Een gheestelijck lust hofken(1722)–Anoniem Gheestelijck lust hofken, Een– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XCI. Verscheyden Kers Liedekens. Met Noch eenige andere Geestelijcke Liedekens. Kers-nacht Herders Liedeken. FLux op de been ghy Herders knapen. Laet ons te samen na Betlehem gaen treen, Daer leydt een Herder die sijn schapen Wel voor de Wolven behoeden kan alleen: Laet ons hem met spel, en sangen groeten. Geven lof en eer, aen des Hemels Heer, Die ons sijnen Soon gesonden heeft hier neer. 2. Siet uwes herten Herder leggen, Herders van Schaepkens, Lammerkens en als Soete moeder Godts laet u geseggen, Dat wy hem mogen vallen om de hals? Het Kindeken schreyt, wie sal het stillen! Of het Ioseph sust, en Maria kust, Noch en is dat Lammeken niet gerust. 3. O wonder groote verholentheden! [pagina 184] [p. 184] Dat Godt weent al om een nietigh mens; Wendt in den stal sijn teere Leden, Niet uyt bedwanck, maer uyt sijn eygen wensch 't Is niet dan pijn, van kou van kommer: Dat hem treuren doet, Want hy noch sijn Bloedt Voor onse sonden uytstorten moet. 4. O Israel komt met medogen, Komt en valt hem nu te voet; Weent voor u selven, drooght sijn oogen, Komt en doet boete voor u sonden groot: Vrede sy den mensch van goede wille, Hem zy lof en eer, En des Hemels Heer, Die om onse sonden gekomen is hier neer. Vorige Volgende