ons op de lippen van den populairen nieuwsverteller. Dit is niet het minst daaraan te danken, dat de Schrijver meermalen zeer geestig gebruik weet te maken van het karakter, door hem aan zijnen verhaler gegeven. Zichier b.v. een staaltje:
‘Mijne waarde toehoorders! zoo als ik in oude boeken gelezen heb, was het in Rome onder het heidendom in gebruik, dat bij de kampspelen, waar op leven en dood gevochten werd, de overwinnaar, voor hij den overwonnene het zwaard in de borst stiet, naar de toeschouwers opzag en hunne toestemming eerst afwachtte. Hield het grootste gedeelte den duim der regterhand naar boven gekeerd, zoo was dit een teeken, dat zij wenschten, dat de tegenpartij gespaard werd; hielden zij denzelven (o, die eeuwige denzelvens!) benedenwaarts, zoo beteekende dit: “stoot toe!” Ik bevind mij in gelijken toestand met de zwaardvechters. In uwe magt ligt het, Don gantano het paveljoen gelukkig te doen bestijgen, en hem met zijne inamorata behouden te laten ontsnappen, of hier of daar een verraderlijke(n) gesnedene tusschen beide te doen komen. Besluit gijlieden ten gunstigste.
‘Gij zwijgt? gij stemt noch vóór noch tegen? Welaan dan, zoo treedt de historische waarheid in hare regten, en ga ik over tot het verhaal der laatste, treurige gebeurtenis.
‘Een gesnedene ontwaakte bij het geraas aan de traliën. Het minnende paar werd, nog vóór dat de eerste komplimenten afgelegd waren, vóór dat gantano van zijne verbazing over rosabella's schoonheid bekomen was, gepakt, op bevel van den vertoornden Dey in een wijden zak gestoken en op een boot geworpen. Wat het paar bij dit gedwongene rendez-vous handelde, daarover kan ik niets mededeelen, dewijl geen derde tot dat onderhoud toegelaten werd. Ik weet alleen, dat de boot een vierde uurs ver in zee stak, dat de zak over boord geworpen werd, dat de onstuimige waterkringen weder gelijk werden en de beulsknechten met de grootste gemoedsrust naar Galata terugroeiden!
‘Gij verwondert u, mijne waarde toehoorders? Uwe voorhoofden fronsen zich. Gij ziet mij toornig aan? Ik bid u, ik bezweer u, kan ik dan anders? Een wenk van ulieden en ik had het minnende paar met volle, gespannen zeilen naar de villa des vorsten testa-capriola gevoerd, hun den vaderlijken zegen laten geven, den nobile pesaro tot Doge van Venetië, de schoone rosabella tot Doginne verheven en hunne kindskinderen tot op den huidigen dag in het leven gespaard. Gij