederzien in beter leven | 262. |
Herbert (H.W.), Esq., Alice Selby of de wraak van een meisje | 461. |
Hermans (C.R.), Bijdragen tot de Geschiedenis, Oudheden, Letteren, Statistiek en Beeldende Kunsten der Provincie Noord-Braband, 1ste en 2de Stuk | 211. |
Hinlopen (Mr. J.J.), De Unie van Utrecht | 249. |
Hoebeken, Verhandeling over de Miskraam | 488. |
Hoeven (J. van der), Bijdragen tot de natuurlijke Geschiedenis van den Negerstam | 69. |
Jaarboekje voor de provincie Overijssel | 171. |
Jaarboekje voor den Boekhandel voor 1842-1843 | 57. |
Jacobi (J.C. Schulz), Feestrede | 246. |
Jacobson (J.J.L.L.), Handboek voor de cultuur en fabricatie van Thee | 577. |
James (G.P.R.), Attila, Koning der Hunnen | 189. |
Janssonius (R. Bennink), Lentebladen | 534, 590, 664. |
Ingemann (B.S.), Waldemar de Overwinnaar | 604. |
Kerckhoven (P.F. van), Jaek of een arm huisgezin | 155. |
Kerckhoven (P.F. van), De Koopmansklerk, eene Antwerpsche zedenschets | 155. |
Keuchenius (Mr. W.F.), Willem Frederik, Prins van Oranje-Nassau | 366. |
Kunstenaars-Reisje door Limburg en België | 252. |
Laatsman (W.), Feestelijke Godsdienstoefening | 246. |
Libri (G.), de Fransche Geestelijkheid onder den invloed van de Jezuïten. | 636. |
Linde (A. van), De Verloofde van den Watergeus | 184. |
Littrow (J.J. von), De Sterrekunde in haren geheelen omvang | 442. |
Maria, of raadgevingen aan Moeders | 414. |
Mees (Mr. W.C.), De Werkinrigtingen voor Armen, uit een Staathuishoudkundig oogpunt beschouwd | 711. |
Memorie in zake Jonkvrouwe R.M.L.E. Bouricius | 425. |
Mensinga (J.A.M.), Vier Leerredenen | 505. |
Meyboom (L.S.P.), Commentatio de F. Hemsterhusii meritis | 385. |
Mulder (G.J.), Het streven der stof naar Harmonie | 318. |
Muzen-Almanak (Nederlandsche) voor 1844 | 41. |
Nouhuys (H.J.C. van), Heesterplanten | 341. |
Obreen (H.A. van der Speck), Verhandeling over de zamenstelling en het verband der Zeeschepen | 551. |
Oettinger (L.M.), Gedenkschriften van Oom Zebra. Eerste Deel | 56. |
Ontijd (C.G.), Proeve eener geneeskundige Staatsregeling | 138. |
Ottema (J.G.), Latijnsche Spraakkunst | 362. |
[eerste deel p. VII]
Blz. | |
---|---|
Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren, 1844 | 171. |
Overzigt (Beknopt) van het leerstelsel van Charles Fourier | 609. |
Pape (C.W.), De bestemming van een Christelijk Bedehuis | 246. |
Perk (A.), Verslag omtrent de gebruikregten op de heiden en weiden in Gooyland | 284. |
Plutarchi Cimon. Commentariis suis illustravit Arnoldus Ekker | 198. |
Quos Ego! Hekelrijmen door den Autheur der Hippokreen-ontzwaveling | 468. |
Rechteren (J.H. Graaf van), De staatkundige strekking van de verwerping der Wet tot regeling van 's rijks openbare Schuld | 181. |
Roelants (J.B.), Voix Chrétiennes | 610. |
Sassen (Mr. H.), Proeve eener handleiding tot de jagten met den staanden hond | 422. |
Scheltema (S.P.), Over opvoeding en het behoud van kinderlijken zin | 267. |
Schetsen uit de Pastorij te Mastland | 27. |
Schoone (A.G. van), Proportie van het menschelijk ligchaam, volgens uitmeting op de Antieken | 742. |
Schouten (Mr. J.), Onderzoek of de Lastgever wettig afstand ken doen, enz. | 513. |
Schriften (De) der kleine Propheten, overgezet en verklaard | 123, 191. |
Senden (G.H. van), Alpenrozen | 523. |
Shakspere (Macbeth, Treurspel van), door S. Susan | 336. |
Sinclair (C.), Olivia of hedendaagsche beschaving | 303. |
Spakler (J.C.) en J. Heemskerk Az., Handleiding tot de studie der Oudheid, 1e Deel | 625. |
Spiegel (L.P.J. van de), Résumé des Négociations, qui accompagnèrent la révolution des Pays-Bas Autrichiens | 584. |
Spijker (H.J.), Leerredenen | 59. |
Sternberg (A. von), de Zendeling | 608. |
Storck (W.), De Nederlanders bij Chattam | 300. |
Studentenleven, door Klikspaan | 717. |
Stuffken (J.H.), Het Gezag der Apostelen volgens de eerste Christenleeraars | 371. |
Teregtwijzing (Noodige) betreffende de brochure over Vergelijkend Examen | 353. |
Terwen (J.L.), Etymologisch Handwoordenboek der Nederduitsche taal, Aflevering 4-7 | 486. |
Tideman (J.), Bibliotheek van Nederl. Dichters. Eerste Deel. - Gedichten van Simon van Beaumont | 528. |
Tooneel-Album, No. 1-3 | 427. |
Tijdschrift voor Geschiedenis, Oudheid en Statistiek van Utrecht, 8ste Jaargang | 252. |
Umbreit (F.W.C.), Grondtoonen des Ouden Testaments | 546. |
Vaillant (Mr. C.E.), Handboek voor den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand | 12. |
Velde (C.W.M. van der), Gezigten in Nederlandsch Indië | 652. |
Vergeet mij niet, Jaarboekje voor 1844. | 41. |
Vergelijkend Examen (Is de vordering van een) op wettelijke bepalingen gegrond? | 353. |
Veth (P.J.), Dissertatio de institutis Arabum | 1. |
Veth (P.J.), Specimens from the English Classics | 117. |
Vlinder (De), Jaarboekje voor 1844 | 368. |
Vogelsang (A.), Eerlijkheid het heil van Nederland | 182. |
Volks-Almanak (Nederlandsche) voor 1844 | 119. |
Volksalmanak (Noord-Brabandsche), 1844 | 171. |
Volksalmanak (Geldersche) 1844 | 171. |
Volksalmanak (Zeeuwsche) 1844 | 171. |
Volksalmanak (Utrechtsche) 1844 | 171. |
Volksalmanak (Groninger) 1844 | 171. |
Volksalmanak (Drentsche) 1844 | 171. |
[eerste deel p. VIII]
Blz. | |
---|---|
Volks-Almanak (Christelijke), 1844. | 310. |
Vollenhoven (S.C. Snellen van), De schadelijke insecten in tuinen | 81. |
Vrijheid (De) van Onderwijs in België | 360. |
Wedeler, Geschenk voor Verloofden en pas Gehuwden | 487. |
Woord (Een) aan mijne Landgenooten | 115. |
Young (G.), Het Leven en de Reizen van Kapitein Cook | 426. |
ERRATA.
Blz. 36 reg. 6 van bov. staat: | afroffelen, lees: afraffelen, |
Blz. 36 reg. 4 en 5 v. ond. staat: | de schepping der voorzienigheid, lees: de schepping, - de voorzienigheid |
Blz. 37 reg. 23 v. bov. staat: | anderen ambtsbroeder lees: ouderen ambtsbroeder. |
Blz. 40 reg. 9 v. bov. staat: | die slechts, lees: haar slechts. |
Blz. 44 reg. 18 v. bov. staat: | ongeleerde, lees: ongeleende. |
Blz. 44 reg. 2 v. ond. staat: | der slavin. lees: dan slavin, |
Blz. 46 reg. 20 v. ond. staat: | bereidden, lees: leverden. |
Blz. 54 reg. 11 v. ond. staat: | peilt en leert lees: peilen leert. |
Blz. 58 reg. 10 v. bov. staat: | j.v.w. rosz, lees: j.v.w. rsz., |
Blz. 174 reg. 6 v. bov. staat: | orthoëpiek lees: orthoëpie. |
Blz. 176 reg. 4 v. bov. staat: | Beververde lees: Beverveurde. |
Blz. 178 reg. 4 v. bov. staat: | tegenspreken, dat het niet wenschelijk, niet heilzaam, niet nuttig zou zijn, lees: tegenspreken, dat het wenschelijk, dat het heilzaam, dat het nuttig zou zijn. |
Blz. 235 reg. 17 v. bov. staat: | maar er was geen tijd, en ik hoop, dat hij nooit komen zal, lees: maar er was geen tijd, waarin het mij inviel, en ik hoop dat er nooit een komen zal, |
Blz. 248 reg. 7 v. ond. staat: | Hij draagt evenmin sporen, lees: Hij levert evenmin blijken |
Blz. 248 reg. 5 v. ond. staat: | treedt in al deze zeer bestemd terug, lees: doet zich in geen dezer stukken gelden. |
Blz. 254 reg. 12 v. bov. staat: | Rubens lees: Rubbens |
Blz. 285 reg. 20 v. bov. staat: | Vianden en Ameide behoorden minder aan de graven van Holland; lees: Vianen en Ameide behoorden nimmer aan de graven van Holland. |
Blz. 287, in de aanteeken. 4, reg. 4, staat: | Gooiregt lees: Gooregt |
Blz. 330 reg. 19 v. ond. staat: | venarides, lees: venavides |
Blz. 333 reg. 8 v. bov. staat: | glaneus, lees: glaucus |
Blz. 370 reg. 11 v. bov. staat: | steendrukjes, lees: plaatjes. |
Blz. 399 reg. 6 en 5 v. ond. staat: | traagheid - bedorvenheid lees: argelooze traagheid - naïve bedorvenheid. |
Blz. 400 reg. 1 v. bov. staat: | laat ons..... laten - lees: laten wij. |
Blz. 568 reg. 18 v. bov. staat: | leerboek lees: leesboek. |
Blz. 571 reg. 27 v. bov. staat: | kerkgenootschappen lees: overige kerkgenootschappen. |
Blz. 571 reg. 28 v. bov. staat: | overtollig lees: onvolledig. |
Blz. 592 reg. 14 v. bov. staat: | hem de middelen, hem het doel had doen ter hand nemen en bepalen, lees: hem de middelen had doen ter hand nemen, hem het doel doen bepalen. |
Blz. 595 reg. 5 v. ond. staat: | trots al onze ingenomenheid met de zeventiende eeuwpartij, gaarne, lees: trots alle onze ingenomenheid met de zeventiende eeuw, partij gaarne. |
Blz. 598 reg. 18 v. bov. staat: | en van het nageslacht waar lees: en van het nageslacht, voor eenen toestand, waar. |
Blz. 611 reg. 5 v. ond. staat: | pergni, recordon, tinquity lees: peigné, recordon, turquety. |
Blz. 612 reg. 2 v. ond. staat: | voor den Heer van het graf lees: voor den steen van het graf. |
Blz. 614 reg. 12 v. bov. staat: | Prière lirapide, lees: Prière limpide. |
Blz. 630 reg. 2 v. bov. staat: | Deze laatste, lees: Deze laatste (lees eerste?), |
Blz. 631 reg. 8 en 11 v. bov. staat: | Möser, lees: Moser. |
Blz. 632 reg. 21 v. bov. staat: | moest, lees: moet (of moest?). |
[tweede deel pagina ongenummerd (p. π1)]
DE GIDS.
[tweede deel pagina ongenummerd (p. I)]
DE GIDS.
ACHTSTE JAARGANG.
Tweede Deel.
MENGELINGEN.
AMSTERDAM, P.N. VAN KAMPEN.
1844.
[tweede deel pagina ongenummerd (p. II)]
gedrukt bij c.a. spin.
[tweede deel pagina ongenummerd (p. III)]
INHOUD.
MENGELINGEN
PROZA.
Blz. | |
---|---|
Mercari, (Trebisonde, 1380) door H. Pol. | 1. |
Het Rijks-Museum, te Amsterdam, door E.J. Potgieter. | 17, 208, 391, 585, 599. |
Hoe het Weeûwtje van het Hof van Holland gevrijd werd, door W. D-s. | 27. |
Het Schrikkeljaar. | 63. |
Pesth en Presburg in 1843. Aanteekeningen uit het reis-journal van Mr. W.A.C. de Jonge. | 87. |
Andries Bourlette. Een Hoofdstuk uit de Geschiedenis van den vrijheids-oorlog (1568). | 131, 175, 223. |
Mijn zwarte tijd, door J. Kneppelhout. | 159. |
Een Tooneel op het eiland Skye (1746). | 192. |
De goede oude Tijd, naar het Engelsch, door H.P. | 244. |
Hazlitt's uitval tegen Redacteurs, door E.J.P. | 266. |
Iets over het Snel-, Geheim-, Cijfer-, Schoon en Ver-schrift bij de Ouden, door Mr. C.J. van Assen. | 279. |
De Zusters, door W. D-s. | 298, 350, 509, 610. |
Het Gustaf-Adolfs-feest, uit het Zweedsch van Esaias Tegner, door E.J.P. | 339. |
Stokken, naar Leigh Hunt. | 376. |
Verjonging, door W. D-s. | 424. |
In Bergsland, door H. Pol. | 443. |
William Beckford, door P.J.V. | 465. |
Iets over den toestand der Poëzij in Spanje, Italië en Griekenland, gedurende de laatste vijf en twintig jaren, door H. Pol. | 495, 551. |
Het lezen van oude Boeken, naar W. Hazlitt. | 534. |
Mijne eerste Liefde. Eene schets der zeden te New-York. Naar het Engelsch door H.P. | 568. |
POëZIJ.
Blz. | |
---|---|
Stem van Boven, door S.J. van den Bergh. | 59. |
Leeuwenjagt der Veeboeren aan de Kaap de Goede Hoop. (Pringle verhollandscht), door E.J. Potgieter. | 127. |
Nelson, Pitt en Fox. (Uit Walter Scott's Marmion), door P.J.V. | 165. |
In den Gaard. Zangen der Liefde, door J-s. | 216. |
De Droom van een' Soldaat, naar Th. Campbell, door W.J. Mensing. | 221. |
Maart MDCCCXLIV, door W. D-s. | 274. |
Het Zingen van den Slaaf, naar H.W. Longfellow, door E.J. Potgieter. | 337. |
Lochiels Waarschuwing, naar Th. Campbell, door W.J. Mensing. | 385. |
Lied naar Heine, door - h. | 442. |
De Strijd op Duiveland, door J.A. Alberdingk Thym. | 481. |
De Vaderlandslievende Edelmogende, door H.B. | 492. |
De jonge Gevangene, door S.J. van den Bergh. | 547. |
[tweede deel pagina ongenummerd (p. IV)]
Blz. | |
---|---|
Rei van Aartsengelen, door P.J.V. | 549. |
Het goede deel. Vrij gevolgd naar H.W. Longfellow, door E.J. Potgieter. | 596. |
De Vrijheid. Naar den Amerikaanschen dichter William Cullen Bryant, door S.J. van den Bergh. | 651. |
ERRATA.
Blz. 13 reg. 6 van onder staat: | zomernacht lees: zomerdag, |
Blz. 22 reg. 1 van onder staat: | vertegenwoordig riddereed, lees: vertegenwoordig riddereer. |
Blz. 23 reg. 4 van onder staat: | „Tout est perdu sans l'honneur,“ lees: „Tout est perdu fors l'honneur.“ |
Blz. 25 reg. 15 en 14 v. ond. staat: | gestrante, lees: gestarnte. |
Blz. 26 reg. 25 van boven staat: | ieder hunner, liever, lees: laat mij liever zeggen, ieder hunner, want |
Blz. - reg. 3 van onder staat: | ‘wetten,’ lees: ‘witten’ |
Blz. 37 reg. 15 en 16 v. bov. staat: | doch die was huib die ‘niet waar’ riep, lees: doch wie was huib die: ‘'t is niet waar,’ riep. |
Blz. 38 reg. 15 van boven staat: | en huib staarde de eerste pauze, lees: en huib staarde; het was de eerste pauze. |
Blz. 148 reg. 3 van boven staat: | Bonaventura, Cornet, Everard, Granioúl, lees: Bonaventura Cornet, Everard Granioul, |
Blz. 156 reg. 26 van boven staat: | deszelfs belijders daarvan lees: de belijders daarvan |
Blz. 178 reg. 10 van boven staat: | gaf dadelijk last lees: gaf dadelijke vergunning |
Blz. 178 reg. 27 van boven staat: | het aftrekkende leger lees: het optrekkende leger |
Blz. 189 reg. 2 van boven staat: | hulp en overwinning aan, alva lees: hulp en overwinning aan? - Alva |
Blz. 307 reg. 9 van boven staat: | stouten vingeren lees: slanken vingeren. |
Elize, lees: Elsje. | |
Blz. 337 reg. 4 van boven staat: | in enkele afdrukken, veertig lees: dertig. |
Blz. 357 reg. 6 van onder staat: | das Leben, lees: des Lebens. |
Blz. 361 reg. 18 van boven staat: | loofden, lees:loofde |
Blz. - reg. 11 van onder staat: | les brillerez lees: brillerez |
Blz. 362 reg. 5 van boven staat: | dansen voor, lees: dansen naar |
Blz. 364 reg. 12 van boven staat: | Het laatste dier drie tijdkringen was het eerste aan zijn huwelijk, was dat, lees: De laatste dier drie tijdkringen was de eerste van zijn huwelijk, was die. |
Blz. 365 reg. 11 van boven staat: | en andere, bekroont gij niet, lees: en andere bekroont gij niet. |
Blz. 367 reg. 13 van onder staat: | ter wederzijde der drieenzeventigjarige nicht elsabe enz. tot dirk, lees: ter wederzijde der drieenzeventigjarige nicht elsabé, in haren leuningstoel, de zusters; op eenigen afstand aan anne's zijde mevrouw goemans; tegenover haar dirk, |
Blz. 400 reg. 19 van boven staat: | Een lierdicht, lees: Een leerdicht. |
Blz. 416 reg. 6 van onder staat: | luidde, lees: luide. |
Blz. 420 reg. 24 en 23 v. bov. staat: | die in de laatste spelevaren ten arbeid spoeden, lees: die in de laatste spelevaren, ten arbeid spoeden. |
Blz. 421 reg. 15v. bov. staat: | schalksche van het stoute, lees: schalke aan het stoute, |
Blz. 423 reg. 1 v. bov. staat: | hoe het genot dier gave in geringe mate, als, lees: hoe het genot dier gave, in geringe mate als. |
Blz. 466 reg. 21 v. bov. staat: | Chattham. lees: Chatham. |
Blz. 468 reg. 4 v. bov. staat: | verstellingen, lees: vertellingen. |
Blz. 470 reg. 24 v. bov. staat: | pain, lees: Spain. |
Blz. 479 reg. 1 van onder staat: | Dominicus, lees: Dominus. |
Blz. 480 reg. 20 van boven staat: | de tallooze, lees: en tallooze. |
Blz. 533 reg. 13 van boven staat: | voegde hij er tot anne bij, en in zijne matrozenplunje, ‘verminkt als hij is.’ lees: voegde hij er tot anne bij, ‘en in zijne matrozenplunje, verminkt als hij is.’ |
Blz. 587 reg. 8 van onder staat: | het lijdt lees: is, het lijdt |
Blz. 593 reg. 10 en 11 v. bov. staat: | john de witt lees: johan de witt, en gelief dit telkens te doen, waar verder dezelfde drukfeil voorkomt. |