Een gheestelijck lust hofken
(1722)–Anoniem Gheestelijck lust hofken, Een– AuteursrechtvrijStem: Rosemont die lagh gedooken. Ofte: Van S. Agnes.
KOmt mijn Ziel wilt hier nu kiesen
Siet hier is van twee de keur:
Want het een moet ghy verliesen,
't Ander valt u maer te beurt:
Dese felle Doorne Kroon,
Of de geen van goude schoon.
Maer wilt op u keur wel letten,
Gaet daer niet te licht mee voort,
| |
[pagina 173]
| |
Welck ghy op het hooft wilt setten,
Al is't dat u 't Gout bekeert:
Die ghy draeght in deser tijdt,
Zijt g' in't ander leven quijt.
Want men kan alhier niet leven,
En hier na, na lust en wensch:
't Is Godts vrienden niet gegeven,
Veel te min een sondigh mensch:
Ach! men moet door enge pa'en
In den ruymen Hemel gaen.
Siet wat wegh dat uwen Coningh
Heeft gewandelt hier op aerd',
Siet wat kleedingh, sie wat kroningh
Dat hy u heeft voor u aenvaert:
Siet sijn armoed', sijn ellendt,
En hoe hy sijn leven endt.
Denckt hoe qualijck dat doch voegen
Onder een soo bloedigh hooft,
Leden die al haer genoegen
Soecken (als van sin berooft)
In wellusten, eer en goet,
Daer de Ziel om lijden moet.
Laet dan aen de dwase werelt
Hier de Kroon van't blinckend' Gout,
Soo verciert en soo bepeerelt:
Maeckt dat ghy voor u behoudt
Sulcken Kroon al uwen Heer
Hier gedragen heeft wel eer.
Wilt doch van geen doorens klagen,
Vreest doch voor geen kleyn ellend,
Denckt, het is licht te verdragen,
Al dat met dit leven end:
| |
[pagina 174]
| |
En de Croon daer voor bereyt
Duert tot in der eeuwigheyt.
|
|