Een gheestelijck lust hofken
(1722)–Anoniem Gheestelijck lust hofken, Een– AuteursrechtvrijOp de wijse: Venus du en dein Kindt.
KOmt Schepper Heyligh'Geest,
Vermaeckt ons in u Feest;
Besoeckt ons droeve herten,
Troost ons in pijn en smerten
| |
[pagina 75]
| |
Wilt ons verstandt verlichten
Ons krancken wilt oprichten
Gy zijt den Trooster teer,
Die Christus onsen Heer,
Belooft heeft als hy scheyden,
Om ons alhier te leyden:
Den vyandt te verdrijven,
Ons eeuwigh by te blijven.
Gy zijt Godts gave schoon,
Gedaelt uyt 's Hemels Throon,
En levende Fonteyne,
Die ons kan maecken reyne:
Een liefden vier waerachtigh,
Ontsteeckt ons herte krachtigh,
V seven gaven fijn,
Laet ons deelachtigh zijn
O vinger van ons handen,
Ontbindt der sonden banden:
Leert ons met nieuwe Talen,
V lof, en eer verhalen.
O troostelijck Advocaet:
Komt ons altijdt te baet,
En leert ons krachtigh bidden,
Besit ons hert in't midden
Leyt ons in u secreten,
V wille doet ons weten.
Salft ons met gratie soet,
Neemt ons in u behoedt:
Neemt in al ons gedachten,
By dagen en by nachten,
Bluscht uyt den brant der liefden,
Geneest al onse wonden.
| |
[pagina 76]
| |
Versaeght den vyandt wijt,
Helpt ons in onsen strijdt,
V vrede wilt ons geven
Doet ons gerustigh leven:
En als wy moeten scheyden,
Ten Hemel wilt ons leyden.
Geeft ons een kennis schoon
Van Vader met den Soon:
Laet ons oock t'allen tijden
V Heyligh Geest belijden,
Dat ghy een Godt almachtigh,
Zijt alle dry waerachtigh.
|
|