Bl. 17. Lees ik: In Saksers stelde men hem voor. Is dit eene plaats, of is het: in Saksen, of is het iets anders?
Bl. 21. Tegen den vader van het gezang. Ik had hier wel bij willen gevoegd hebben den bijnaam van Odin Liodasmidr, liederensmid.
Bl. 23. De loot van éénen boom, de Mistelstein. Bij Vollmer is de Mistel eene plant, welke op verschillende boomen, zoo als de wilg, beuk en berk groeit. Zoo zij zich op eenen eik vertoonde, werd zij meer bijzonder vereerd. Het was de heiligste plant, bij de Druïden; Loke, de booze, deed haar spoedig opgroeijen.
Bl. 24. Vind ik: Hringhorni, ik lees: Hringhorne. Tweemaal Hyrrokin, waar ik Hyrokian lezen wilde. Op den laatsten regel vind ik Litur. Deze wordt én Litur én Lifur genoemd. Ik geloof, dat de eerste lezing de beste is.
Bl. 26. Vind ik: dat Skade niet de moeder van Freyr en Freya zoude geweest zijn; maar dat Niord deze bij zijne eigene zuster in een vroeger huwelijk had. Bl. 69 worden zij evenwel als kinderen van Skade en Niord opgegeven; waarom? Dit laatste houd ik juister.
Bl. 30. Lees ik Bagur en Bagi; moet dit niet Bragur, Bragi zijn?
Bl. 33. Vind ik: Biforst. Dit zal, zoo als het later ook gevonden wordt, Bifrost moeten zijn. Men vindt ook Bifraust.
Bl. 38. Is hier ook eene verwarring met Fosete? want deze werd op Helgoland en ook op Ameland vereerd. Of zijn deze één persoon?
Bl. 58. Ik vind, dat Gefion aan Skjold, zoon van Odin, gehuwd was, en dat zij de stammoeder der Deensche Koningen was. Is deze maagd dan eene andere?
Bl. 59. Synia. Ik vind: Sygn als dezelfde met deze; zij houdt de wacht aan het paleis Vingalf.
Bl. 65. Spaanders. Vollmer zegt: dat de valk met de zwaluw (Loke en Iduna) door een' hoop dorre takken, welke ligt in elkander lagen, gevlogen waren, welke takken voor den burg liggende, door de goden in brand gestoken werden, toen de arend er door zoude vliegen.
Bl. 68. Lees ik: Bila; zal Beli moeten zijn. Zie Beliadolge, bl. 28.
Bl. 71. Vind ik: houten zokken. Ik las liever: glijdschoenen of schaatsen.
Bl. 73. Giallarhoorn. Deze had Heimdal, en hierop zal hij bij de wereldschemering blazen. De drinkhoorn van Mimir heette Gjaldarhoorn. In het IJslandsch bij Biorn Halderson, in zijn Dictionarium, vind ik Giald-Vod, pannus promercalis, uitzettingskleed, hetwelk met dit Gialdur wel verwant zal zijn; en met het eerste, Giall scoria ferri.
Bl. 80. Fornjotr. Ik vind den vader van Loke, Farbaute, genoemd. Loke, meen ik, behoorde als natuurgod, Loge, tot het geslacht der Fornjoters.