'tGheestelijck Bloem-hofken
(1637)–Anoniem 'tGheestelijck Bloem-hofken– AuteursrechtvrijBeplant met veel lieflijcke Bloemkens, van verscheyden Coleuren, tot dienst van alle Liefhebbers der Cantijcke soetgeurigheydt
Op de wijse van den XXXIV. Psalm, De vier eerste Reghels.Myn Ziel in Gode rust,
Gode in my, van eeuwigheydt,
Geen dinck my van de Liefde scheyd
Mijn Ziele wordt ghekust.
In ‘t ware wesen reyn
Is ‘t’ gemoed altijd verheught,
Met een lieflijck en bly geneucht
| |
[pagina 238]
| |
Stae ick op Godt alleyn.
Hy is ‘t’ Borght, mijn Steen,
Mijn heyl, mijn bystandt in der noodt,
Mijn kracht, en al mijn sterckte groot;
Hy is ‘t, en anders gheen.
Wel hem die op hem bouwt,
Die en sal nimmermeer vergaen,
Maer eeuwighlijcken blyven staen:
Sijn kracht haer onderhoudt.
|
|